Plan: | Chw Betondak Arkel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1978.OP1013-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
verwijzing naar een geometrisch vlak op de verbeelding;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
het bouwen en/of gebruiken van gronden en/of gebouwen alsmede werken en werkzaamheden die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt voor maximaal vijf personen, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bestaande bijgebouwen en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel niet zijnde overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
beroep aan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
de totale oppervlakte van alle bouwlagen van bedrijvigheid met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, zoals werkkasten, kantine, toiletten en douches.
een activiteit, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen dienst of beroep dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingswet of diens voorgangers.
een bestaande bedrijfslocatie waar overeenkomstig een rechtsgeldige omgevingsvergunning bedrijvigheid plaatsvindt of mag plaatsvinden.
een woning als bedoeld in artikel 1.1.1 eerste lid sub d en sub e van het Besluit ruimtelijke ordening of de rechtsopvolger van dit besluit.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de begane grond of een verdieping van een gebouw boven peil.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
de locatie begrensd door de afstand, waar als gevolg van een ongewoon voorval dat leidt tot een plasbrand of een fakkelbrand, de warmtestraling ten hoogste 10 kW/m2 is.
de 'Commissie Ontwikkeling Betondak Arkel', bestaande uit vijf leden (één onafhankelijke, technische voorzitter, één persoon benoemd door de dorpsraad van Arkel, één persoon benoemd door de dorpsraad van Hoogblokland, één persoon benoemd door de ontwikkelaar van het plangebied en één persoon benoemd door de gemeente Molenlanden) die adviseert over de vraag of ontwikkelingen aansluiten op het dorpse karakter en de bestaande kenmerken van Arkel en Hoogblokland als bedoeld in artikel 3.1 sub a van deze regels. De voorzitter wordt benoemd door de overige leden. Een voorwaarde voor de onafhankelijk voorzitter van de commissie is dat diegene aantoonbaar beschikt over professionele kennis en ervaring op het gebied van stedenbouwkunde en/of architectuur. Om die reden is er sprake van een vakspecialist.
een vorm van vrijetijdsbesteding met een verblijf buiten de woning zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt niet begrepen een afhaalpunt en een webwinkel.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een uitzendbureau, een bankfiliaal, een makelaar, een reisbureau, een kapsalon en een apotheek.
periodieke en/ of incidentele manifestaties zoals beurzen, concerten, markten, sportmanifestaties en dergelijke zoals bedoeld in de gemeentelijke APV hoofdstuk 2, afdeling 7.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een geluidsgevoelige ruimte, geluidsgevoelig terrein of ander geluidsgevoelig gebouw zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder.
bedrijvigheid die gevolgen heeft voor het milieu door de emissie van geur.
de krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde hogere maximaal toegestane geluidbelasting.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
één of meer personen die in vast verband samenleven waarbij er sprake is van continuïteit in de samenstelling van het verband en van onderlinge verbondenheid.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen meldplicht op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer geldt of een vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en daarmee gelijk te stellen niet-commerciële instellingen.
voorzieningen zoals educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, gezondheidszorg en dierenklinieken, bibliotheken, jeugd- en kinderopvang en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het omgevingsplan met identificatienummer NL.IMRO.1978.OP1013-vg01 van de gemeente Molenlanden, zijnde een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
zie omgevingsplan.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een complex van ruimten uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Een gebouw met een van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het betreft die gebruiksfunctie:
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de kortst gemeten afstand tussen de gebouwen.
de kortst gemeten afstand tussen bouwwerken en de perceelsgrens.
Deze regels zijn gebaseerd op de volgende gebiedsdoelen, waarmee het college van burgemeester en wethouders rekening dient te houden bij de toepassing van de aan het college bij het omgevingsplan toegekende bevoegdheden:
Het gebiedsdoel a. 'dorpse sfeer' kan door het college van burgemeester en wethouders of de raad nader uitgewerkt worden in beleidsregels als bedoeld onder artikel 6, aanhef en onder a.
Een ieder die een activiteit realiseert of in stand houdt en die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit niet passend is in de omgeving en niet bijdraagt aan de gebiedsdoelen, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om dit passend te maken.
Op de voor Recreatief woonwerklandschap aangewezen gronden zijn, onder de voorwaarden zoals gesteld in Hoofdstuk 3 activiteiten, de volgende functies toegestaan:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het aanleggen en in stand houden van een bomenlaan bestaande uit minimaal 40 bomen ter plaatse van de aanduiding 'zone bomenlaan'.
