direct naar inhoud van Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Oostflakkee
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42

Artikel 31 Algemene aanduidingsregels

31.1 Veiligheidzone - lpg
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' zijn geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan als bedoeld in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) zoals deze gelden ten tijde van de tervisielegging van dit plan.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.1 sub a, indien dit op grond van een verantwoording van het groepsrisico verantwoord is.
31.2 Vrijwaringszone - molenbiotoop

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop ' de volgende regels:

  • a. binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht of mag geen beplanting aanwezig zijn hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht of mag geen beplanting aanwezig zijn met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • c. het bevoegd gezag kan afwijken van dit lid onder a en b, indien:
    • 1. er sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt zijn door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt, óf:
    • 2. zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd;
  • d. indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m c, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
31.3 Milieuzone - geurzone

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' is het niet toegestaan nieuwe geurgevoelige functies op te richten.

31.4 Ecologische verbindingszone

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingszone' zijn de gronden mede aangewezen voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.

31.4.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 31.4 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen van meer dan 100 m²;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het verwijderen van beplanting.
31.4.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.