direct naar inhoud van Artikel 33 Water - Natuur
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.Buitengebied11-BP40

Artikel 33 Water - Natuur

33.1 Bestemmingsomschrijving
33.1.1 Algemeen

De voor Water - Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. natuurontwikkeling;
  • c. waterhuishoudkundige en waterstaatkundige doeleinden;
  • d. aan de gronden eigen zijnde natuurwaarde, landschappelijke en cultuurhistorische waarde; kunstwerken, bruggen voor langzaam verkeer;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zoals een duiker, waterinlaat, syphon en een sluis;
  • f. overige voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • g. kunstwerken;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. recreatief medegebruik.
33.1.2 Windturbinepark

Ter plaatse van de aanduiding 'windturbinepark' zijn de gronden tevens bestemd voor een windturbinepark.

33.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 33.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat

33.2.1 Gebouwen

gebouwen niet zijn toegestaan.

33.2.2 Windturbines

in afwijking van het bepaalde in lid 33.2.1. ter plaatse van de aanduiding 'windturbinepark' maximaal 7 windmolens mogen worden gebouwd waarvan de bouwhoogte van de mast niet meer bedraagt dan 80 m en de toprotorhoogte niet meer bedraagt dan 125 m.;

33.2.3 Andere bouwwerken

de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2 voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van routegebonden recreatie, waarbij:

  • a. het voorzieningen mogen betreffen voor kanovaren, rust- en verblijfspunten, informatiepanelen;
  • b. de bouwhoogte van de andere bouwwerken niet meer dan 2 m mag bedragen.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.4.1

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 33.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanleggen of verharden van (kavelwegen) of paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • b. het ontgronden, bodemverlagen, afgraven of ophogen;
  • c. het bebossen van gronden;
  • d. het wijzigen van het profiel van sloten, dan wel het graven of dempen hiervan;
  • e. het blijvend omzetten van grasland in bouwland;
  • f. het aanleggen van transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
33.4.2

Het bepaalde in lid 33.4.1 is niet van toepassing:

  • a. op normale onderhoudswerken gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige gebieden;
  • b. werken en/of werkzaamheden ten behoeve van extensieve recreatief medegebruik;
  • c. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van ruimtelijke ordening van niet-ingrijpende betekenis zijn.
33.4.3

Een vergunning als bedoeld in lid 33.4.1 wordt uitsluitend verleend indien de natuurwaarden en de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen leidt tot de conclusie dat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden in redelijkheid niet kan worden geweigerd.

33.4.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 33.4.1 advies in bij een deskundige voor natuur en/of andere terzake deskundigen.