Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Graafdijk Oost 24 & 29a |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.1927.BPgraafdkoost24MLN-VG01 |
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1.het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2.er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied" |
het aanleggen of verharden van oppervlakteverhardingen of halfverhardingen met een grotere oppervlakte dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik 2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; 3. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied"; 4. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
het diepwoelen en diepploegen van de bodem (>40 cm) | 1. het mag niet leiden tot inklinking; 2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; |
het graven en ophogen van de bodem | 1. er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone – aanlegvergunning peilbeheer"; 2. het mag niet leiden tot inklinking 3. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij het de waterbeheerder; 4. het verkavelingspatroon mag niet onevenredig worden aangetast; 5. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
het graven, dempen, vergroten of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren | 1. er mag geen verandering van de bodemstructuur optreden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone – aanlegvergunning peilbeheer"; 2. indien de werkzaamheden passen binnen de afspraken zoals gemaakt in het convenant Alblassewaard/Vijfheerenlanden kan een aanlegvergunning worden afgegeven.
Indien niet voldaan kan worden aan het bepaalde onder 2, dan gelden de volgende criteria: 3. het verkavelingspatroon mag niet onevenredig worden aangetast; 4. het mag niet leiden tot inklinking 5. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; 6. er mag geen onevenredige aantasting van de natte grasland vegetaties en oevervegetaties plaatsvinden; 7. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
het aanbrengen van houtgewas | 1. de karakteristieke openheid mag niet onevenredige worden aangetast. Dit criterium geldt niet ter plaatse van de aanduiding "milieuzone – overgangszone"; hier geldt als criterium dat het aanbrengen van houtgewas past binnen de afspraken zoals gemaakt in het convenant Alblassewaard/Vijfheerenlanden; 2. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
het aanbrengen boomteelt, heesters of sierteelt buiten de aanduiding "wro-zone – aanlegvergunning gevoelige bodem" en/of "wro-zone – aanlegvergunning peilbeheer" | 1. de karakteristieke openheid van het gebied mag niet onevenredig worden aangetast; 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogelgebied"; 3. het mag niet leiden tot inklinking; 4. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
het omzetten (scheuren) van grasland in bouwland buiten de aanduiding "wro-zone – aanlegvergunning gevoelige bodem" en/of "wro-zone – aanlegvergunning peilbeheer" | 1. de karakteristieke openheid van het gebied mag niet onevenredig worden aangetast 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden aangeduid met "specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogelgebied" |
het verwijderen van houtgewas, houtwallen, bosjes ter plaatse van de aanduiding "wro-zone – aanlegvergunning overgangszone" | 1. de activiteiten mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden, danwel dat de activiteit ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur in de weg staat; 2. de activiteit mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur" de ontwikkeling van natuur niet in de weg staan. |
Het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden" | Door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen mogen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben. Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen: 1. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld; 2. de karakteristieke hoofdvorm is niet te handhaven; 3. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden. Ter afweging van het bovenstaande wordt advies ingewonnen bij de monumentencommissie. |
WONING | MIN. | MAX. |
Goothoogte | n.v.t. | 6 m |
Afstand zijdelingse bouwperceelgrens | min. 2 m | |
Inhoud | zie art. 4.2.4 |
BIJGEBOUWEN BIJ WONING | MIN. | MAX. |
Bebouwde oppervlakte | n.v.t. | 50 m2 |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de woning | 2 m | 10 m |
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE | MAX. | |
Hoogte erfafscheidingen | vóór voorgevel woning: 1 m; overige: 2 m | |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 m |
Vergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de vergunning |
het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden” | door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen mogen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben. Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:
Ter afweging van het bovenstaande wordt advies ingewonnen bij de monumentencommissie. |