Artikel 15 Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de waterhuishouding;
- cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten;
- het woon- en leefklimaat in de omgeving.
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
a. de in het plan gegeven maten, afmetingen, aantal wooneenheden en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen, aantal wooneenheden en percentages, indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
-
b. het bepaalde in het plan voor het in geringe mate aanpassen van het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
c. de regels, voor het vergroten van de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot maximaal 40 meter;
-
d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
-
1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt;
-
2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 meter bedraagt.