Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.lg2011-0010 |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de in lid 19.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming(en) 'Leiding - Gas', 'Leiding - Riool', 'Leiding - Water', 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting', 'Waarde- Ecologie' en/of 'Waterstaat - Waterkering', is het bepaalde in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming(en), primair van toepassing.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 19.2.2 uitsluitend bouwwerken ten dienste van en/of noodzakelijk voor de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de plaatsing van bouwwerken als bedoeld in lid 19.2.1 in het bestemmingsvlak gelden de volgende regels:
Bouwwerken | max. goothoogte (m) | max. bouwhoogte (m) |
Gebouwen/luifels | - | 4 |
Viaducten, bruggen en daarmee vergelijkbare kunstwerken | - | 10 |
Voorzieningen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer | - | 20 |
Geluidwerende voorzieningen | - | bestaand |
Voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer | - | 4 |
Gebouwde nutsvoorziening | - | 5 |
Erf- of perceelafscheidingen | - | 1 |
Licht- en vlaggenmasten | - | 12 |
Technische installaties en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | 3 |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullend op het bepaalde in lid 19.2 nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van bouwwerken, in verband met:
Het een ander met inachtneming van hetgeen in de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf is beschreven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 19.2.2 onder b. ten behoeve van de verlenging van de bestaande geluidwerende voorziening tussen de Rijksweg A4 en de Meeslouwerweg, ter hoogte van het perceel Kniplaan 4, uitsluitend in de noord-oostelijke hoek Rijksweg A4/Kniplaan, indien zulks gewenst is ter verbetering van het verblijfsklimaat ter plaatse.
Burgemeester en wethouders maken uitsluitend gebruik van de in lid 19.4.1 genoemde afwijkingsmogelijkheid, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 19.2.2 onder c. ten behoeve van erf- en/of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van maximaal 3 m.
Burgemeester en wethouders maken uitsluitend gebruik van de in lid 19.4.3 genoemde afwijkingsmogelijkheid, indien en voor zover: