direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - 1
Plan: Kom Beschermd Dorpsgezicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.B007BPKomBeschDorp-1141

Artikel 9 Wonen - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens een houtbewerkingsbedrijf met SBI-code 361;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 2' is tevens een fotostudio/atelier toegestaan, met een vloeroppervlakte van ten hoogste 140 m²;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. per bouwvlak is ten hoogste 1 woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal woningen bedraagt;
  • d. ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toegestaan onder bovengrondse bebouwing, met dien verstande dat toegangen uitsluitend zijn toegestaan vanuit de bovengrondse bebouwing.

9.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 30% van het bouwperceel binnen het bestemmingsvlak buiten het bouwvlak met een maximum van 50 m²;
  • d. bij de oppervlakte zoals bedoeld onder c wordt de oppervlakte van de hooiberg ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - hooiberg' niet meegerekend.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en toegangspoorten bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder c teneinde een groter oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toe te staan, met dien verstande dat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken waarvoor ingevolge bijlage II van het Besluit omgevingsrecht geen omgevingsvergunning is vereist plus de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 80 m² bedraagt per bouwperceel.

9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in samenhang met het wonen, wordt verstaan het gebruik ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen tot een maximum van 100 m²;
  • b. ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • c. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner(s) van de woning.

9.4.2 Strijdig gebruik
  • a. onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor paardrijbakken, paardrijbanen en paardenmestplaten, tennisbanen en zwembaden;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;
  • c. het is niet toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor meer woningen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • d. het is niet toegestaan gronden en gebouwen zonder de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' te gebruiken voor meer dan één woning.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 9.2.1 onder c om een hoofdgebouw geschikt te maken voor dubbele bewoning voor bewoning door meer dan één huishouden, één en ander met dien verstande dat:

  • a. dubbele bewoning uitsluitend is toegestaan in vrijstaande hoofdgebouwen met een minimum inhoud van 1.000 m³, waarbij de oppervlakte van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 30% van het bouwperceel en bijbehorende gronden met de bestemming Tuin;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw met dubbele bewoning niet meer mag bedragen dan zou zijn toegestaan op basis van lid 9.2.2 onder c indien sprake was van een hoofdgebouw zonder dubbele bewoning;
  • c. het in de vormgeving tot uitdrukking komende karakter van het hoofdgebouw niet onevenredig mag worden aangetast;
  • d. (nieuwe) dubbele bewoning niet is toegestaan in gebouwen die in het verleden reeds voor dubbele bewoning geschikt zijn gemaakt;
  • e. voorzien moet zijn in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • f. door dubbele bewoning geen extra afzonderlijke woning mag worden opgericht;
  • g. er wordt uitsluitend afgeweken indien vooraf advies is ingewonnen bij de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit over de vraag of de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden niet onevenredig worden aangetast, waarbij in het advies van de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit in elk geval de specifieke kenmerken van de bebouwing en de directe omgeving wordt betrokken.