direct naar inhoud van 6.3 Bestemmingsregels
Plan: Buitengebied Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01

6.3 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren.

6.3.1 Agrarisch

In 2013 dienen alle bestemmingsplannen digitaal raadpleegbaar te zijn. Daarom heeft de gemeente Liesveld een actualiseringsproces opgestart. Ook het bestemmingsplan Buitengebied dient geactualiseerd te worden en aan de nieuwste wet- en regelgeving en standaarden te voldoen.

Bij de actualisering is uitgegaan van het vigerende bestemmingsplan en worden er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De bestaande situatie wordt opnieuw bestemd volgens de laatste standaarden. Hierbij is het van belang dat alles digitaal raadpleegbaar moet zijn. Op de verbeelding moet elke bestemming en aanduiding geheel omlijnd zijn. Er kan daarom geen gebruik meer gemaakt worden van bouwsteden (ster-aanduiding met woordelijke begrenzing). Alle agrarische bedrijven krijgen in het nieuwe bestemmingsplan een bouwvlak toegekend. Binnen dit bouwvlak dienen alle bedrijfsgebouwen geplaatst te worden. Uitgangspunt voor de bouwvlakken is de vigerende maximale maat van 1,5 hectare. De bouwvlakken zijn ingetekend naar aanleiding van de positionering van de bestaande bedrijfsgebouwen en de meest gunstigste richting voor uitbreiding. In de voorbereidingsfase van het bestemmingsplan zijn de agrarische ondernemers uitgenodigd om hun wensen voor het bouwvlak kenbaar te maken tijdens het zogenaamde tafeltjesoverleg. De uitkomsten van deze gesprekken zijn meegenomen bij het intekenen van de bouwvlakken.

Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. In het vigerende bestemmingsplan is de mogelijkheid opgenomen om via een vrijstellingsbevoegdheid een tweede bedrijfswoning toe te staan. De provincie Zuid-Holland geeft in haar Verordening Ruimte aan dat er slechts één bedrijfswoning per agrarisch bedrijf is toegestaan, met uitzondering van de reeds vergunde woningen. In het nieuwe bestemmingsplan wordt er daarom geen mogelijkheid meer geboden om een nieuwe tweede bedrijfswoning te realiseren. Bestaande en legale tweede bedrijfswoningen worden positief bestemd.

In het vigerende bestemmingsplan is voor gronden waarop geen bebouwing gerealiseerd mag worden de aanduiding 'zonder gebouwen' opgenomen. Door het opnemen van bouwvlakken, waarbinnen alle bebouwing geconcentreerd moet worden, is de aanduiding niet langer relevant en komt daarom te vervallen. De regeling dat er op deze gronden niet gebouwd mag worden, blijft hierdoor intact.

Agrarische productietakken

In het buitengebied van de gemeente Liesveld is de grondgebonden veehouderij de meest voorkomende agrarische productietak. Deze is dan ook op alle gronden met de bestemming Agrarisch of Agrarisch met Waarden toegestaan. Bestaande agrarische bedrijven met een andere productietak als hoofdfunctie, zoals sierteelt, fruitteelt en intensieve veehouderij hebben een specifieke aanduiding toegekend gekregen. Deze productietakken zijn uitsluitend ter plaatse van de specifieke aanduiding toegestaan. Voor wat betreft de intensieve veehouderij is het nationaal beleid de laatste jaren behoorlijk aangescherpt. In dit bestemmingsplan is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, in afwijking van het vigerende bestemmingsplan, niet langer toegestaan. De mogelijkheid voor nieuwvestiging of verplaatsing van een grondgebonden veehouderij is nog wel opgenomen in het plan.

De SVBP schrijft voor dat agrarische loonbedrijven niet langer een agrarische bestemming krijgen, maar worden voorzien van de bestemming Bedrijf. Deze bedrijven worden niet gezien als agrarisch productiebedrijf en behoren daarom tot de niet-agrarische bedrijven. Agrarische bedrijven met een agrarisch loonbedrijf als nevenfunctie, behouden wel hun agrarische bestemming. De neventak wordt in deze gevallen specifiek aangeduid met een functieaanduiding.

