direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin
Plan: De Rietvink 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.bprv-0001

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en onbebouwde erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding (st-wwl) is een walvoorziening ten behoeve van een woonschipligplaats toegestaan.
10.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in artikel 10.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming "Waarde - Archeologie" en/of "Waterstaat - Waterkering", zijn de gronden ter plaatse mede bestemd voor de nader aangegeven bestemming en geldt daarbij tevens het bepaalde in de artikelen 17 en/of 18.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Behoudens artikelen 10.2.2 tot en met 10.2.5, mag op deze gronden niet worden gebouwd.

10.2.2 Erker

Voor het bouwen van een erker aan de oorspronkelijke voorgevel van een bijbehorend hoofdgebouw gelden de navolgende regels:

  • a. de breedte van de erker mag maximaal twee derde van de breedte van de oorspronkelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen;
  • b. de voorzijde van de erker mag maximaal 1 meter vóór de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw liggen;
  • c. de oppervlakte van de erker mag maximaal 4 m² bedragen;
  • d. de hoogte van de erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het bijbehorende hoofdgebouw.
10.2.3 Fietsenberging

Het bouwen van een berging voor de voorgevel van een woning ten behoeve van het stallen van fietsen is alleen toegestaan indien er geen mogelijkheid aanwezig is de woning met een fiets via de achterzijde te bereiken. Voorts gelden de navolgende regels:

  • a. per perceel is één fietsenberging toegestaan;
  • b. de fietsenberging moet tegen één van de zijdelingse perceelgrenzen worden aangebouwd;
  • c. de fietsenberging mag maximaal 1,5 meter uit de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • d. de hoogte van de fietsenberging mag maximaal 1 meter bedragen;
  • e. de breedte van de fietsenberging mag maximaal 0,80 meter bedragen;
  • f. de lengte van de fietsenberging mag maximaal 4 meter bedragen.
10.2.4 Carport

Uitsluitend bij eengezinshuizen met een voortuin van minimaal 5 meter diep mag voor de voorgevel een carport worden gebouwd waarvoor de navolgende bouwregels gelden:

  • a. per perceel is maximaal één carport toegestaan;
  • b. de oppervlakte van de carport mag maximaal 20 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de carport mag maximaal 3 meter bedragen.
10.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in artikel 20.