Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Maarssen-Dorp woongebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1904.BPmaarssdorpwo-OH01

Artikel 9 Gemengd

9.1 Bestemmingsomschrijving
  
a. De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
 
1. detailhandel waaronder begrepen winkelondersteunende horeca;
 
2. dienstverlening,;
 
3. kantoren;
 
4. maatschappelijke voorzieningen met een publieksgericht karakter (baliefunctie);
 
5. ambachtelijke en verzorgende bedrijven, behorende tot maximaal milieucategorie 2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van bedrijfsactiviteiten";
 
6. zorgvoorzieningen;
 
7. wonen, uitsluitend in ruimten boven de begane grondlaag (verdiepingen) is één woning toegestaan, met dien verstande dat aan de Dwarsweg 2 tevens wonen op de begane grond is toegestaan;
 
8. zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning',
 
met de daarbij behorende:
 
9. erven;
 
10. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
 
11. toegangsportalen van de op de verdiepingen gelegen woningen
 
12. groenvoorzieningen en water;
 
13. overige functioneel met de bestemming 'Gemengd' verbonden voorzieningen.
  
b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn horecabedrijven zoals bedoeld in artikel 1 onder 46 sub 46d en 46e toegestaan.
   
9.2 Bouwregels
  
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
  
a. ten aanzien van hoofdgebouwen:
 
1. deze uitsluitend worden gebouwd binnen aangegeven bouwvlakken;
 
2. een bouwvlak mag worden bebouwd tot het in het bouwvlak aangegeven bebouwingspercentage; indien in een bouwvlak geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak geheel worden bebouwd;
 
3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 6 m;
  
b. ten aanzien van erfbebouwing
 
1. bij elke woning mag erfbebouwing worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, waarbij:
 
- de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak niet meer dan 50 m² bedraagt;
 
- de gezamenlijke oppervlakte van erfbebouwing niet meer dan 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning gelegen erf bedraagt;
 
- de bouwhoogte van vrijstaande erfbebouwing niet meer dan 3 m bedraagt;
 
- de bouwhoogte van de aangebouwde erfbebouwing niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
 
- voor zover de bestaande bouwhoogte hoger is dan 3 m: de maximale goothoogte en bouwhoogte van bestaande erfbebouwing (waaronder begrepen herbouw of verbouw van deze gebouwen) niet meer bedraagt dan de maten van deze gebouwen zoals deze bestonden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
 
- de diepte van aangebouwde erfbebouwing gemeten vanaf de achtergevel niet meer dan 3 m bedraagt;
  
c. ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
 
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
 
- 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
 
- 2 m op de overige gronden.
 
2. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan:
 
- 10 m binnen een bouwvlak;
 
- 2.50 m buiten een bouwvlak.
   
9.3 Ontheffing van de bouwregels
  
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 9.2 onder a. sub 3 ten behoeve van een maximale goothoogte van 7,50 m en een maximale hoogte van 12 m, mits zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling noodzakelijk is en de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit;
   
9.4 Specifieke gebruiksregels
  
a. Gebruik van ruimten in de voor 'wonen' bestemde en aangeduide (hoofd)gebouwen en erfbebouwing ten behoeve van mantelzorg is niet toegestaan, tenzij daarvoor ontheffing is verleend.
 
b. Er dient te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij ten minste het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd conform de parkeernormen zoals in de bijlage 'Parkeernormen' van deze regels is opgenomen. In de gevallen waarin de tabel niet voorziet, stelt het college van burgemeester en wethouders de parkeernorm vast.
   
9.5 Ontheffing van de gebruiksregels
  
a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 9.1 onder a. sub 7 ten einde meerdere woningen in ruimten boven de begane grondlaag (verdiepingen) toe te staan onder de voorwaarden dat:
 
1. de woning(en) direct aan het openbaar gebied moet(en) zijn gelegen;
 
2. voor iedere toe te voegen woning (via deze ontheffing) een parkeernorm geldt van 2 parkeerplaatsen op eigen terrein.
  
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 9.4 ten behoeve van mantelzorg mits:
 
1. de mantelzorg noodzakelijk is en dat blijkt uit een medische of sociale indicatie; indien sprake is van een ouder - kind relatie waarbij de ouder(s) 65 jaar of ouder is (zijn) is geen medische of sociale indicatie noodzakelijk;
 
2. het (hoofd)gebouw en de erfbebouwing bereikbaar zijn en blijven voor hulpdiensten;
 
3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
 
4. de oppervlakte die wordt gebruikt voor mantelzorg niet meer bedraagt dan 80 m² ;
  
c. De in lid 9.5 sub b. bedoelde ontheffing vervalt na beëindiging van de mantelzorg.
  
d. Na het vervallen van de ontheffing zoals bedoeld in lid 9.5 sub b., is degene aan wie de ontheffing was verleend of diens rechtsopvolger en indien sprake was van afhankelijke woonruimte verplicht de alsdan strijdige situatie (met lid 9.4) te zijner keuze hetzij in de vorige toestand te herstellen, hetzij met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen.