direct naar inhoud van 5.3 Sectorale toetsing
Plan: Dorpskernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BPdorpskernen-VG01

5.3 Sectorale toetsing

In deze paragraaf zijn de conclusies van de onderzoeken naar de sectorale aspecten beschreven die voor de ontwikkelingen relevant zijn. In een aantal gevallen is specifiek ingegaan op de ontwikkelingen. Aangezien voor de Zuidzijde 131 Goudriaan een ruimtelijke onderbouwing is opgesteld is deze als bijlage bij het plan gevoegd (zie Bijlage 9 en Bijlage 10). Voor dit plan is dan ook volstaan met het de verwijzing hiernaar en de opname van de conclusie in pragraaf 5.4.

Aangezien een bodemonderzoek randvoorwaardelijk is gesteld bij het toepassing geven aan de uitwerkings- c.q. wijzigingsbevoegdheid voor de locaties Goudriaan Zuidzijde en Wijngaarden-West 2e fase en het bestemmingsplan voorziet in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' - waardoor een archeologisch onderzoek vereist is - wordt hieronder op deze aspecten verder niet ingegaan.

Water

Goudriaan Zuidzijde en Wijngaarden-West 2e fase

Conform de eisen van het waterschap zal worden voorzien in watercompensatie. Hierover zal bij het opstellen van het uitwerkings- c.q. wijzigingsplan overleg plaatsvinden met het waterschap. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen, zowel tijdens de bouw- als tijdens de gebruiksfase. Conform de Leidraad Riolering West-Nederland en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terechtkomt. Huishoudelijk afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater zijn er twee mogelijkheden. Indien open water in de directe omgeving aanwezig is, wordt hemelwater afgevoerd naar dat oppervlaktewater. Indien infiltratie mogelijk is, dan wordt schoon hemelwater geïnfiltreerd. Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het Waterschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd.

Meulenbroek 22 Bleskensgraaf

Het verhard oppervlak van het perceel neemt door de uitvoering van het bouwplan toe met 90 m². Volgens de beleidslijn van het Waterschap Rivierenland hoeft voor bouwplannen met minder dan 500 m²verharding in het stedelijk gebied geen compenserende waterberging te worden opgenomen in het plan.

Wegverkeerslawaai

Goudriaan Zuidzijde

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De berekeningen zijn opgenomen in Bijlage 8. Voor de berekening is uitgegaan van de volgende invoergegevens. De verkeersintensiteit op de Zuidzijde is gebaseerd op tellingen en zal in 2021 circa 1.100 mvt/etmaal bedragen. De wegdekverharding bestaat uit asfalt. Van de Wetering zijn geen gegevens bekend. Gelet op het aantal woningen dat door deze weg ontsloten wordt, kan aangenomen worden dat de intensiteit niet meer bedraagt dan circa 200 mvt/etmaal. Op de Wetering liggen klinkers.

De maximale geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de Zuidzijde bedraagt 41 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Hierbij is sprake van een goed akoestisch klimaat. Ten gevolge van het verkeer op het Westeinde bedraagt de geluidsbelasting maximaal 42 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Ook hierbij is sprake van een goed akoestisch klimaat.

Wijngaarden-West 2e fase

Op basis van de verkeersprognoses en berekeningsuitgangspunten is ook voor deze locatie akoestisch onderzoek uitgevoerd volgens de SRM I-methode (zie Bijlage 8). Voor de berekening van wegverkeerslawaai is uitgegaan van een verkeersintenstiteit op de nieuw aan te leggen interne erftoegangsweg van circa 200 mvt/etmaal. Op de Dorpsstraat is uitgegaan van een verkeersintensiteit van circa 1.660 mvt/etmaal in 2021. De interne erftoegangsweg zal worden verhard met klinkers, terwijl de Dorpsstraat zijn verharding met fijn asfalt zal behouden.

Ten gevolge van het verkeer op het gezoneerde deel van de Dorpsstraat bedraagt de maximale geluidsbelasting 46 dB op de dichtst bij de Dorpsstraat gelegen woningen. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschreden. Er is dan ook sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Uit de geluidsberekeningen blijkt dat de geluidsbelasting op de woningen binnen het plangebied ten gevolge van het verkeer op de nieuw aan te leggen 30 km/h-erftoegangsweg maximaal 51 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh) bedraagt (46 dB indien de aftrek artikel 110g Wgh zou worden toegepast). De geluidsbelasting als gevolg van verkeer op het 30 km/h-gedeelte van de Dorpsstraat bedraagt maximaal 52 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh) op de dichtst bij de Dorpsstraat gelegen woningen. De geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op het 30 km/h-gedeelte van de Dorpsstraat wordt gekwalificeerd als goed. De geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de nieuw aan te leggen weg valt binnen de klasse 'redelijk' van het beoordelingskader voor 30 km/h-wegen. Deze geluidsbelasting wordt in het algemeen als aanvaardbaar beschouwd onder de voorwaarde dat conform het Bouwbesluit een binnenwaarde van 33 dB wordt gegarandeerd (met gevelmaatregelen) in de nieuwe woningen. Bij de realisatie van de nieuwe woningen kan een binnenwaarde van 33 dB (conform het Bouwbesluit) worden bereikt, zodat de akoestische situatie als aanvaardbaar kan worden beschouwd langs de nieuwe weg.

