Plan: | Boezem Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp000150097-4001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Boezem Oost van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.bp000150097-4001 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het niet tot het hoofdgebouw behorende bebouwing laten bewonen door 1 of meer personen die ondersteuning of verzorging kunnen krijgen van het in het bijbehorende hoofdgebouw woonachtige huishouden;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van paardenhouderij, paardenfokkerij en manege;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
inrichting waar de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, handel, vervoer of nijverheid plaatsvindt;
het in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, bedrijfsmatig
een gebouw ten dienste van en behorende bij een bedrijf, instelling of voorziening, niet zijnde een bedrijfs- of andere woning;
de brutovloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist, kapper en pedicure, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie;
verblijfplaats van plant- en diersoorten, waar bij verstoring, vernietiging en soortgelijke activiteiten de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet worden overtreden; in dit plangebied gaat het vooral om de volgende plant- en diersoorten: steenbreekvaren en tongvaren, respectievelijk gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis;
bebouwing, situatie, maat, zoals dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een in het Besluit externe veiligheid inrichtingen bedoelde inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken doordat risicobronnen op de betreffende bedrijfslocatie buiten de perceelsgrenzen een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
Voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak);
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
een dakkapel is een uitspringend dakvenster, aangebracht op het hellende dakvlak en aan alle zijden omgeven door het betreffende dakvlak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan worden een horecabedrijf alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop en aflevering ter plaatse aan consumenten plaats vindt, niet als detailhandel aangemerkt;
detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen en detailhandel die zich uit het oogpunt van ruimtelijke ordening niet onderscheidt van de hiervoor genoemde detailhandel, een en ander met uitzondering van grootschalige meubelbedrijven;
het beroepsmatig verlenen van diensten waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:
netwerk van leefgebieden en verbindingszones ten behoeve van de duurzame instandhouding van populaties van plant- en diersoorten;
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een winkel voor kleine en snelle aankopen met een beperkt assortiment van dagelijkse of direct te gebruiken artikelen;
bebouwing waarbij het hoofdgebouw onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf, dat vermeld is in de bij dit plan behorende Staat van Horecabedrijven, waarvan de hoofdactiviteit één of meer van de volgende activiteiten is:
Een persoon of groep van personen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;
educatieve, informatieve, levensbeschouwelijke, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, al dan niet voorzien van een zandbed en/of een omheining.
een bedrijf dat uitsluitend gericht is op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij, waarbij het africhten van en de handel in paarden in ondergeschikte mate plaatsvindt. Onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardrijactiviteiten, paardrijschool en manege;
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
het punt waarvanuit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
de Staat van Horeca-bedrijven die als bijlage van deze regels deel uitmaakt;
de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge-, als de digitale wijze verstaan;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
de lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet in de perceelsgrens zijn gebouwd;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit., waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater;
een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
bouwwerk in de vorm van een boom, waarbij de boomkroon bestaat uit zonne-cellen, ten behoeve van duurzame energievoorziening.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Tot een verboden gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in lid 3.3.2 is niet van toepassing voor zover het betreft:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) over te gaan tot het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
Het in lid 3.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 3.1 genoemde doeleinden ontstaat of kan ontstaan.
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfactiviteiten zijn aangeduid als categorie: |
ter plaatse van de aanduiding: |
1 of 2 | bedrijf tot en met categorie 2 |
1, 2 of 3,1 | bedrijf tot en met categorie 3.1 |
1,2, 3.1 of 3.2 | bedrijf tot en met categorie 3.2 |
1,2, 3.1, 3.2 of 4.1 | bedrijf tot en met categorie 4.1 |
1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 of 4.2 | bedrijf tot en met categorie 4.2 |
Bedrijven: | ter plaatse van de aanduiding: |
dienstverlening | 'dienstverlening' |
een zelfstandige horecavestiging uit ten hoogste categorie 2 van de bij deze regels behorende Staat van Horecabedrijven, met een brutovloeroppervlakte van maximaal 1.500 m2 per vestiging | 'horeca' |
sportscholen / fitnesscentra | 'sportschool' |
één brandstofservicepunt met een maximale perceelsoppervlakte van 5.000 m2, bestaande uit opslag en verkoop van motorbrandstoffen (exclusief LPG) en daaraan ondergeschikte en daarmee samenhangende detailhandel | 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' |
detailhandel in volumineuze goederen | 'detailhandel volumineus' |
uitsluitend een tuincentrum | 'tuincentrum' |
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en ander masten: | 8 m |
zonnebomen | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen op of rond een terrein met daarop een gebouw | 3 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.2, onder b, voor het realiseren van een bebouwingspercentage kleiner dan 30%, mits aangetoond is dat het rioolsysteem dit aankan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 5 Nota parkeernormen.
De maximale breedte van een in- en uitrit bedraagt 7 m gemeten op de erfgrens. Een bredere in- en uitrit en/of het realsieren van meerdere in-/uitritten is alleen toegestaan als aangetoond is dat dit voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 4.1,onder a.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de realisatie van ten hoogste 3 vrijstaande woningen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, waaronder begrepen geluidwerende voorzieningen, bruggen, duikers, onder- en bovengrondse containers voor huishoudelijke afvalstoffen en fietsenstallingen en -rekken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
Bouwwerken | max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en andere masten | 8 m |
erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
geluidwerende voorzieningen | 6 m |
speeltoestellen | 6 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 6.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en ander masten: | 8 m |
Pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1 is het parkeren van auto's uitsluitend toegestaan waar een in- of uitritvergunning is verleend.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
gebouwen | - | 3 m |
lichtmasten en andere masten | - | 10 m |
informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | - | 10 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1, mag niet meer dan 3 m bedragen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van beroep aan huis.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen
bijbehorende bouwwerken
Andere bouwwerken
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
Pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
brutovloeroppervlakte beroep aan huis
Het bevoegd gezag kan, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in lid 10.4.1, een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 voor realisatie van een gebouw met een maximale oppervlakte van 150 m2 bvo, een maximale goothoogte van 4 m en een maximale bouwhoogte van 6 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 10.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In zoverre in afwijking van het overigens in deze regels bepaalde met betrekking tot het bouwen mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, andere bouwwerken ten behoeve van de in dat lid aangegeven doeleinden worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 18 (Algemene procedureregels), nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken die krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen worden gebouwd, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de in lid 11.1 bedoelde waarden en belangen.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 11.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 11.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in lid 11.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
In afwijking van het overige in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 12.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
De inrichting en het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 12.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen,, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfactiviteiten als volgt wijzigen:
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende Bijlage 4 Inrichtingen wet geluidhinder wijzigen, ter verwerking van wijzigingen van het Besluit algemene bepalingen omgevingsrecht (Bor).
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Boezem Oost van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.