direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie - 3
Plan: Landelijk gebied, regels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPlgmaarssenLGM-VG02

Artikel 13 Recreatie - 3

13.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Recreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    • 1. permanente verblijfsrecreatie met stacaravans en zomerhuizen alsmede niet permanente verblijfsrecreatie met de daarbij behorende voorzieningen zoals was- en toiletgebouwen, bergplaatsen, administratieruimten, kampwinkels, kantines, dienstwoning, vrijstaande bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - horeca': een zalen- en partycentrum als onderdeel van het recreatieoord de Wilgenplas;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;

met de daarbij behorende:

    • 1. parkeervoorzieningen, straatmeubilair en speelvoorzieningen;
    • 2. groenvoorzieningen en water;
    • 3. wegen, voet- en fietspaden;
    • 4. overig functioneel met de bestemming 'Recreatie - 3' verbonden voorzieningen.
13.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
    • 2. ondergronds bouwen niet is toegestaan;
    • 3. de afstand van zomerhuizen en andere gebouwen tot de bestemmingsgrens bedraagt ten minste 10 m;
    • 4. het bepaalde onder a sub 3 is niet van toepassing op gronden met de aanduiding 'recreatiewoning';
    • 5. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste 1;
    • 6. overigens geldt het volgende:
  max. aantal   max. inhoud   max. oppervlak   max. goothoogte   max. bouw- hoogte  
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en overkappingen)   1   600 m³     6 m   9 m  
bijgebouwen bij de bedrijfswoning       50 m²   3 m*   6 m  
zomerhuizen en stacaravans   zoals aangegeven middels een aanduiding   250 m³ met dien verstande dat de standplaats van het recreatiever- blijf ten minste 150 m² bedraagt     3 m   5 m**  
bijgebouw of overkapping bij een zomerhuis of stacaravan       10 m²     2,75 m  
overige gebouwen zoals was- en toiletgebouwen, bergplaatsen, administratieruimten, kampwinkels en kantines       2% van het bestemmingsvlak   3 m   6 m  
erf- en terreinaf- scheidingen:
- op gronden voor de naar de openbare weg gekeerde gevel
- overige gronden  
       

1 m


2 m  
pergola's           2,7 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde           2,5 m  

* de maximale goothoogte van aangebouwde bijgebouwen is gelijk aan de de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.

** tenzij middels de maatvoeringsaanduiding 'maximale bouwhoogte' anders is aangegeven.

13.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het niet is toegestaan recreatieverblijven en kampeermiddelen te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning. Hieronder wordt tevens verstaan het gebruik van recreatieverblijven en kampeermiddelen door seizoensarbeiders.