Flexibiliteitsbepalingen

In het vigerende bestemmingsplan zijn enkele flexibiliteitsbepalingen (afwijking en wijziging) opgenomen. Onder andere voor neven- en vervolgfuncties en extra bouwmogelijkheden. Deze flexibiliteitsbepalingen zijn overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan (als afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden).

Paardenbakken

Nieuw in het bestemmingsplan zijn de regels rondom paardenbakken. De vraag naar paardenbakken is de laatste jaren gestegen en de gemeente wenst hierover duidelijke regelgeving in het bestemmingsplan. Paardenbakken zijn toegestaan op de bouwvlakken met de bestemming Agrarisch, Bedrijf en Wonen. Hierbij geldt dat paardenbakken niet groter mogen zijn dan 800 m2 (20 bij 40 m) , lichtmasten bij de paardenbak niet zijn toegestaan en dat de afrastering niet hoger mag zijn dan 1,5 m. Het bevoegd gezag kan van deze regeling afwijken en paardenbakken ook buiten het bouwvlak toe staan. Paardenbakken dienen dan op agrarische gronden aangrenzend aan het betreffende bouwvlak Agrarisch, Bedrijf of Wonen gerealiseerd te worden.

Aanlegvergunning

Het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden is, net als in het vigerende bestemmingsplan, gekoppeld aan een omgevingsvergunning. Alleen het soort werkzaamheden is geactualiseerd om de waarden van het agrarische gebied zo goed mogelijk te kunnen beschermen. Een omgevingsvergunning is noodzakelijk voor werken en werkzaamheden buiten het bouwvlak en heeft geen betrekking op normaal onderhoud en beheer.

In het vigerende bestemmingsplan Liesveld kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering van bebouwing. Onder de Wro en SVBP dienen nadere eisen voldoende meetbaar en toetsbaar (objectief begrensd) te zijn. De nadere eisen die in het vigerende bestemmingsplan opgenomen zijn, zijn dit niet en zijn daarom niet opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.

6.3.2 Agrarisch met waarden

Om de natuur en landschapswaarden ten zuiden van de Broekwetering extra te beschermen is deze zone in het vigerende bestemmingsplan bestemd als Aln. In het nieuwe bestemmingsplan is hiervoor een tweede agrarische bestemming aangemaakt; Agrarisch met Waarden – Natuur- en landschapswaarden. Alle ontwikkelingen in dit gebied dienen onderbouwd te worden met een advies van een deskundige op het gebied van landschap en natuur.

6.3.3 Monumenten

In het plangebied komen veel rijks- en gemeentelijke monumenten voor. Het onderhoud van deze panden brengt hoge kosten mee voor de eigenaar. In het bestemmingsplan is daarom een regeling opgenomen om monumentale panden te splitsen in twee wooneenheden. Hierdoor kunnen de kosten voor het onderhoud van het pand gedeeld worden en blijven de cultuurhistorisch waardevolle panden beter beschermd. Het is niet toegestaan om na het verlenen van de toestemming om te splitsen, het pand te slopen en er afzonderlijke woningen voor terug te bouwen.

6.3.4 Niet-agrarische bedrijven

In het plangebied komen veel niet-agrarische bedrijven voor. Deze hebben de bestemming Bedrijf gekregen. Ter categorisering van niet-agrarische bedrijven is in de regels van het bestemmingsplan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen toegevoegd. Bedrijven die vallen in de categorie 1 en 2 zijn rechtstreeks toelaatbaar binnen elke bedrijfsbestemming. Bedrijven in een hogere categorie hebben een specifieke aanduiding toegekend gekregen. Op deze specifieke locatie mag alleen dit type bedrijf gevestigd zijn of een bedrijf in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

6.3.5 Overige enkelbestemmingen

Alle enkelbestemmingen zijn overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan zijn enkele bestemmingen opgenomen die niet langer als enkelbestemming bestaan in de SVBP. Het betreft de volgende bestemmingen:

