Plan: | De Rietvink 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.bprv-0020 |
Er is in het kader van het opstellen van dit bestemmingsplan onderzoek gedaan naar de aanwezige natuurwaarden in het plangebied van de Rietvink. Bureau Waardenburg heeft dit onderzoek uitgevoerd en de resultaten vervat in de 'Notitie quick scan bestemmingsplan De Rietvink" d.d. 19 november 2008. Deze notitie is als bijlage 5 bij de toelichting gevoegd. De resultaten van het onderzoek worden hieronder kort beschreven.
In het plangebied zijn behalve de gele helmbloem geen andere beschermde soorten aangetroffen uit Tabel 2 of 3 van de Flora- en faunawet. De beschermde gele helmbloem is aangetroffen in en rond tuinen in het plangebied. Aangenomen mag worden dat dit aangeplante en verwilderde planten betreft. Voor deze soort geldt dat de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet van toepassing zijn (zie Tabel 1). Voor de soorten uit Tabel 1 van de Flora- en faunawet (amfibieƫn en grondgebonden zoogdieren) geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen bij ingrepen in het kader van ruimtelijke inrichting en bestendig beheer en onderhoud.
In het plangebied zijn tevens enkele jaarrond beschermde nesten van de ekster aanwezig in de hogere bomen. In de bebouwing bevinden zich potentieel geschikte verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger (beide soorten Tabel 3). De watergangen en de oeverzone van de Vliet vormen geschikt leefgebied voor de soorten kleine modderkruiper, bittervoorn en rivierdonderpad en foerageergebied voor verschillende soorten vleermuizen.
Aanvullend onderzoek naar verblijfplaatsen van vleermuizen en de aanwezigheid van beschermde vissoorten is pas aan de orde bij respectievelijk het slopen van gebouwen en het vergraven en/of dempen van wateren. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek kan worden vastgesteld of ontheffing van de Flora- en faunawet voor de betreffende ingreep nodig is en/of mitigatie/compensatie aan de orde is. In het rapport zijn de mitigerende maatregelen beschreven indien er ruimtelijke ingrepen plaatsvinden. Deze maatregelen worden onverkort overgenomen.
De vraag of voor de uitvoering van dit bestemmingsplan een vrijstelling geldt, dan wel een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig is en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, komt in beginsel pas aan de orde in een procedure op grond van de Flora- en faunawet. Dat doet er niet aan af dat wij het bestemmingsplan niet hadden kunnen vaststellen, indien en voor zover wij op voorhand in redelijkheid hadden moeten inzien dat de Flora- en faunawet aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat. Deze situatie doet zich hier niet voor. Het betreft een in hoofdzaak conserverend bestemmingsplan waarin enkele ontwikkelingen zijn voorzien. De resultaten van de quick-scan zijn van dien aard dat het verwachting is dat de ontheffing zal worden verleend, dan wel dat er mitigerende maatregelen getroffen kunnen worden.