direct naar inhoud van Artikel 12 Molen
Plan: Buitengebied Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01

Artikel 12 Molen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding van een molen;

alsmede voor:

  • b. het wonen, voorzover op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan een woning aanwezig was;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - roedenloods': uitsluitend een roedenloods;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - korenmolen': tevens een kantoor met een informatiecentrum en verkoop van maalderijproducten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': het behoud en de bescherming van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • f. wegen, paden, parkeervoorzieningen en verhardingen;
  • g. tuinen en erven;
  • h. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten dienste van de bestemming;
  • b. een woning uitsluitend voorzover deze op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig was en deel uitmaakt van de molen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming;

met dien verstande dat:

  • d. geen nieuwe woningen mogen worden gebouwd;
  • e. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.

12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per molen mogen buiten het bouwvlak garages en/of bergingen worden opgericht met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 20 m2, met een goothoogte van ten hoogste 3 m.

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. in afwijking van het gestelde onder b bedraagt de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - korenmolen' ten hoogste 5 m.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - korenmolen' mag het gezamenlijk oppervlak van het informatiecentrum en de verkoop van maalderijproducten ten hoogste 50 m2 bedragen.