direct naar inhoud van Regels

Verzamelplan 2012

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1926.bp00120073-4001

Artikel 13 Wonen

 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen, met inbegrip van beroep aan huis;

  2. tuinen, binnenplaatsen en parkeren ter plaatse van de aanduiding 'tuin'.

 

13.2 Bouwregels

 

13.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.

 

13.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 13.2.1, gelden de volgende bepalingen:

 

woningen

  1. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, met de voorgevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens;

  2. in afwijking van het bepaalde onder a. mag ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal woningen’:

  1. het totale bouwvolume mag niet meer dan 2.400 m3 bedragen;

  2. de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 6 m en 9 m bedragen;

  1. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd op de hierna aangegeven wijze:

 

bouwwijze

ter plaatse van de aanduiding

alle woningen uitsluitend aaneen, in niet gestapelde vorm

'aaneengebouwd'

vrijstaand

'vrijstaand'

 

  1. binnen een bouwvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde woningen de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen;

  2. de goothoogte en de bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;

  3. in afwijking van het bepaalde onder e mag de bouwhoogte van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw 1' meer bedragen dan de onder e toegestane bouwhoogte, waarbij uitsluitend sprake mag zijn van het onder dezelfde dakhellinghoek doortrekken van het bestaande dakvlak tot aan de naar de weg gekeerde gevel van de woning;

  4. een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien betreffende de daarbij behorende parkeervoorzieningen wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende bijlage 2 Nota parkeernormen.

 

bijbehorende bouwwerken

  1. bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn;

  2. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer bedragen dan:

  1. 50% van de gezamenlijke oppervlakte van de bij die woning behorende gronden, buiten het bouwvlak, en gronden die als 'Tuin' zijn aangewezen;

  2. doch niet meer dan 50 m²;

  1. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 2,7 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 3,5 meter doch in ieder geval niet meer dan 0,25 m boven de bouwvloer van de 1e verdieping van het hoofdgebouw;

  2. in afwijking van het bepaalde onder h., i. en j., mogen bestaande bijbehorende bouwwerken, zoals bestaande erkers en ingangspartijen aan woningen, bergingen en carports, uitsluitend op dezelfde plaats en in ten hoogste dezelfde omvang opnieuw worden gebouwd;

  3. in afwijking van het bepaalde onder j., mag ter plaatse van de aanduiding 'afwijkende hoogte bijgebouw' de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 m;

 

andere bouwwerken

  1. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

 

bouwwerken

max. bouwhoogte

pergola’s:

3 m

erf- of perceelafscheidingen – 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw

2 m

overige erf- of perceelafscheidingen:

1 m

overige andere bouwwerken:

3 m

 

brutovloeroppervlakte beroep aan huis

  1. De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in lid 13.3.1, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m².

 

13.3 Afwijken van de gebruiksregels

 

13.3.1 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 13.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:

  1. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van een beroep aan huis als bedoeld in sublid 13.2.2, onder n., niet meer bedraagt dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m²;

  2. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt,

  3. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;

  4. de bedrijfsactiviteiten door hun aard, omvang en visuele aspecten, het woonkarakter van de woning en het milieu van de omgeving niet onevenredig aantasten, en

  5. voor het autoparkeren zijn normen gesteld, waaraan voldaan moet worden. Met betrekking tot het aantal benodigde autoparkeerplaatsen wordt verwezen naar de van deze regels deel uitmakende bijlage 2 Nota parkeernormen.

 

13.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden onbebouwde gronden als bedoeld in lid 13.1, behoudens ter plaatse van de aanduiding ‘parkeren toegestaan’, te gebruiken voor het parkeren van auto’s.