direct naar inhoud van Artikel 35 Overgangsrecht
Plan: Landelijk gebied, regels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPlgmaarssenLGM-VG02

Artikel 35 Overgangsrecht

35.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in lid 35.2 onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid 35.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
35.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
  • a. In afwijking van het bepaalde in artikel 14.4 is permanente bewoning van een recreatiewoning op het perceel Nedereindsevaart 22 door rechthebbende natuurlijke persoon de heer J. Leenman en mevrouw H.S.E. de Graaf wel toegestaan.
  • b. In afwijking van het bepaalde in artikel 14.4 is permanente bewoning van een recreatiewoning op het perceel Maarsseveensevaart 3-C4 door rechthebbende natuurlijke personen de heer R. Kok en mevrouw M.E. Aipassa wel toegestaan.
  • c. In afwijking van het bepaalde in artikel 14.4 is permanente bewoning van een recreatiewoning op het perceel Maarsseveensevaart 3-C7 door rechthebbende natuurlijke personen de heer A. Nieuwhoff en mevrouw G.B. Eskens wel toegestaan.
  • d. In afwijking van het bepaalde in artikel 14.4 is permanente bewoning van een recreatiewoning op het perceel Maarsseveensevaart 3-C9 door rechthebbende natuurlijke persoon de heer G. Masmeijer wel toegestaan.
  • e. In afwijking van het bepaalde in artikel 22 is het bewonen van de hooiberg op het perceel Griendweg 2 door rechthebbende natuurlijke persoon mevrouw G.H.M. Schrijver wel toegestaan.
  • f. In afwijking van het bepaalde in artikel 22 is het bewonen van het bijgebouw aan de Maarsseveensevaart 17 door rechthebbende natuurlijke persoon de heer A.G.M. Van Doorn  en mevrouw M.R. Snel wel toegestaan.
  • g. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 is het gebruik van gebouwen aan de Bethuneweg 1 voor de uitoefening van een autoschadeherstelbedrijf met ondergeschikte verkoop van auto's door rechthebbende natuurlijke persoon B. van der Linden wel toegestaan.
  • h. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 is het gebruik van de gebouwen en gronden aan de Maarsseveensevaart 15 voor een paardenpension door rechthebbende natuurlijke persoon de heer A.T.J. Baas wel toegestaan.

Met dien verstande dat:

  • i. Het persoonsgebonden overgangsrecht niet kan worden overgedragen aan of overgaan op een andere natuurlijke of rechtspersoon.
  • j. Het persoonsgebonden overgangsrecht is uitsluitend van toepassing is op de huidige locaties.
  • k. Indien het gebruik, bedoeld in lid 35.3 onder 1 t/m 8 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.