direct naar inhoud van Artikel 22 Leiding - Riool
Plan: Corridor
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPcorridorBKL-VG02

Artikel 22 Leiding - Riool

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergronds rioolleiding.

22.2 Bouwregels
  • a. Op de gronden als bedoeld in lid 22.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Riool' worden gebouwd;
  • b. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • c. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de in lid 22.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. het planten van diepwortelende beplantingen of bomen;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op een andere manier ingraven of indrijven van voorwerpen;
  • c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen.
22.4.2 Toelaatbaarheid

Het bepaalde in 22.4.1 sub a is slechts toelaatbaar indien:

  • a. geen schade ontstaat aan de rioolleiding en/of het doelmatig functioneren van die leiding niet in gevaar wordt gebracht;
  • b. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  • c. hierover vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
22.4.3 Uitzonderingen
  • a. Het bepaalde in 22.4.1 is niet van toepassing voor werken of werkzaamheden die op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning.
  • b. Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken en kan voor dit totaal van werken en/of werkzaamheden één vergunning worden verleend.