Meulenbroek 22 Bleskensgraaf

Op grond van artikel 76 Wet geluidhinder (Wgh) is akoestisch onderzoek noodzakelijk met uitzondering van bebouwing gelegen binnen een 30 km/h-gebied. Dit betekent dat een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.

Luchtkwaliteit

De plannen maken de ontwikkeling van een beperkt aantal woningen mogelijk. De verkeersaantrekkende werking van deze ontwikkelingen is beperkt zodat de plannen niet in betekenende mate van invloed zijn op de luchtkwaliteit. De plannen vallen in één van de aangewezen categorieën die op grond van het Besluit nibm is vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit is daarom achterwege gelaten.

Externe veiligheid

Goudriaan Zuidzijde

In de omgeving van de ontwikkeling bevindt zich het lpg-tankstation De Haan Minerale Oliën BV. Als gevolg van een doorzetbeperking van 500 m³ lpg per jaar, die is vastgelegd in een wijziging van de milieuvergunning, wordt voldaan aan de risicoafstanden voor het plaatsgebonden risico. Tevens wordt ruimschoots voldaan aan de orienterende waarde voor het groepsrisico. Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid.

Wijngaarden-West 2e fase

In de omgeving van de ontwikkeling zijn geen inrichtingen aanwezig die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of inrichtingen die anderszins als risicovol zijn aan te merken. Er zijn ook geen buisleidingen aanwezig voor het transport van gevaarlijke stoffen. Op de nabijgelegen Dorpsweg/Westeinde vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats met een zodanige omvang dat er sprake is van externe veiligheidsrisico's in de omgeving van de weg. Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid.

Meulenbroek 22 Bleskensgraaf

In de omgeving van de ontwikkeling zijn geen inrichtingen aanwezig die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of inrichtingen die anderszins als risicovol zijn aan te merken. Er zijn ook geen buisleidingen aanwezig voor het transport van gevaarlijke stoffen.

Ecologie

Goudriaan Zuidzijde en Wijngaarden-West 2e fase

  • Gebiedsbescherming

De ontwikkeling in Goudriaan ligt nabij een beschermd natuurgebied (NB-wetgebied) of de PEHS. Indien er belangrijke elementen als bomen gekapt worden die op de overgang van Goudriaan naar een beschermd gebied (NB-wetgebied of PEHS) voorkomen, dient voorafgaande aan de kapwerkzaamheden contact opgenomen te worden met de provincie Zuid-Holland. De kleinschalige ontwikkeling (4 woningen op een afstand van circa 400 m) zal geen invloed hebben op het beschermde natuurgebied of de PEHS. De ontwikkeling in Wijngaarden vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De Natuurbeschermingswet en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

  • Soortenbescherming

Indien nieuwbouw plaatsvindt, dan wel het aanpassen of de sloop van gebouwen, ingrepen in tuinen (verhardingen, bouw van schuurtjes etc.), het vergraven van watergangen of het kappen van bomen, waarbij te beschermen diersoorten worden geschaad, zal geen ontheffing nodig zijn voor de soorten uit categorie 1 waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt. De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten. Mogelijk zijn zwaar beschermde soorten zoals vleermuizen, waterspitsmuis, poelkikker, heikikker, rugstreeppad, grote modderkruiper, bittervoorn en kleine modderkruiper, dan wel vogels met een vaste nestplaats binnen het plangebied aanwezig. Indien vaste rust-, verblijfplaatsen (of voortplantingsplaatsen en/of primaire vliegroutes of primaire foerageergebieden van vleermuizen) van deze soorten aanwezig blijken (hetgeen aan de hand van veldonderzoek moet worden vastgesteld) en aangetast worden door kleinschalige toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, dan dient overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen te worden door het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen. Indien de vereiste maatregelen worden genomen zal de Flora- en faunawet de uitvoering van de ontwikkeling niet in de weg staan. Indien de vereiste maatregelen niet mogelijk zijn, dient in nader overleg met de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) bepaald te worden of het voornemen uitvoerbaar is.

Meulenbroek 22 Bleskensgraaf

In het kader van de verscherpte natuurwetgeving dient, voordat ergens ruimtelijke ingrepen plaatsvinden, te worden onderzocht of er belangrijke natuurwaarden voorkomen op een te bebouwen locatie. Op dit moment zijn op het bouwperceel een moestuin en een kleine schuur aanwezig. Er zijn ter plaatse geen bijzondere natuurwaarden aanwezig. Bestaande gegevens met betrekking tot de flora- en fauna zijn geraadpleegd bij het 'Natuurloket'. Uit de gegevens van het Natuurloket blijkt dat het perceel niet is aangewezen overeenkomstig de Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn of Natuurbeschermingswet. Er wordt op het Natuurloket melding gemaakt van enkele te beschermen zoogdieren en amfibieën, maar gezien de grootte van het kilometervak en het feit dat de Graafstroom, en de ten zuiden van de kern gelegen weilanden onderdeel van het kilometervak vormen, mag er van worden uitgegaan dat de meldingen op die natuurlijke onderdelen betrekking hebben.