direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
Plan: Buitengebied Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in lid 1.8 onder b;
  • b. de instandhouding van het veenweidelandschap mede door de bescherming en het herstel van de in het plangebied aanwezige landschappelijke cultuurhistorische waarden, in de vorm van de aanwezige kaden, tiendwegen, de slagenverkaveling met sloten in zuidoost/noordwestrichting en de beschermingszone langs de dijk;
  • c. bescherming en versterking van de natuurwaarden in het plangebied gekenmerkt door de sloot- en oevervegetaties en weidevogelgebieden;
  • d. behoud en versterking van de landschapswaarden in het plangebied gekenmerkt door het grotendeels open en aaneengesloten graslandgebied, de kenmerkende hoogteverschillen, de watergangen, begroeiing en sloten-, kavel- en wegenpatronen;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. wegen, paden en verhardingen;
  • g. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
  • a. op deze gronden mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de teelt van maïs ten dienste van het eigen bedrijf is toegestaan voor maximaal 20% van het bedrijfsoppervlak, met dien verstande dat maïs uitsluitend op een afstand van minimaal 2 m van de weg moet worden gesitueerd;
  • b. paardenbakken zijn niet toegestaan;
  • c. het oprichten van lichtmasten, lichtbakken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. aanbrengen en/of verwijderen van opgaande beplanting;
  • f. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen, met uitzondering van ondergrondse leidingen ten behoeve van infrastructuur of openbare voorzieningen, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

4.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 4.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

4.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden, zoals bedoeld in 4.1 onder b, c en d, in de directe omgeving niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen door de aanvrager wordt aangetoond met een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur.