direct naar inhoud van Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
Plan: Schildershof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPSchildershofMDP-VG01

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:
    • 1. het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse inhoud van maximaal 75 m³ en een goothoogte van maximaal 4 m;
    • 2. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met niet meer dan 10%, met dien verstande dat deze afwijking niet geldt voor het vergroten van het aantal m2 b.v.o. supermarkt;
    • 3. overschrijdingen van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch of stedenbouwkundige betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag niet meer dan 10% worden vergroot;
    • 4. de bouw van reclameobjecten met inbegrip van aankondigingsborden, reclamemasten, gevel- en lichtreclames en gebouwenaanduidingen met dien verstande dat de reclameborden geen onevenredig afbreuk doen aan de ruimtelijke situatie en de beeldkwaliteit;
    • 5. het afwijken van parkeernormen zoals opgenomen in deze regels, indien redelijkerwijs niet kan worden voldaan aan de eis tot realisatie van parkeerplaatsen conform de voorgeschreven parkeernorm onder de voorwaarde dat met behulp van de parkeerbalans wordt aangetoond dat de parkeerbehoefte van gezamenlijke functies in de omgeving te allen tijde kan worden afgewikkeld op de reeds aanwezige of geplande beschikbare parkeergelegenheid;
    • 6. het gebruik van gebouwen voor tijdelijke kamerverhuur, onder de volgende voorwaarden:
      • Er sprake is van langdurige leegstand (langer dan 3 maanden);
      • Het gebruik voor kamerverhuur geen ontwrichting van de ruimtelijke omgeving en daardoor overlast tot gevolg heeft;
      • Het gebruik mag geen onevenredig nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer, waaronder parkeren.
  • b. Afwijking als bedoeld onder a. wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • c. De afwijkingsbevoegdheid mag niet cumulatief worden gebruikt ten opzichte van een eerder verleende afwijking of ontheffing.