Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.lg2011-0010 |
Het voorliggende bestemmingsplan betreft een nieuw bestemmingsplan voor nagenoeg het gehele buitengebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het buitengebied ligt tussen de gemeenten Leiden, Voorschoten, Den Haag en Zoetermeer en wordt doorkruist door de Rijksweg A4. In paragraaf 1.2 zijn de gebieden opgenomen, die geen deel uitmaken van dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is overwegend concerverend, maar biedt mogelijkheden voor verbrede landbouw en recreatie.
Het grootste gedeelte van het buitengebied ligt ten zuiden van de Rijksweg A4 (Stompwijk) en bevat voornamelijk agrarische gronden. Voor dit deel van het buitengebied geldt het bestemmingsplan Landelijk gebied 2001, waaraan Gedeputeerde Staten eind 2003 gedeeltelijk goedkeuring hebben onthouden. Het juridisch-planologisch kader voor het buitengebied ligt verder versnippert in verschillende bestemmingsplanregelingen (zie paragraaf 1.4). Deze versnippering is vooral ontstaan door partiƫle herzieningen en uitwerkings-/wijzigingsplannen in de loop der jaren. Door de hoeveelheid en diversiteit aan regelingen, ontbreekt er eenduidigheid. Veel van deze bestemmingsplanregelingen zijn bovendien sterk verouderd en sluiten niet goed op elkaar aan. Dit geldt in het bijzonder voor het deel van het buitengebied, gelegen ten noorden van de Rijksweg A4. Dit stukje buitengebied bevat zowel agrarische gronden, als recreatiegebieden (Leidschendammerhout en Vlietland), al dan niet in combinatie met natuurontwikkeling. Eerst maakte het gebied deel uit van het in 2000 ter inzage gelegde voorontwerpbestemmingsplan Vlietland en Leidschendammerhout. Dit voorontwerp is destijds echter, mede door de vele reacties daarop en de verschillende ontwikkelingen die daar speelden, niet verder in procedure gebracht. Besloten is alleen voor het noordoostelijk deel van het recreatiegebied Vlietland, waar nieuwe sport-, recreatie- en verblijfvoorzieningen worden gecreƫerd, een bestemmingsplan in procedure te brengen. Het bestemmingsplan voor dat gebied, Vlietland Noordoost 2005, is inmiddels onherroepelijk. Voor het zuidwestelijk deel van het recreatiegebied Vlietland en Leidschendammerhout is er echter nog geen een nieuw bestemmingsplan.
Door veroudering van de bestemmingsregelingen kan enerzijds onvoldoende effectief worden opgetreden tegen ongewenste ontwikkelingen, zoals strijdig gebruik van gronden, anderzijds kan niet goed worden ingespeeld op gewenste ontwikkelingen, zoals verbrede landbouw en recreatie. Om hieraan tegemoet te komen is een actuele, eenduidige en flexibele bestemmingsplanregeling noodzakelijk. Naast deze ontwikkelingen zijn in de afgelopen tien jaar op europees, rijks-, provinciaal en op gemeentelijk niveau verschillende beleidsnota's vastgesteld, die (mede) van invloed zijn op ruimtelijke ontwikkelingen. Sinds 1 juli 2008 geldt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Op grond hiervan worden thans andere eisen gesteld aan bestemmingsplannen en zijn gevolgen verbonden aan het niet tijdig actualiseren van bestemmingsplannen. Tot slot is op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden, die gevolgen heeft voor onder andere de terminologie in bestemmingsplannen. Nieuw beleid en regelgeving maken een actueel bestemmingsplan voor het buitengebied eveneens noodzakelijk.