Plan: | Dijkverzwaren Liesveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPdijkverzwarenLSV-VG02 |
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. In de SVIR schetst het kabinet hoe Nederland in 2040 eruit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet de volgende drie Rijksdoelen geformuleerd:
Eén van de nationale belangen is waterveiligheid. Het Rijk beschermt en stelt de normen voor de primaire waterkeringen. De staat van de primaire keringen wordt in een meerjaarlijkse toetsing in beeld gebracht. In het Deltaprogramma worden de opgaven voor de primaire keringen voor de korte en lange termijn inzichtelijk gemaakt. Het Rijk is samen met de waterschappen verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Eén van de opgaven van nationaal belang in de zuidvleugel/Zuid- Holland is de versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma).
Het versterken van de primaire waterkering tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer sluit goed aan op de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. De AmvB Ruimte is het inhoudelijke beleidskader van de rijksoverheid waaraan bestemmingsplannen van gemeenten moeten voldoen. Daarnaast kan in de AmvB Ruimte provincies opgedragen worden bepaalde thema's verder uit te werken of te borgen in een provinciale verordening, waar de gemeente zich wederom aan dient te houden bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Inhoudelijk kan het daarbij gaan om nationale belangen die samenhangen met het beschermen van ruimtelijke functies zoals de grote rivieren en primaire waterkeringen in en buiten het kustfundament. Op een later moment wordt het besluit aangevuld met voorschriften over onder meer de primaire waterkeringen buiten het kustfundament.
In titel 2.4 van het Barro over de grote rivieren zijn de algemene rivierkundige voorwaarden, waaraan toe te laten (bouw)activiteiten in het rivierbed altijd moeten voldoen, verwoord. Tevens wordt hierin de aanleg of wijziging van waterstaatkundige kunstwerken, waaronder een waterkering, mogelijk gemaakt. Onderhavig plan ligt nabij het stroomvoerend deel van het rivierbed en heeft als doel het borgen van de veiligheid tegen overstromingen. De voorgenomen dijkversterking is daarmee niet in strijd met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan op basis van de Waterwet vastgesteld. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Het plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009- 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water.
De voorgenomen dijkverbetering heeft tot doel overstromingen te voorkomen. Onderhavig plan sluit hiermee goed aan op het Nationaal Waterplan.
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) richt zich op de waterkeringen die niet voldoen aan de normen van veiligheid, maar niet zijn opgenomen in andere programma's. In het programma staan ongeveer 100 maatregelen om de waterkeringen te versterken. Daarbij gaat het om bescherming tegen de zee, maar ook tegen de rivieren.
Het dijkversterkingsproject Kinderdijk-Schoonhovenseveer is opgenomen in het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma van het Rijk.