De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen, parkeervoorzieningen, paden en verhardingen;
b. bermstroken en taluds;
c. duikers, bruggen en viaducten;
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van verlichtingsmasten en verkeersgeleiders bedraagt ten hoogste 15 m;
c. de bouwhoogte van overig straatmeubilair bedraagt ten hoogste 3 m.