direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Cronenburgh
Status: Onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPcronenburghLNN-OH02

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

het bestemmingsplan Cronenburgh van de gemeente Stichtse Vecht;

1.2 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1904.BPcronenburghLNN-OH02 met de bijbehorende regels;

1.3 Aan huis gebonden bedrijf

een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;

1.4 Aan huis gebonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;

1.5 Aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw;

1.6 Aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 Aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.8 Aanlegvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de in die bepaling onder b genoemde activiteit;

1.9 Ander bouwwerk

een bouwwerk geen gebouw zijnde;

1.10 Andere wettelijke regelingen

voorzover in deze voorschriften wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals die luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan Cronenburgh;

1.11 Balkon

een bouwwerk geen gebouw zijnde bevestigd aan de buitenzijde van een gebouw en dat toegankelijk is via een deur vanuit het betreffende gebouw en tevens is voorzien van veiligheidsvoorzieningen conform het Bouwbesluit;

1.12 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.13 Bebouwingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bouwvlak;

1.14 Bebouwingspercentage

een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd, tenzij in deze voorschriften daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken;

1.15 Bestaand
  • bij bouwwerken: bebouwing welke bestaat op het tijdstip van de in werking treding van het bestemmingsplan;
  • bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals dat bestaat op het tijdstip van de in werking treding van het bestemmingsplan;
1.16 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.17 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 Bijgebouw

een op zichzelf staand, niet voor bewoning bestemd, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.19 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.20 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 Bouwvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wet algmene bepalingen (Wabo) voor de in die bepaling onder a genoemde activiteit;

1.22 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.23 Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.24 Boven-/benedenwoning

zelfstandige woonruimte gesitueerd op de beneden- of de bovenverdieping van een woongebouw, waarbij sprake is van bewoning door één huishouden;

1.25 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen- aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.27 Hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie of afmeting als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.28 Kelder

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 meter boven peil is gelegen;

1.29 Meest doelmatig gebruik

een voorgenomen gebruik dat geen (praktisch onomkeerbare) wijziging van de bestemming tot gevolg heeft, tenzij planologische redenen zich tegen dit gebruik verzetten;

1.30 Ondergronds bouwen

het bouwen en in gebruik nemen van de ruimte onder het maaiveld;

1.31 Ontheffing

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de in die bepaling onder c genoemde activiteit;

1.32 Overkapping

een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd voor (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

1.33 Peil

de door Burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.34 Plan

het bestemmingsplanCronenburgh van de gemeente Stichtse Vecht.

1.35 Seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, en/of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen ene erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.36 Steiger

een aan de oever en boven water gebouwde constructie, oorspronkelijk bedoeld voor de aanleg van een vaartuig en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken;

1.37 Straatprostitutie

het zich op de openbare weg resp. op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan;

1.38 Studio

een vrijstaand gebouw bestemd voor gebruik als atelier, werkruimte, kantoorruimte of overeenkomstig gebruik. Het gebruik als woon-/slaapruimte is niet toegestaan;

1.39 Vrijstaande woning

een woning die qua constructie en in visueel opzicht vrij staat;

1.40 Voorgevel

gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt;

1.41 Voorgevelrooilijn

de lijn die samenloopt met de op de plankaart ingetekende begrenzing van het bouwvlak hoofdgebouwen, voor zover deze begrenzing is gelegen aan de zijde waarop de ontsluiting van de woning naar het openbaar gebied plaatsvindt;

1.42 Waterkering

een strook grond die het achtergelegen land tegen inundatie (onderlopen) beschermt;

1.43 Weg

alle voor het rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen behorende of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

1.44 Woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

1.45 Woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.