direct naar inhoud van 6.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Achthuizen-Langstraat-Zuidzijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.OFLAchthLstrZz10-BP50

6.1 Ruimtelijke structuur

Het beleid in het plangebied is gericht op het behoud, en waar mogelijk versterking, van de bestaande ruimtelijke structuur. Dit wordt bereikt door de huidige situatie vast te leggen en (ruimtelijke) kaders te bieden waarbinnen nieuwe bouwinitiatieven (ontwikkelingen) zijn toegestaan.

De ruimtelijke structuur wordt grotendeels bepaald door de structuur van dijken met de lintbebouwing en de planmatig opgezette woonwijken van latere datum. In een groot gedeelte van het plangebied staan de hoofdgebouwen op kavels aan of op de dijken. Door de onbebouwde ruimten tussen de woningen zijn de woningen gelegen in een groene setting. Deze groene setting wordt versterkt door het aangrenzende landelijk gebied en de aanwezige bijzondere flora op de dijken. Deze dragen bij aan het totale groene karakter van het gebied en vormen een verwijzing naar de historie. De structuur van de (onderdijkse) woonwijken wordt bepaald door de planmatige opzet. De hoofdgebouwen zijn hier in dezelfde rooilijn in een regelmatig patroon gebouwd.

In het plangebied vinden enkele ontwikkelingen plaats, waarvan de uitbreiding tussen de Achthuizensedijk en de Zandweg het grootste is. Hier is een woonzorgcomplex voorzien van 24 wooneenheden. Daarnaast worden met wijzigingsbevoegdheden aanvullend 62 woningen mogelijk gemaakt. Hiermee wordt deels voorzien in de toenemende vraag naar woningen binnen het plangebied en de gemeente als geheel. Bovendien biedt het de mogelijkheid om het vrachtverkeer uit de kern te verminderen. Tevens zijn er elders in het plangebied, verspreid over de drie kernen, nog enkele bouwmogelijkheden ten behoeve van woningbouw. Het beleid is erop gericht om deze mogelijkheden te behouden.

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen de specifieke karakteristieken en kenmerken van de situering van lintbebouwing en/of de planmatige opzet als leidraad. Hetzelfde geldt voor kleinschalige ontwikkelingen, zoals mogelijkheden voor het uitbreiden of vervangen van bestaande woningen en andere gebouwen. De daaruit voortvloeiende randvoorwaarden zijn juridisch-planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan.

Gelet op de historie van het gebied verdienen de aanwezige cultuurhistorische waarden in het plangebied bijzondere aandacht. Uitgangspunt is dat de uiterlijke vormgeving van monumenten wordt beschermd, maar dat ook het cultuurhistorisch waardevolle karakter van de bebouwingslinten blijft behouden. De doorzichten naar het achterliggende landelijk gebied verdienen bij nieuwe ontwikkelingen in het lint een punt van aandacht.