Plan: | Provinciaal Inpassingsplan Dinkeldal Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9923.ipDinkeldalzuid-va01 |
Het provinciaal inpassingsplan "Provinciaal Inpassingsplan Dinkeldal Zuid" met identificatienummer NL.IMRO.9923.ipDinkeldalzuid-va01 van de provincie Overijssel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding als het een vlak betreft;
het gebruik van gronden voor het telen van gewassen en het houden van dieren;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken zijnde;
een vastgesteld plan op basis van de Wet natuurbescherming waarin is vastgelegd wat er wordt gedaan om de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied te realiseren;
het op of in de bodem brengen van meststoffen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
begrazing met (pluim)vee;
een houtachtig, opgaand gewas, zowel levend als afgestorven;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
uitwerpselen van voor gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren, daaronder inbegrepen de geheel of gedeeltelijk verteerde maag- of darminhoud van deze dieren en mengsels van strooisel met de uitwerpselen, alsook de producten daarvan (Meststoffenwet);
een civieltechnisch kunstwerk in een weg of toegangsdam, die is bedoeld om wateren met elkaar te verbinden;
velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
medegebruik gericht op de overdracht van informatie en kennis;
beweiding met een maximale veebezetting van 1,5 Grootvee Eenheid (GVE) per hectare;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
de waarden van een gebied die uitdrukking geven aan de vormen van het aardoppervlak in verband met de wijze van hun ontstaan;
een geul in de grond voor de afvoer van water;
materiaal in vaste of vloeibare vorm, niet zijnde grond, dat wordt gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als voedingsbodem voor planten;
staat van instandhouding van een natuurlijke habitat waarvoor geldt dat:
staat van instandhouding van een soort waarvoor geldt dat:
bomen of boomvormers, die na het afzetten tot op de stobbe weer uitlopen en waarbij periodiek afzetten voor de instandhouding ervan noodzakelijk is;
gronden met een bijzondere betekenis voor het watersysteem in het nabij gelegen Natura 2000 gebied "Dinkelland", Dinkeldal, zuid, vanwege beekherstel, verdrogingsbestrijding, waterberging en/of waterkering.
het geheel aan maatregelen die nodig zijn voor de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats of soorten;
doelstelling opgenomen in een aanwijzingsbesluit van een Natura 2000-gebied, ten aanzien van de gunstigse staat van instandhouding van de leefgebieden, vereist op grond van de Vogelrichtlijn of ten aanzien van van de instandhouding van de natuurlijke habitats of populaties van in het wild levende dierenen plantensoorten vereist op grond van de Habitatrichtlijn;
een (laaggelegen) gebied dat in geval van hoogwater onder water kan worden gezet;
een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter;
het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand;
en werk dat toeziet op het gedoseerd afvoeren van een teveel aan water, waardoor het water langer kan worden vastgehouden;
kunstmatig of chemisch verkregen meststoffen;
akkerbouw, veehouderij - daaronder begrepen elke bedrijfsmatige vorm van het houden van dieren voor gebruiks- of winstdoeleinden- , tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, planten, bloemen en bloembollen - en bosbouw;
grond waarop daadwerkelijk enige vorm van landbouw wordt uitgeoefend;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
Dierlijke meststoffen, ongeacht hun bestemming, en producten die bestemd zijn om:
Europees ecologisch netwerk dat bestaat uit de speciale beschermingszones, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid van de Vogelrichtlijn en artikel 1 onderdeel l van de Habitatrichtlijn;
het gebied aangewezen door de Staatssecretaris van Economische Zaken bij besluit van 4 juli 2013, kenmerk PDN/2013-049, toegevoegd in bijlage 4 bij deze regels;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden, met als doel deze gebieden met elkaar en met het omringende agrarische gebied beter te verbinden;
het afvoeren van grond- en/of oppervlaktewater met kunstmatige en/of natuurlijke middelen, bijvoorbeeld in de vorm van drainagebuizen, het graven van nieuwe of het verdiepen van bestaande sloten, greppels en beken en vergelijkbare maatregelen;
een bouwwerk, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden, dan wel met ten hoogste een wand;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
het met wortel en al verwijderen van een houtopstand of boom;
het regulier gebruik dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor het agrarisch gebruik van de gronden;
het onderhoud dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
het kappen of rooien van een houtopstand of verrichten van andere handelingen die de dood of ernstige beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben;
een vorm van recreatie gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding van recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben, en voor een bepaalde periode waarbij ten minste één overnachting plaatsvindt;
(tijdelijke) opslag van een overmaat aan (oppervlakte)water in het (oppervlakte)watersysteem.
tussen de grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de as van de bestemming 'Verkeer' dan wel waar geen bestemming geldt, de as van de weg.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals antennes en daarmee naar de aard gelijk te stellen bouwonderdelen.
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorende
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 en worden toegestaan dat:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in 3.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt;
met de daarbij horende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd.
Op deze gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op artikel 14.1 in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.
Bij en omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 en worden toegestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15 m, mits is aangetoond dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in aanvulling op artikel 14.1 in ieder geval begrepen:
De voor 'Verkeer - Fietspad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen pf overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende
werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De voor 'Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen deze bestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels en worden toegestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het bepaalde in artikel 8.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in artikel 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder en er geen afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de drinkwaterhoofdtransportleidingen en de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met een hoge verwachtingswaarde.
In het belang van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en onder de voorwaarde dat de oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft groter is dan of gelijk is aan 2.000 m2 en de activiteit op een grotere diepte dan 0,3 m wordt uitgevoerd:
Er kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2, sub a voor de overlegging van het aldaar genoemde archeologische rapport, als naar het oordeel van het college van bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. Daarbij maakt de gemeente gebruik van:
De woorden 'het rapport als bedoeld onder a' in lid 9.2, sub b, onder 3 dienen in dat geval te worden gelezen als 'andere beschikbare informatie'.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in 9.1 omschreven gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat de omgevingsvergunning ook verplicht is voor:
De in 9.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de bestemming ‘Waarde - Archeologie 2‘ wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels en worden toegestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
als en voor zover deze gronden samenvallen met gronden, waarvoor in een andere bestemming een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is benodigd, geldt dat de daarin genoemde werken en werkzaamheden, voor zover deze althans niet worden uitgevoerd ter realisering of instandhouding van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterberging, uitsluitend toelaatbaar zijn mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van dit Provinciaal inpassingsplan ten aanzien van het strijdig gebruik en het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, onder de voorwaarde dat door middel van een deskundigenrapport is aangetoond dat:
Ondergronds bouwen is niet toegestaan, met uitzondering van de ondergeschikte bouwwerken (waaronder duikers, stuwen, gemalen en knijpconstructies) nodig voor de uitvoering van het Inrichtingsplan dat als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
De werkzaamheden, opgenomen in het Inrichtingsplan dat in bijlage 1, 2 en 3 bij de regels, moeten volgens een ecologisch werkprotocol worden uitgevoerd, als en voor zover dat in het natuuronderzoek in bijlage 20 bij de toelichting is aangegeven.
De gemeenteraad van Losser is bevoegd bestemmingsplannen vast te stellen voor gronden of delen van gronden van dit plan onder de voorwaarden dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Provinciaal Inpassingsplan Dinkeldal Zuid.