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Het is verboden de instandhouding van de bomenlaan, zoals bedoeld in lid 7.1, te belemmeren.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op de aanleg van een verkeersveilig en goed bereikbaar woongebied met ruimte voor ontmoeting, waarbij:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op de aanleg van een woongebied dat voldoet aan de volgende inrichtingseisen:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.2 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Het verboden gebruiksactiviteiten uit te oefenen die strijdig zijn met de inrichtingseisen gesteld in artikel 9.1.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op de aanleg van een woongebied dat voldoet aan de volgende inrichtingseisen:
In aanvulling op lid 10.1.1 gelden bij behoud van het huidige polderpeil de volgende eisen:
Binnen de aanduiding 'vrijwaringszone provinciale vaarweg' mogen geen bouwwerken worden opgericht die:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Het verboden gebruiksactiviteiten uit te oefenen die strijdig zijn met de volgende eisen:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan (waaronder de regels voor bedrijvigheid uit artikel 11.1), de volgende beoordelingsregels:
Het is verboden gebruiksactiviteiten uit te oefenen die strijdig zijn met de volgende eisen:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Het is verboden gebruiksactiviteiten uit te oefenen die strijdig zijn met de voorwaarden gesteld in de omgevingsvergunning bedoeld in artikel 13.2 onder d.
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden, naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Binnen de aanduiding 'geluidzone' dienen woningen en andere geluidgevoelige objecten te zijn voorzien van een dove gevel, tenzij wordt voldaan aan:
Bij toepassing van een dove gevel als bedoeld in artikel 14.1.2, dient sprake te zijn van minimaal een zijde die geluidsluw wordt uitgevoerd, waarbij de geluidsbelasting op de gevel niet meer mag bedragen dan 48 dB vanwege wegverkeerslawaai en 55 dB vanwege spoorweglawaai.
burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1.3 indien toepassing van deze eis er toe leidt dat het omgevingsplan financieel, technisch en/of stedenbouwkundig niet haalbaar is en een gelijkwaardige maatregel kan worden toegepast, dan wel anderszins naar hun oordeel het woon- en leefklimaat voldoende is gewaarborgd
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 5.1 gelden binnen de aanduiding 'archeologie', naast de andere beoordelingsregels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende beoordelingsregels:
Binnen de aanduiding 'archeologie' gelden naast de andere algemene regels gesteld in dit omgevingsplan, de volgende algemene regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 voor grondwerkzaamheden dieper dan 1,5 meter indien uit een karterend booronderzoek of op andere wijze blijkt dat geen verstoring van de archeologische waarde zal plaatsvinden.
Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan door burgemeester en wethouders worden verleend voor een bouwwerk dat afwijkt van de regels die bij of krachtens hoofdstuk 3 zijn gesteld, mits het bouwplan en de voorgenomen activiteiten voldoen aan de vastgestelde gebiedsdoelen. Alvorens te besluiten wordt advies ingewonnen van de commissie.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de algemene gebruiksregels die krachtens 5.2 zijn gesteld, mits het gebruik voldoet aan de vastgestelde gebiedsdoelen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, onverminderd het bepaalde in de algemene plaatselijke verordening en in afwijking van artikel 5.2 van deze regels, gebruik van gronden en bouwwerken voor een periode van maximaal tien jaar toestaan ten behoeve van de volgende functies:
mits aangetoond wordt dat het tijdelijke gebruik een kwaliteitsverbetering betekent voor het gebied en het woon- en leefklimaat van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast.
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van Chw Betondak Arkel'.
Voor de planontwikkeling Betondak Arkel wordt ingezet op een onderscheidend woonmilieu om te kunnen voldoen aan een lokale woonbehoefte. Het is niet de bedoeling dat de locatie concurrerend wordt voor andere woningbouwlocaties in de regio. De regels van het omgevingsplan zijn er op gericht dat de onderscheidende woonmilieus worden gerealiseerd.
Ter bepaling van het dorps woonmilieu was aanvankelijk - in het voorontwerp omgevingsplan - alleen aangesloten op de door provincie Zuid-Holland gehanteerde ABF-methode voor woonmilieus, zoals opgenomen als bijlage bij deze beleidslijn. Van de 13 mogelijke woonmilieus was gekozen voor Centrum dorps, Dorps en Landelijk. Uit nadere beschouwing van deze methode blijkt dat de beschrijvingen van de woonmilieus te algemeen zijn om als toetsingscriteria te kunnen dienen door burgemeester en wethouders en advisering door de commissie. Om die reden zijn in deze beleidslijn concrete regels gesteld, geïnspireerd op de ABF-methodiek. Deze beleidslijn heeft als doel om de open norm "dorpse sfeer" uit het omgevingsplan nader te concretiseren.
I. Algemene toetsregels 'dorpse sfeer'
Er is slechts sprake van een dorpse sfeer als ten minste wordt voldaan aan de volgende kenmerken:
II. Aanvullende toetsregels 'dorps compact woonmilieu'
De volgende aanvullende eisen gelden voor het deelgebied dorps compact woonmilieu:
III. Aanvullende toetsregels 'dorps landelijk woonmilieu'
De volgende aanvullende eisen gelden voor het deelgebied dorpslandelijk woonmilieu:
het dorpslandelijk woonmilieu wordt in het plangebied ten noorden van de 'zone bomenlaan' gerealiseerd en heeft een oppervlakte van minimaal 7,5 hectare;