Oostland - Pijnacker
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.1926.bp000120068-4001 |
Artikel 8 Recreatie - Natuurgebied
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Natuurgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
extensieve openluchtrecreatie;
instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
instandhouding en ontwikkeling van watergangen, sloten en andere waterpartijen, en kades;
waterberging ter plaatse van de aanduiding 'waterberging';
schooltuinen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schooltuin';
fiets- en voetpaden;
een erftoegangsweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg'
parkeervoorzieningen ten behoeve vanhet recreatieve gebruik;
groenvoorzieningen;
watergangen, ecoducten, faunapassages, bruggen en duikers;
nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Toegestane bouwwerken
Op en in gronden als bedoeld in lid 8.1 mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van schooltuinen en andere bouwwerken worden gebouwd, waaronder begrepen bruggen, duikers, erf- of perceelafscheidingen, windmolens ten behoeve van waterbeheer en andere bijbehorende voorzieningen.
8.2.2 Bouwen
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schooltuin' mag de oppervlakte niet meer dan 20 m² bedragen.
De bouwhoogte van de hierna genoemde bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij is aangegeven:
bouwwerken |
max. goothoogte |
max. bouwhoogte |
gebouwen ten behoeve van schooltuinen |
- |
2,5 m |
windmolen ten behoeve van het waterbeheer |
- |
10 m |
lichtmasten, verkeerstekens en wegwijzers |
- |
6 m |
overige andere bouwwerken |
- |
2 m |
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.2, ten behoeve van de bouw van gebouwen zoals schuilgelegenheden en bergingen, mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de natuur- en landschapswaarden niet worden aangetast, waarbij:
de oppervlakte van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 30 m² tot een gezamenlijke oppervlakte van 150 m².
de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m.
8.4 Specifieke gebruiksregels
In de gronden ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' dienen waterbergende voorzieningen te worden aangelegd ten behoeve van waterberging met een oppervlakte van minimaal 2,6 ha.
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd;
het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,50 m onder maaiveld;
het aanleggen, dempen of wijzigen (van oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit) van waterlopen, sloten en greppels;
het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering;
het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
het aanleggen of aanplanten van hoger dan 1,5 m opgaand of dieper dan 0,40 m onder maaiveld wortelend houtgewas met agrarische productiefunctie;
het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden;
het verwijderen van onverharde wegen of paden;
het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen, of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m² per perceel.
8.5.2 Uitzonderingen
Het in lid 8.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.5.3 Toelaatbaarheid
De in lid 8.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de natuur en landschappelijke waarden. Indien de vergunning ziet op een wijziging in de waterhuishouding wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij het Hoogheemraadschap.