  • Molen: aangezien de functie van de molens niet onder 1 hoofdgroep is te scharen, is voor deze locaties de hoofdgroep overig gebruikt. De molens zijn hierdoor net als in het vigerende bestemmingsplan bestemd als 'Molen'. Daarnaast hebben alle molens de aanduiding 'karakteristiek' toegekend gekregen, om de culturele waarden te beschermen.
  • Tuincentrum: het tuincentrum met de kwekerij heeft in het nieuwe bestemmingsplan de hoofdbestemming Detailhandel toegekend gekregen. Aangezien deze bestemming niet elders voorkomt in het plangebied, zijn de regels binnen deze bestemming geheel gericht op het tuincentrum.
  • Begraafplaats: de begraafplaatsen zijn ondergebracht in de bestemming Maatschappelijk en voorzien van een specifieke aanduiding 'begraafplaats'.
  • Kade met natuurlijke en landschappelijke waarden: de regeling ter bescherming van de waarden, zoals opgenomen in de vigerende bestemmingsplan, is voldoende gedekt in het omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden binnen de agrarische bestemming. Deze kaden zijn daarom niet langer specifiek bestemd.
  • Landschappelijke overgangszone: deze zone is binnen de agrarische bestemming opgenomen en voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-landschappelijke overgangszone'.

Voor alle bestemmingen zijn de specifieke gebruiks- en bouwregels overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan.

6.3.6 Dubbelbestemmingen

In het bestemmingsplan zijn de volgende dubbelbestemmingen opgenomen:

Leidingen

Door het plangebied lopen rioolpersleidingen en watertransportleidingen. De ligging van de leidingen zijn beschermd door de dubbelbestemmingen. Voor werken en werkzaamheden in de grond, die daarmee de leiding kunnen beschadigen, is een omgevingsvergunning noodzakelijk.

Archeologie

De gemeente heeft samen met de andere gemeenten van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden archeologisch beleid opgesteld. Hierin is een verwachtings- en beleidsadvieskaart opgenomen. Op deze kaart is het grondgebied van de gemeente opgedeeld in verschillende archeologische zones, waar in meer of mindere mate archeologische waarden te verwachten zijn. Deze zones met bijbehorende regelgeving zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Per zone zijn bouwregels en regels voor de omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden opgenomen.

Cultuurhistorie

Het beschermd stadsgezicht Nieuwpoort is opgenomen met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie - 2, afgestemd op het bestemmingsplan Liesveld Dorpskernen. Voor het bouwen zijn beperkende regels opgenomen, waar met een omgevingsvergunning vanaf mag worden geweken. Alvorens een omgevingsvergunning kan worden verleend dient advies te worden ingewonnen bij een monumentendeskundige.

Waterstaat

In het vigerende bestemmingsplan was voor de waterkering langs de Lek de dubbelbestemming Primaire Waterkering opgenomen. Deze regelgeving is opgenomen in de nieuwe dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering. Daarnaast geldt voor het plangebied de regelgeving vanuit de Beleidslijn Grote Rivieren. In de stroomvoerend rivierbed van de Lek mag niet gebouwd worden, zonder toestemming van de waterbeheerder. Deze regelgeving is opgenomen in de dubbelbestemming Waterstaat-Stroomvoerend rivierbed.

6.3.7 Gebiedsaanduidingen

In het bestemmingsplan zijn de volgende gebiedsaanduidingen opgenomen:

  • geluidszone-industrie: binnen deze geluidszone mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige objecten worden gebouwd;
  • gezoneerd industrieterrein: deze zone is opgenomen voor het bedrijventerrein 'Gelkenes', in afwijking van de rest van het plangebied zijn hier wel Wgh-inrichtingen (bedrijven die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken) toegestaan;
  • milieuzone-eendenkooi: ter bescherming van de rust binnen de eendenkooi;
  • milieuzone-stiltegebied: ter bescherming van het stiltegebied door het uitsluiten van geluidsbelastende nevenfuncties (dierenpension en hondenfokkerij);
  • milieuzone-waterwingebied: ter bescherming van het grondwater;
  • vrijwaringszone-molenbiotoop: ter bescherming van de vrije windvang van de molen.