Plan: | Bij de Watertoren, 's-Gravendeel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1963.BPSGDBijdewatertor-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Bij de Watertoren, 's-Gravendeel" van de gemeente Hoeksche Waard.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPSGDBijdewatertor-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie.
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
een woning die deel uitmaakt van een aaneenbouwde rij van woningen.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden en dat niet krachtens milieuwetgeving vergunning- of meldingplichtig is.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende of te verwachten archeologische relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
boven elkaar gelegen eengezinswoningen met ieder een hoofdingang op straatniveau.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals bijvoorbeeld een atelier, congrescentrum, creativiteitscentrum, dansschool, evenementterrein, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater en speeltuin, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een niet door wanden omsloten bouwlaag op de eerste of hogere verdieping van een hoofd-, bij- of aanbouw, welke geschikt is gemaakt voor verblijf.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
een ondergeschikte transparante toevoeging aan de wegzijde op de begane grond.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.
een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.
een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot/gebruiksgenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
voorzieningen gericht op recreatie, verblijfsrecreatie uitgezonderd;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een woning waarvan het hoofdgebouw een geheel vormt met het hoofdgebouw van één andere woning en waarbij gebruik gemaakt wordt van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
gedeelte van een erf dat aan de voorkant (voor de voorgevel) van het gebouw is gelegen.
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de gevel naar die weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de adressering.
elke naar de weg of de openbare ruimte gekeerde bouwgrens.
een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
een evenwijdig aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen wordt de goothoogte van een dakkapel buiten beschouwing gelaten mits de dakkapel voldoet aan de volgende eisen:
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a voor het toestaan van een ander bedrijf dan op grond van de betreffende categorie is toegestaan, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en met inachtneming van de Keur van het Waterschap.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen waarbij de verticale bouwdiepte van een (ondergronds) bouwwerk maximaal 3 m mag bedragen.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
6.2.1
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen worden gebouwd.
6.2.2
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1 zijn gebouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen toegestaan, mits:
6.2.3
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen waarbij de verticale bouwdiepte van een (ondergronds) bouwwerk maximaal 3 m mag bedragen.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dakterrassen, tuinen en erven.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend woningen worden gebouwd indien bij een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen een akoestisch onderzoek is uitgevoerd waarbij getoetst is of (en hoe) voldaan kan worden aan de voorwaarden uit het Geluidbeleid (Bijlage 1 bij dit bestemmingsplan), de Wet geluidhinder en de verstrekte hogere waarde zoals opgenomen in tabel 7.1 voor maximaal 20 woningen.
Tabel 7.1 Hogere waarde
Bron | Hogere waarde | |
N217 | 53 dB |
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend woningen in gebruik worden genomen indien bij een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van deze woningen een akoestisch onderzoek naar de (gecumuleerde) geluidbelasting (langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus) vanwege de tennis-, voetbal- en korfbalvereniging, sporthal en zwembad (directe hinder) is uitgevoerd waarbij getoetst is of (en hoe) voldaan kan worden aan de volgende waarden:
1. op een gevel, als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vierde lid, van de Wet geluidhinder, waarachter zich een (geluid)gevoelige ruimte bevindt: ten hoogste 55 dB(A)-etmaalwaarde;
2. op dakterrassen: ten hoogste 51 dB(A)-etmaalwaarde;
3. in de zij- of achtertuinen: ten hoogste 50 dB(A)-etmaalwaarde.
Bij de bepaling van de gecumuleerde geluidbelasting wordt een toeslag vanwege muziekgeluid op de diverse berekende geluidniveaus, niet in rekening gebracht.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend woningen in gebruik worden genomen indien bij een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van deze woningen een akoestisch onderzoek naar de maximale geluidsniveaus vanwege maximaal planologische activiteiten van de voetbalvereniging is uitgevoerd waarbij getoetst is of (en hoe) voldaan kan worden aan de waarden van LAmax = 70 dB(A) in de dagperiode, LAmax = 65 dB(A) in de avondperiode en LAmax = 60 dB(A) in de nachtperiode uitgaande van dezelfde uitgangspunten als gebruikt zijn in het akoestisch onderzoek sportterrein 'De Trekdam' van Adromi met kenmerk S201618 d.d. 5 november 2018 (zie Bijlage 3 bij deze regels).
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, erkers en overkappingen bij beneden/bovenwoningen, vrijstaande, twee-aaneen gebouwde en aaneengebouwde woningen voldoen aan de volgende eisen:
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij woningen bedraagt maximaal:
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de functies genoemd in lid 8.1 sub d tot en met h voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.3 sub g, voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens, mits dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is en de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 3' mogen uitsluitend in gebruik worden genomen indien voorzien is in geluidschermen ter plaatse van de binnen de bestemming Verkeer gelegen aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2' en 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3'.
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 4' mogen uitsluitend in gebruik worden genomen indien voorzien is in een geluidscherm ter plaatse van de binnen de bestemming Verkeer gelegen aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1'.
Woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' mogen uitsluitend in gebruik worden genomen indien de gevels grenzend aan de bestemming Verkeer als dove gevel zijn uitgevoerd.
Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voor zover:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse waterleiding.
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Water', op bedoelde gronden niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in artikel 9.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Water' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Water' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals gemalen, pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemmingen dan 'Leiding - Water', mits het belang van de leiding hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend dienen burgemeester en wethouders vooraf schriftelijk advies in te winnen van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning, ter bescherming van het leidingbelang.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van zowel de primaire als de secundaire waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 10.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 is nodig voor:
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd alsmede ten behoeve van het scheepvaartverkeer.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 6 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterstaatkundige functie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 24.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterstaatkundige functie.
Geen omgevingsvergunning als bedoel in artikel 11.4.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Daar waar een hoofdgebouw, aan,- uit- of bijgebouw, overkapping of erfafscheiding niet voldoet aan de gestelde regels in de voorgaande artikelen gelden de bestaande maten, afmetingen, afstanden en/of aantallen wooneenheden zoals deze zijn gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke vergunning is verleend ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan als maximaal toegestane afmetingen en/of afstanden.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, toegangstrappen, stoepen, Delftse stoepen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, hekwerken rond dakterrassen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toegestaan binnen de bestemmingen Bedrijf en Maatschappelijk. Op het bouwen van ondergrondse bouwwerken zijn de aanduidingen op de verbeelding en de bouwregels van het plan op overeenkomstige wijze van toepassing, met dien verstande dat:
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en). Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen, uitbreiden en/of wijzigen van de functie van een gebouw of perceel wordt slechts verleend wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
16.1 Werking wettelijke regels
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
16.2 Parkeren
Binnen het plangebied dienen ten minste 162 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van bestemmingsplan 'Bij de Watertoren, 's-Gravendeel’ van de gemeente Hoeksche Waard.