De Omgevingsvisie van de provincie Zuid-Holland is in werking getreden op 1 april 2019. De Omgevingsvisie bestaat uit vier onderdelen:
- Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:
- het dagelijks stedelijk systeem, dat bestaat uit de stedelijke agglomeratie en de daarmee via hov (hoogwaardig openbaar vervoer) verbonden regiokernen;
- de hoogstedelijke zone tussen Leiden en Dordrecht;
- het logistiek-industriële systeem van mainport, greenports langs vaarwegen en zware infrastructuur;
- de samenhang van grote landschappelijke eenheden met de stedelijke agglomeratie;
- de groene ruimte en de groenblauwe structuur;
- het bodem- en watersysteem;
- energie.
In aanvulling hierop toont de ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond indicatief de ruimtelijke situatie van de ondergrond.
De provincie wil meer vertrouwen geven aan maatschappelijke initiatieven. De provincie werkt daarom vanuit een aantal sturingsprincipes: opgavegericht, provinciaal belang en maatwerk.
De provincie heeft zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze ambities zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en zijn gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar de regio voor staat. De provincie heeft de volgende ambities:
- naar een klimaatbestendige delta;
- naar een nieuwe economie: the next level;
- naar een levendig meerkernige metropool;
- energievernieuwing;
- best bereikbare provincie;
- gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.
- Omgevingskwaliteit
Onder 'omgevingskwaliteit' wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. De volgende onderdelen vormen de basis van de omgevingskwaliteit:
- een beschrijving van de unieke kwaliteiten van Zuid-Holland: de drie deltalandschappen, de Zuid-Hollandse steden en de strategische ligging in internationale netwerken;
- een beschrijving van de bestaande omgevingskwaliteit op basis van de leefomgevingstoets, met aandacht voor aspecten van milieukwaliteit. Hiertoe implementeert de provincie de beleidscyclus en monitor Omgevingskwaliteit;
- een nadere uitwerking van het provinciale beleid voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, op basis van de 'kwaliteitskaart' en de 'richtpunten ruimtelijke kwaliteit'.
- Beleidskeuzes
De provincie heeft in de Omgevingsvisie een overzicht gemaakt van samenhangende beleidskeuzes (zie Omgevingsvisie Zuid Holland).
Planspecifiek
- Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur is voor het beoogde initiatief niet specifiek van belang gezien de aard en omvang van het initiatief.
- Ambities en sturing
De beoogde ontwikkeling geeft invulling aan de ambitie 'gezonde en aantrekkelijke leefomgeving'. De provincie wil de stap maken naar een gezonde, sociale en duurzame samenleven. Om een vitale samenleving te realiseren is meer nodig dan woningbouw alleen. Met de beoogde ontwikkeling wordt er een kwaliteitsimpuls gegeven aan het leef- en vestigingsklimaat. Dit wordt gedaan door aandacht te besteden aan het binnengebied, er wordt een veilige en groene omgeving gecreëerd en een aantrekkelijke plek voor ontmoeting. Daarnaast wordt er met het gevarieerde woningbouwprogramma bijgedragen aan een evenwichtige woningvoorraad.
De rest van de ambities van de provincie zijn niet specifiek van toepassing voor het beoogde initiatief, maar vormen tevens geen belemmering voor de herontwikkeling.
- Omgevingskwaliteit
Voor de beoogde ontwikkeling is de omgevingskwaliteit van belang. Hiervoor zullen de relevante kaartlagen van de kwaliteitskaart en de bijbehorende richtpunten nader worden omschreven.
Laag van de ondergrond
Het plangebied bevindt zich in een rivierdeltacomplex. De gronden in het deltacomplex bestaan overwegend uit kleigronden. Dit zijn voedselrijke, draagkrachtige gronden. Ontwikkelingen dienen bij te dragen aan behoud van ruimte voor dynamische natuurlijke processen en zoet-zoutovergangen in de Deltawateren en natuurlijke buitendijkse gebieden. Gezien de ligging van het plangebied in stedelijk gebied is het rivierdeltacomplex niet van groot belang. In het plangebied bevinden zich verder geen watergangen waar rekening mee gehouden dient te worden.
Laag van de stedelijke occupatie
Het plangebied valt binnen het gebied dat is aangewezen voor 'Steden en dorpen'. Een brede waaier aan woon- en werkmilieus is een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Als herstructurering, transformatie of verdichting plaatsvindt binnen de stad, dan draagt dit bij aan de versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt gebruik gemaakt van de groen- en waterstructuur als onderdeel van het stads- en dorpsontwerp. De hoogstedelijke centrumgebieden kennen een hoge bereikbaarheid en sterke identiteit. De beoogde ontwikkeling draagt bij aan versterking van het stedelijk groen en bouwt voort op de bestaande identiteit en het stedenbouwkundig patroon blijft behouden.
- Beleidskeuzes
De ontwikkeling sluit aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Het ruimtelijke kwaliteitsbeleid bestaat uit de voorgenoemde lagen van de kwaliteitskaart. Daarnaast zijn er gebiedsprofielen opgesteld, gezamenlijk met decentrale overheden en andere partijen in de regio. De gebiedsprofielen hebben de status van handreiking, maar nadrukkelijk niet de status van toetsingskader.
Het plangebied valt binnen het gebiedsprofiel 'Voorne Putten'. Voor elk gebiedsprofiel zijn meerdere kaarten beschikbaar. Hieronder worden alleen de voor het plangebied relevante kaarten besproken die een aanvulling vormen op de reeds genoemde aspecten van de kwaliteitskaart:
Stedelijk gebied met hoogwaardig OV
De metro loopt centraal door het stedelijk gebied van Spijkenisse waardoor veel gebied binnen de invloedsfeer van dit hoogwaardig openbaar vervoer is gelegen. Ambitie voor dit gebied is om het zwaartepunt van de verstedelijking in stad en dorp binnen de invloedsfeer van het hoogwaardig openbaar vervoer te realiseren. Daarnaast is er de ambitie om een duidelijke aansluiting van routes tussen de haltes en het omringende landschap te behouden en te versterken. Met het beoogde woningbouwproject binnen de invloedsfeer is de ontwikkeling goed verbonden met het hoogwaardig openbaar vervoer. Tevens wordt de aansluiting op dit netwerk behouden doordat de bestaande infrastructuur niet gewijzigd wordt. Er worden enkel aanpassingen gedaan in het plangebied waardoor er een goede en logische ontsluiting ontstaat op de Planetenlaan.
Kwaliteit van stads- en dorpsrand
Spijkenisse heeft een herkenbaar historisch centrum, maar is in de loop van de tijd uitgegroeid tot de exponent van de grote stad Rotterdam. De openbaar vervoerverbinding, moderne hoogbouw en stedelijke uitbreidingen getuigen hiervan. De ambities voor de stad zijn het versterken van de relatie tussen de steden en het water en de dorpse geschiedenis verenigen met stedelijke ambities. Met de beoogde ontwikkeling zullen de woningen in de noordzijde van het plangebied een nadrukkelijke connectie hebben met het water. Doordat de tuinen van de woningen grenzen aan de watergang wordt de beleving van het water versterkt.
Conclusie
Met de beoogde ontwikkeling zijn er geen belemmeringen vanuit de Omgevingsvisie. De ruimtelijke kwaliteit wordt niet aangetast en er wordt aangesloten bij de gebiedsprofielen. De beoogde herontwikkeling past binnen de Omgevingsvisie, en is in lijn met de provinciale ambities.