direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Dijkverzwaren Nieuw-Lekkerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BPdijkverzwarenNLL-VG02

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke activiteiten zoals het openbaar bestuur, nutsbedrijven, dienstverlening van overheidswege, godsdienstuitoefening, onderwijs, medische, sociale en culturele activiteiten en daarmee vergelijkbare niet-commerciële activiteiten;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
  • d. wegen, paden, parkeervoorzieningen en verhardingen;
  • e. tuinen en erven;
  • f. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', keldergraven;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming;

met dien verstande dat:

  • d. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gronden binnen het bouwvlak mogen volledig worden bebouwd, tenzij door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 4 m, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte' anders is aangegeven;
  • c. de gebouwen moeten aaneen of met een onderlinge afstand van ten minste 3 m worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van gebouwen ten dienste van de begraafplaats bedraagt ten hoogste 40 m²;
  • e. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 50 m2 met een goothoogte van maximaal 3 m.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.