Plan: | Hoogwaardig Openbaar Vervoer in het Gooi |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9927.IPHOVGOOI201402-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het inpassingsplan Hoogwaardig Openbaar Vervoer in het Gooi met identificatienummer NL.IMRO.9927.IPHOVGOOI201402-VG01 van de provincie Noord-Holland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een bouwwerk in de vorm van een viaduct waaronder begrepen taluds en rasters, dienend als ecologische verbindingszone, waarmee dieren een verkeersweg en/of spoorweg kunnen kruisen;
een vorm van dagrecreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een grondlichaam ten behoeve van het beperken van geluidhinder voor personen die achter het grondlichaam wonen of verblijven;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie tot de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvorming);
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
een enkele strook van de rijbaan van een weg, welke voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, waaronder niet begrepen opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d.;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel behoud, versterking, herstel en ontwikkeling van de aan de natuurgebieden eigen zijnde landschappelijke- en natuurwaarden, alsmede cultuurhistorische waarden vallen de volgende karakteristieken, elementen en aspecten:
Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan ten behoeve van de bestemming, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 3.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet leiden tot een onevenredige afbreuk aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden geschaad, of kunnen worden verkleind.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 3.3.1 is nodig voor:
Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' het plan te wijzigen om deze aanduiding te laten vervallen, mits vaststaat dat de verkeersfunctie wordt beëindigd.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bij de bestemming behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Het is niet toegestaan de verlegde Weg over Anna's Hoeve in gebruik te nemen of te hebben, voordat is voorzien in de geluidsbeperkende voorzieningen met de vereiste akoestische werking, teneinde te voldoen aan de vastgestelde grenswaarden overeenkomstig de Wet geluidhinder.
Het bevoegd gezag is bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'tuin' het plan te wijzigen, met dien verstande dat:
De voor Verkeer - Openbaar vervoer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bij de bestemming behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn naast de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de aardgastransportleiding. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 7.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Waarde - Aardkundige waarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aardkundige waarden.
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken die daar ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen worden gebouwd en/of uitgevoerd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 8.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 8.3.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de in dat lid genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een onevenredige aantasting van de bodemstructuur.
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend een omgevingvergunning zoals bedoeld in sublid 8.3.1 na schriftelijk advies van een deskundige inzake aardkundige waarden.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in in sublid 8.3.1 is nodig voor:
De voor 'Waarde - Archeologie Hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aanwezige archeologische waarden dan wel de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in 9.2.2 zonder een omgevingsvergunning op en in de in lid 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 9.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden bedoeld in 9.2.1 wordt verleend, moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige. De omgevingsvergunning kan worden verleend indien uit het rapport en het advies van de deskundige daarover blijkt dat door de werken of werkzaamheden geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden.
Indien uit het in 9.2.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Waarde - Archeologie Hoog' wijzigen zodanig dat de zone naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval van het plan wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie Hoog Stationsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aanwezige archeologische waarden dan wel de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in 10.2.2 zonder een omgevingsvergunning op en in de in lid 10.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 10.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens de omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden bedoeld in 10.2.1 wordt verleend, moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige. De omgevingsvergunning kan worden verleend indien uit het rapport en het advies van de deskundige daarover blijkt dat door de werken of werkzaamheden geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden.
Indien uit het in 10.2.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
10.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Waarde - Archeologie Hoog Stationsgebied' wijzigen zodanig dat de zone naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval van het plan wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd zijn voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding. Voor de grondwaterbescherming is de Provinciale Milieuverordening van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.
Ter plaatse van de aanduiding Overige zone - onderdoorgang A27' zijn de gronden mede bestemd voor verkeerswegen, met niet meer dan 1 x 2 rijstroken, alsmede een busbaan, in de vorm van een onderdoorgang onder de snelweg A27 en voor het bouwen van de daarvoor benodigde kunstwerken met een hoogte van niet meer dan 12 m.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - onderdoorgang railverkeer', zijn de gronden mede bestemd voor het railverkeer, zoals bedoeld in Artikel 6 Verkeer - Railverkeer.
Het bepaalde in het bestemmingsplan buitengebied 2009, van de gemeente Laren, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Laren op 25 november 2009 blijft van kracht, met dien verstande dat:
Op de gronden als bedoeld in lid 13.7 blijft het bepaalde in het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg, van de gemeente Hilversum, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Hilversum op 12 juni 2013, respectievelijk het bestemmingsplan Van Riebeeck / Bonairelaan, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Hilversum op 12 juni 2013, van kracht, met dien verstande dat::
Het bepaalde in het bestemmingsplan Van Riebeeck / Bonairelaan, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Hilversum op 12 juni 2013, blijft van kracht, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het inpassingsplan Hoogwaardig Openbaar Vervoer in het Gooi.