Dijkverzwaren Nieuw-Lekkerland

1.1 Aanleiding en doel

De waterschappen in Nederland hebben de belangrijke taak om overstromingen te voorkomen. Waterschappen doen dit door ervoor te zorgen dat de primaire waterkeringen in een goede staat van onderhoud verkeren. Primaire waterkeringen zijn dijken die het erachter liggende gebied beschermen tegen het buitenwater van onder andere de grote rivieren. Het waterschap Rivierenland voert deze taak uit in een gebied dat globaal begrensd wordt door de Nederrijn en Lek aan de noordzijde en door de Maas en Merwede aan de zuidzijde. Het beheergebied strekt zich uit vanaf de Duitse grens tot aan Kinderdijk en Dordrecht.

Waterschap Rivierenland beheert ongeveer 1.070 kilometer dijken, waarvan ongeveer
550 kilometer primaire waterkering is. Door de klimaatverandering krijgen de grote rivieren in de winterperiode te maken met grotere piekafvoeren. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel. Het gevolg hiervan is dat de druk op de rivierdijken toeneemt. Ook neemt de kans toe dat bij hoge rivierwaterstanden het water over de dijk stroomt. Daarom vindt eens per zes jaar een veiligheidsonderzoek plaats naar de hoogte en sterkte van de dijken. Een tweede veiligheidstoetsing heeft geresulteerd in de conclusie dat de dijk tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer moet worden verbeterd. Om die reden is de dijkversterking opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

De maatregelen ten behoeve van de dijkversterking zijn gedeeltelijk in strijd met de vigerende bestemmingsplannen. Middels twee nieuwe bestemmingsplannen, beoogt de gemeente Molenwaard de dijkversterking planologisch in te passen. Dit rapport voorziet in de toelichting van het bestemmingsplan in de voormalige gemeente Nieuw-Lekkerland. De gemeente Nieuw-Lekkerland en Liesveld zijn samen met Graafstroom per 1 januari 2013 gefuseerd tot de gemeente Molenwaard.