direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen - 2
Plan: Kom Beschermd Dorpsgezicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.B007BPKomBeschDorp-1141

Artikel 10 Wonen - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • e. de in tabel 10.1 genoemde toegestane (neven)functies, met dien verstande dat deze worden uitgevoerd door de hoofdbewoner(s);
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.

Tabel 10.1 (Neven)functies die rechtstreeks toegestaan zijn

nevenfunctie   toegestaan aantal m² vloeroppervlakte  
aan-huis-gebonden beroepen   100  
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten   100  
kantoor- en praktijkruimte   100  
museum, galerie en/of atelier   100, met dien verstande dat dit ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1' maximaal 60% van het bouwvlak bedraagt  
dienstverlening   100  
bed & breakfast   maximaal 2 kamers met maximaal 5 bedden  
10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' voor een lengte van ten hoogste 15% van de omtrek van het hoofdgebouw een hogere goothoogte toegestaan, met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
  • d. per bouwvlak is ten hoogste 1 woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven aantal woningen bedraagt;
  • e. ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toegestaan onder bovengrondse bebouwing, met dien verstande dat toegangen uitsluitend zijn toegestaan vanuit de bovengrondse bebouwing.

10.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 30% van de gronden buiten het bouwvlak met een maximum van 50 m²;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c, bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 70 m²;
  • e. bij de oppervlakte zoals bedoeld onder c wordt de oppervlakte van de hooiberg ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - hooiberg' niet meegerekend.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en toegangspoorten bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Oppervlakte bijgebouwen in relatie tot aanwezige bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 10.2.2 onder c teneinde meer bebouwing toe te staan indien reeds bebouwing aanwezig is op het zij- en achtererf en voor zover:

  • a. maximaal de helft van het oppervlak dat aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt, mag worden teruggebouwd tot een maximum van 150 m²;
  • b. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedragen;
  • c. een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het gezamenlijke zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt blijft.

10.3.2 Oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen, overkappingen in relatie tot vergunningvrij bouwen

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 10.2.2 onder c teneinde een groter oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toe te staan, met dien verstande dat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken waarvoor ingevolge bijlage II van het Besluit omgevingsrecht geen omgevingsvergunning is vereist plus de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 80 m² bedraagt per bouwperceel.

10.3.3 Adviesprocedure
  • a. De bevoegdheid tot afwijken zoals bedoeld in 10.3.1 wordt uitsluitend toegepast indien vooraf advies is ingewonnen bij de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit over de vraag of de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • b. Bij het advies van de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit worden in elk geval de situering en de specifieke kenmerken van de bebouwing en de directe omgeving betrokken.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 (Neven)functies

Onder de uitoefening van (neven)functies in samenhang met het wonen, wordt verstaan het gebruik voor zover:

  • a. de activiteit wordt uitgevoerd door de hoofdbewoner(s) van de woning;
  • b. de (neven)functies, zowel afzonderlijk als tezamen, ondergeschikt zijn aan de woonfunctie in geen geval een grotere oppervlakte beslaan dan in tabel 11.1 is aangegeven;
  • c. bij een combinatie van (neven)functies een oppervlakte van ten hoogste 150 m² ten behoeve van de activiteiten wordt gebruikt;
  • d. ten behoeve van de (neven)functies in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien op eigen terrein;
  • e. de (neven)functies geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken activiteiten.

10.4.2 Strijdig gebruik
  • a. onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor paardrijbakken, paardrijbanen en paardenmestplaten, tennisbanen en zwembaden;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;
  • c. het is niet toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor meer woningen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • d. het is niet toegestaan gronden en gebouwen zonder de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' te gebruiken voor meer dan één woning.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
10.5.1 Dubbele bewoning

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 10.2.1 onder c om een hoofdgebouw geschikt te maken voor dubbele bewoning voor bewoning door meer dan één huishouden, een en ander met dien verstande dat:

  • a. dubbele bewoning uitsluitend is toegestaan in vrijstaande hoofdgebouwen met een minimum inhoud van 1.000 m³, waarbij de oppervlakte van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 30% van het bouwperceel en bijbehorende gronden met de bestemming Tuin;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw met dubbele bewoning niet meer mag bedragen dan zou zijn toegestaan op basis van lid 10.2.2 onder c indien sprake was van een hoofdgebouw zonder dubbele bewoning;
  • c. het in de vormgeving tot uitdrukking komende karakter van het hoofdgebouw niet onevenredig mag worden aangetast;
  • d. (nieuwe) dubbele bewoning niet is toegestaan in gebouwen die in het verleden reeds voor dubbele bewoning geschikt zijn gemaakt;
  • e. voorzien moet zijn in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • f. door dubbele bewoning geen extra afzonderlijke woning mag worden opgericht;
  • g. er wordt uitsluitend afgeweken indien vooraf advies is ingewonnen bij de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit over de vraag of de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden niet onevenredig worden aangetast, waarbij in het advies van de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit in elk geval de specifieke kenmerken van de bebouwing en de directe omgeving wordt betrokken.

10.5.2 Ten behoeve van (neven)functies

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.1 ten behoeve van één of meer van de (neven)functies die in tabel 10.2 zijn aangegeven, met inachtneming van de tabel en het volgende:

  • a. de activiteiten vinden plaats binnen het bouwvlak;
  • b. de activiteit wordt uitgevoerd door de hoofdbewoner(s);
  • c. de woonfunctie van de bedrijfswoning wordt niet aangetast;
  • d. de monumentale, cultuurhistorische en karakteristieke bebouwing blijft behouden;
  • e. buitenopslag is niet toegestaan;
  • f. de nevenfuncties dienen, zowel afzonderlijk als tezamen, een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsvoering uit te maken en mogen in geen geval een grotere oppervlakte beslaan dan in tabel 10.2 is aangegeven;
  • g. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 150 m² aan bebouwing ten behoeve van de activiteiten toegestaan;
  • h. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • i. ten behoeve van de nevenfuncties moet in voldoende parkeergelegenheid worden voorzien op eigen terrein;
  • j. de nevenfuncties mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken activiteiten.

Tabel 10.2 (Neven)functies waarvoor kan worden afgeweken

nevenfuncties   toegestaan aantal m² vloeroppervlakte  
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten   150  
agrarisch handels- en exportbedrijf   150  
agrarisch hulp- en nevenbedrijf   150  
opslag en stalling van agrarische producten   150  
agrarisch loonbedrijf   150  
veehandelsbedrijf, paardenhandel   150  
veearts   150  
hoefsmederij   150  
ambachtelijke bewerking van agrarische producten   150  
agrarisch natuur- en landschapsbeheer   150  
hoveniersbedrijf   150  
tuincentrum   150  
opslag en stalling van niet-agrarische producten   150  
kinderboerderij   150  
paardenstalling en paardenpension   150  
manege   150  
fietsenverhuur   150  
kleinschalige horecagelegenheid   150  
bed&breakfast   150  
kleinschalig kamperen   150  
maatschappelijke voorzieningen, zijnde kinderopvang   150  
natuur- en milieueducatie   150  
zorgboerderij   -  
naar aard en omvang daarmee vergelijkbare activiteiten   150