direct naar inhoud van 2.3 Cultuurhistorie
Plan: Dijkverzwaren Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BPdijkverzwarenLSV-VG02

2.3 Cultuurhistorie

De Alblasserwaard is één van de gebieden dat is aangewezen als Belvedèregebied en als TOP- gebied volgens de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid- Holland. De Alblasserwaard heeft de typische kenmerken van de laagveenontginningen met een open veenweidelandschap. De Alblasserwaard is doorsneden met zeer lange lintvormige ontginningsassen. Kenmerkend voor deze ontginningsassen is de dubbele lintstructuur met de veenstroom of wetering in het centrum. Min of meer loodrecht op de ontginningsassen liggen de lange smalle percelen aan de achterkant begrensd door een (achter)wetering en/of kade. Deze verkaveling is ook in het buitengebied van Liesveld nog zeer herkenbaar aanwezig. De fysieke dragers worden gevormd door de algemene kenmerken van de laagveenontginningen, zoals de donken en het stelsel van weteringen en sloten, het
kreekruggensysteem in het westen van de Alblasserwaard, de huisterpen, de langgerekte dubbele bebouwingslinten, met de waardevolle boerderijen, en tenslotte de openheid van het landschap ten opzichte van de dichte lintbebouwing.

De te beschermen landschappelijke en cultuurhistorische waarden bestaan onder andere uit de openheid van het landschap, de verkavelingstructuur, de slotenpatronen en de verspreid in het gebied liggende monumentale boerderijen.

Al met al, geeft de status Belvedèregebied en provinciaal TOP- gebied van de Alblasserwaard aan dat het gebied landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol is. Het gaat daarbij om de structuur van waterlopen, linten, kades, dijken en weteringen en de bebouwings- en beplantingspatronen voor zover deze de landschappelijke hoofdstructuur versterken en accentueren. Verder zijn ook de openheid, het graslandkarakter en het fijnmazige slotenpatroon karakteristiek voor dit gebied. Nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden in het gebied, maar dienen rekening te houden met en bij voorkeur bij te dragen aan het behoud van de genoemde kenmerken.