Oostland - Pijnacker
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.1926.bp000120068-4001 |
Artikel 19 Waterstaat - Waterkering
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Bouwen ten behoeve van de bestemming
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bruggen, duikers, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
19.2.2 Bouwen ten behoeve van de andere bestemmingen
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 19.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
19.3 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1, toegestaan voorzieningen, geen bouwwerk zijnde, en gebruiksvormen ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 19.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;
het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
19.4.2 Uitzonderingen
Het in sublid 19.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
in het kader van het normale beheer en onderhoud;
in het kader van het uitvoeren van een bouwplan als bedoeld in sublid 19.2;
waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.
19.4.3 Toelaatbaarheid
Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 19.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en de functie van de waterkering;
ter zake daarvan vooraf advies van de beheerder van de waterkering is ingewonnen.