direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
Plan: Duurzame Glastuinbouwgebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.62112-0002

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. glastuinbouwbedrijven,
  • b. erftoegangs- en overige wegen, niet zijnde gebiedsontsluitingswegen, met dien verstande dat erftoegangswegen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aansluiting erftoegangsweg' mogen aansluiten op gebiedsontsluitingswegen,
  • c. watergangen en waterpartijen,
  • d. groenvoorzieningen, en
  • e. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. kassen en andere bedrijfsgebouwen, waaronder begrepen warmte-krachtkoppelingsinstallaties en transformatoren,
  • b. ten hoogste één bedrijfswoning met daarbij behorende aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', en
  • c. andere bouwwerken, waaronder begrepen warmteopslagtanks, watersilo's, waterbassins, bruggen, duikers, erf- of perceelafscheidingen, bij wegen behorende lichtmasten, verkeerstekens en andere bij wegen behorende voorzieningen.
4.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen, watersilo's, warmteopslagtanks en waterbassins mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van gebouwen en warmteopslagtanks tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b, mag de afstand van kassen en andere bedrijfsgebouwen tot de bestemmingsgrens met de bestemming 'Wonen' niet minder dan 7 m bedragen;
  • d. de afstand van waterbassins tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • e. de gezamenlijke inhoud van een bedrijfswoning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • f. aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 3 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende bedrijfswoning;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van bij een bedrijfswoning behorende omgevingsvergunningplichtige aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, onverminderd het bepaalde onder e;
  • h. van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag de goothoogte niet meer bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m; van aan- of uitbouwen mag de bouwhoogte in ieder geval niet meer bedragen dan 0,25 m boven de bouwvloer van de eerste verdieping;
  • i. de goothoogte en bouwhoogte van de hierna genoemde bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij is aangegeven:
bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
kassen en andere bedrijfsgebouwen   8 m   -  
bedrijfswoningen   6 m   9 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein waarop een gebouw staat   -   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   -   1 m  
waterbassins voor de voorgevelrooilijn   -   1 m  
waterbassins achter de voorgevelrooilijn   -   2 m  
warmteopslagtanks   -   12 m  
overige andere bouwwerken   -   10 m  
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
4.3.1 Afwijking andere agrarische bedrijvigheid als ondergeschikte nevenactiviteit

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van de uitoefening van andere agrarische bedrijvigheid dan glastuinbouw, zoals viskwekerij, als ondergeschikte nevenactiviteit van het glastuinbouwbedrijf, mits:

  • a. het glastuinbouwbedrijf naar bedrijfsvoering en omvang de overwegende bedrijfsactiviteit blijft, en
  • b. aan de hand van een deugdelijk bedrijfsplan, ter zake waarvan het advies van een onafhankelijke agrarische deskundige is ingewonnen, is aangetoond dat de aangevraagde andere agrarische bedrijvigheid uit oogpunt van duurzame bedrijfsvoering past bij het glastuinbouwbedrijf.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
4.4.1 Wijziging verplaatsing bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien behoefte bestaat aan verplaatsing van de bedrijfswoning, de aanduiding 'bedrijfswoning' elders binnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' op de gronden van het betreffende glastuinbouwbedrijf aan te geven, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de aanduiding 'bedrijfswoning' mag niet dichter bij de aangrenzende verkeersbestemmingen worden aangegeven;
  • b. vast dient te staan dat de bedrijfswoningen en daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de oorspronkelijke aanduiding 'bedrijfswoning' worden gesloopt;
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag per geval niet worden vergroot;
  • d. de wijziging mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast.
4.4.2 Wijziging naar 'Wonen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat:

  • een bedrijfswoning niet meer als bedrijfswoning dienst doet,
  • de in lid 4.1 bedoelde bedrijfsactiviteiten ter plaatse niet meer worden uitgeoefend en
  • de gronden, behoudens de bij de bedrijfswoning behorende gronden, zijn verkocht ten behoeve van schaalvergroting en/of herstructurering van glastuinbouw,

de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en de als tuin of erf bij die woning behorende gronden, waaronder begrepen de gronden tussen die aanduiding en de weg, te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. wijziging is uitsluitend toegestaan indien bij elk glastuinbouwbedrijf dat bij de wijziging is betrokken, ten minste één bedrijfswoning aanwezig blijft;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' wordt een bouwvlak aangeduid;
  • c. het aantal woningen mag per geval niet worden vergroot;
  • d. vooraf dient vast te staan dat alle kassen en overige voormalige bedrijfsgebouwen zonder cultuurhistorische waarde binnen het nieuwe vlak met de bestemming 'Wonen' worden gesloopt, met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen die als bijgebouwen bij de woningen worden aangemerkt en voldoen aan de oppervlaktebepalingen genoemd in artikel 16 (Wonen);
  • e. de wijziging naar de bestemming 'Wonen' mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven, waaronder begrepen de bij schaalvergroting en/of herstructurering betrokken bedrijven, onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast.
4.4.3 Wijziging goothoogte kassen en andere bedrijfsgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor zover betreft het bepaalde in sublid 4.2.2, onder i, ten aanzien van de maximum goothoogte van kassen en andere bedrijfsgebouwen, ten behoeve van het bouwen van kassen en andere bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 10 m, voor zover daaraan behoefte bestaat vanwege een doelmatige bedrijfsvoering, gericht op meervoudig ruimtegebruik of op een optimale klimaatbeheersing, mits daardoor omliggende bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast.

4.4.4 Wijziging afstand bouwwerken en waterbassins tot zijdelingse perceelsgrens

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de minimum afstand tot de zijdelingse perceelgrens respectievelijk tot de bestemmingsgrens met de bestemming 'Wonen' als voorgeschreven in:

  • a. sublid 4.2.2, onder b (gebouwen en warmteopslagtanks),
  • b. sublid 4.2.2, onder c (kassen en andere bedrijfsgebouwen),
  • c. sublid 4.2.2, onder d (waterbassins),

per aangevraagde wijziging kan worden gesteld op minimaal 1 m, mits:

  • 1. is aangetoond dat daardoor de omliggende bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;
  • 2. is aangetoond dat deze verkleining van de afstand vanwege een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • 3. is aangetoond dat de wijziging, in geval van verkleining van de afstand tot de bestemming 'Wonen', in vergelijking met de situatie vóór wijziging geen nadelige gevolgen heeft voor het woon-en leefklimaat ter plaatse van de betreffende woning;
  • 4. daardoor de afstand tussen kassen en woningen binnen de bestemming 'Wonen' nergens minder dan 12,5 m kan bedragen.
4.4.5 Wijziging naar 'Water'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat binnen een bestemmingsvlak behoefte bestaat aan een watergang of waterpartij als oppervlaktewater, de in dat vlak geldende bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' te wijzigen in de bestemming 'Water'.

4.4.6 Wijziging naar 'Bedrijf' met aanduiding 'nutsvoorziening'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien behoefte blijkt te bestaan aan een schakelstation ten behoeve van een nutsbedrijf, de op de betreffende gronden geldende bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' als bedoeld in artikel 6, met de aanduiding `'nutsvoorziening'', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor de beoogde bebouwing wordt een bouwvlak aangeduid met een maximum van 120 m²;
  • b. de wijziging mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven, waaronder begrepen de bij schaalvergroting en/of herstructurering betrokken bedrijven, onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast.