direct naar inhoud van Artikel 9 Natuur - 1
Plan: Oudeland en Oude Nieuwland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.GDROlenOnl2013-BP30

Artikel 9 Natuur - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van de aan de bossen, houtwallen, zandwallen, duinen, duingraslanden, zandplaten, slikken, schorren, oevervegetaties, poelen en water eigen zijnde natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden;

alsmede voor:

  • b. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  • c. waterberging;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - poel': het behoud en/of herstel van ter plaatse aanwezige poelen en de daaraan eigen landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • e. extensieve agrarische bedrijfsvoering;
  • f. extensieve dagrecreatie;
  • g. voetpaden.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van een schuilstal ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' onder de voorwaarde dat de maten van de bestaande schuilstal ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan als maximale maten gelden;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b zijn bouwwerken niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - poel'.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur - 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren;
  • b. het verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie, waaronder begrepen het winnen van bosstrooisel en het scheuren of frezen van natuurlijke graslandvegetaties;
  • c. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;
  • f. het verrichten van exploratieboringen en andere onderzoekingen naar bodemschatten, alsmede het slaan van waterputten of -bronnen ten behoeve van de drinkwaterwinning;
  • g. het bebossen of aanbrengen van kruidachtige of houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid;
  • h. het aanleggen van gesloten drainagesystemen;
  • i. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en kaden;
  • j. het aanleggen van bezinkvijvers;
  • k. het bestrooien of bespuiten van de gronden met chemische bestrijdingsmiddelen;
  • l. het verrichten van (proef)boringen en/of het winnen van grondstoffen of delfstoffen (zand daaronder begrepen en het verrichten van seismografisch onderzoek op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - poel'.

9.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 9.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

9.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.