Plan: | Dijkverzwaren Nieuw-Lekkerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPdijkverzwarenNLL-VG02 |
Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden, als de bodem geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht. Algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd.
In dit kader is een historisch onderzoek uitgevoerd conform NEN 2725. In het historisch bodemonderzoek is de verontreinigingsituatie per locatie beknopt weergegeven. De omvang van de verontreinigingen en de verontreinigingcontouren zijn niet bekend. Op basis van de (digitale) bodemkwaliteitskaart van de milieudienst Zuid-Holland Zuid blijkt dat de algemene bodemkwaliteit (onverdachte terreindelen) langs de dijktrajecten over het algemeen licht verontreinigd is met koper, lood, zink en PAK.
Op basis van bovengenoemde informatie is een bodemonderzoek uitgevoerd. Onderdelen van dit onderzoek zijn:
De resultaten van het bodemonderzoek zijn bijgevoegd in bijlage 6. Van de monsters is
15 % genomen op een sterk verontreinigde locaties en 14 % van de monsters is genomen op een licht verontreinigde locatie. In tabel 5.12 zijn de locaties opgenomen waar in het dijktraject matig tot sterk verhoogde gehalten zijn aangetroffen in grond en/of grondwater.
Tabel 5.12. Overzicht resultaten milieukundig bodemonderzoek
dijktraject (dijkpaal) | locatie VO | resultaten VO | omvang/vervolg | opmerkingen |
I (163-164) | V02 | grond: lood >I, zink en PAK >T | voldoende afgeperkt, omvang circa 23 m3 | veel puin, plaatmateriaal bevat asbest |
II (170-171) | V32 | grond: minerale olie >T | onvoldoende afgeperkt, omvang onbekend | puin aanwezig |
II (171-173) | V04 | grond: lood en zink >I | onbekend of voldoende is afgeperkt, omvang groter dan 25 m3: geval van bodemverontreiniging | veel puin |
II (175-176) | V05 | grond: zink >T | niet in verticale richting afgeperkt, kwaliteit ondergrond onbekend (in verband met beton) | beton in ondergrond aanwezig |
III (181-182) | V07 | grond: lood en zink >I, koper, zink en lood >T | omvang sterk verontreinigde grond is circa 35 m3, geval van bodemverontreiniging | veel puin, asbest aangetoond |
III (182-183) | V08 | grond: lood en zink >I | onvoldoende afgeperkt, omvang niet bekend | geen toestemming van bewoners voor vervolg-onderzoek |
III (186-187) | V14 | grond: lood, zink >T | onvoldoende afgeperkt, omvang niet bekend | veel puin, asbest aangetroffen |
III (188-189) | V16 | grondwater: minerale olie >T | niet afgeperkt, omvang onbekend | veel puin, asbest aangetroffen |
III (190-191) | V17 | grond: lood >T | onvoldoende afgeperkt, omvang niet bekend | verwacht: lokale verontreinigings-spot |
Het nader afperken van vervuilde grond, alsmede eventuele procedures die volgen uit de Wet bodembescherming (Wbb) daarvan, wordt door het waterschap Rivierenland opgedragen aan de aannemer. Conform artikel 6.2c van de Wabo treedt een positief besluit op onderhavige aanvraag om omgevingsvergunning niet in werking, indien het bevoegd gezag een redelijk vermoeden heeft dat ter plaatse van het bouwwerk sprake is van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in de Wet bodembescherming, dan nadat:
Conclusie
De bodemsituatie is afdoende in beeld gebracht. Bij de uitvoering van het plan dient eventueel een procedure ingevolge de Wet bodembescherming doorlopen te worden. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor het uitvoeren van het voorgenomen plan.