direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doel
Plan: Duurzame Glastuinbouwgebieden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.62112-4003

1.1 Aanleiding en doel

1.1.1 Aanleiding

De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft Amer gevraagd om een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de duurzame glastuinbouwgebieden. In januari 2008 is beleidsplan Glastuinbouw opgesteld (raad januari 2008). In het beleidsplan zijn gebieden aangewezen waar op duurzame wijze glastuinbouw moet gaan renderen. Echter voor drie van deze gebieden is het mogelijk dat de functie glas op de lange termijn (na 2025) wordt gewijzigd in een andere (stedelijke) functie gerelateerd aan de dorpskern. In de toelichting op het bestemmingsplan wordt een visie gegeven op de gebieden. Daarbij is aandacht besteed aan de bebouwing in de linten, de infrastructuur, het groen, het water en de herschikking van bedrijven, woningen en gronden. Deze gebiedsspecifieke visies zijn mede basis voor het nieuwe bestemmingsplan.

In eerste instantie was het de bedoeling om ook het gebied Pijnacker-Oost in het bestemmingsplan op te nemen. Echter, voor dit gebied wordt een apart bestemmingsplan opgesteld. Het Rijk heeft in het uitvoeringsprogramma voor de Nota Ruimte een aantal projecten geselecteerd, waaronder het project Mooi en Vitaal Delfland. Het gebied Pijnacker-Oost wordt daarin in samenhang met de Voorafsche Polder in Lansingerland en de Groenzone Berkel-Pijnacker expliciet genoemd. Momenteel bevindt dit project zich in voorbereidende fase. Aangezien het project op dit moment ruimtelijk nog niet voldoende duidelijkheid biedt en de financiƫle mogelijkheden nog worden onderzocht, is gekozen om dit gebied niet op te nemen in voorliggend bestemmingsplan.

1.1.2 Doel

Het doel is het vaststellen van een nieuw, actueel en digitaal bestemmingsplan, dat primair is opgezet als beheerregeling, maar waarin ook de herstructurering van de glastuinbouw mogelijk wordt gemaakt. Het bestemmingsplan wordt gebaseerd op een visie van het plangebied (zie hoofdstuk 4) en dient voorwaarden te scheppen voor de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor alle deelgebieden.
In het plan wordt voor wat betreft de ontwikkelingskansen een ruimtelijke ontwikkelingsschets opgesteld, waarin gebiedskaders per deelgebied worden geformuleerd.