direct naar inhoud van Regels

Herenweg-Gageldijk e.o.

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.1904.BPHerenwegGagelMRS-VG02
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 5 Bedrijf

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven in de miilieucategorie 1 en 2;

  2. bedrijven zoals opgenomen in de navolgende tabel:

 

straatnaam

nummer

bedrijf

code

Gageldijk

2

Bedrijfsverzamelgebouw,

houtbewerking

Specifieke vorm van bedrijf-1

Gageldijk

1, 3, 5, 7, 9 en 11

Bedrijfsverzamelgebouw

Specifieke vorm van bedrijf-2

Gageldijk

31

Transportbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-4

Gageldijk

35

Installatiebedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-5

Gageldijk

69

Garage

Specifieke vorm van bedrijf-10

Gageldijk

77a

Transportbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-12

Gageldijk

79

Garagebedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-13

Gageldijk

83

Afvalbewerking-, sorteer- en verwerkingsbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-15

Gageldijk

87a

Taxi-/verhuurbedrijf en transportbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-16

Gageldijk

89

Transportbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-17

Gageldijk

91

Stalhouderij, verhuur van koetsen en rijtuigen

Specifieke vorm van bedrijf-19

Gageldijk

91b

Meubelproducent gericht op medische toepassingen / metaalbewerking

Specifieke vorm van bedrijf-19

Gageldijk

95

Caravanopslag

Specifieke vorm van bedrijf-20

Gageldijk

115

Garagebedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-21

Gageldijk

127, 129, 131

Caravanopslag

Specifieke vorm van bedrijf-22

Herenweg

24, 24a

Bedrijfsverzamelgebouw, groothandel

Specifieke vorm van bedrijf-26

Herenweg

42a

Opslagbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-28

Herenweg

46a

Veehandelsbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-29

Herenweg

64

Bedrijfsverzamelgebouw

Specifieke vorm van bedrijf-30

Maarsseveesevaart

90

Caravanbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-33

Herenweg

66

Autoschadeherstelbedrijf

Specifieke vorm van bedrijf-36

 

  1. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’: uitsluitend bedrijfswoningen met de daarbij behorende erfbebouwing;

  2. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – detailhandel 1’ tevens detailhandel in machines, gereedschappen, onderdelen en toebehoren t.b.v. bosbouw, natuur-, erf-, tuin(bouw), parkcomfort en beheer en buitenverwarming- en buitenkooksystemen;

  3. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – detailhandel 2’ tevens detailhandel in hydrotechniek;

  4. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is tevens cultuurhistorisch waardevolle bebouwing toegestaan.

met de daarbij behorende

  1. erven;

  2. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;

  3. groenvoorzieningen en water;

  4. overige functioneel met bedrijven verbonden voorzieningen.

 

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken;

  2. per bouwvlak één bedrijf is toegestaan.

  3. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ten hoogste 1 bedraagt, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal bedrijfswoningen’;

  4. de afstand tussen bij de bedrijfswoning behorende erfbebouwing en de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning tenminste 1 m bedraagt;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' is 84 m2 van de toegestane oppervlakte aan bedrijfsbebouwing gerealiseerd binnen de bedrijfswoning;

  6. overigens het volgende geldt:

 

 

max. oppervlak

max. inhoud

max. goothoogte

max. bouwhoogte

bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en overkappingen)

 

600 m3

6 m

10 m

bijgebouwen bij de bedrijfswoning

50 m² per bedrijfswoning

 

3 m*

6 m

bedrijfsgebouwen

zie bijlage 4

 

6 m

10 m

erfafscheidingen
- voor de voorgevel van de bedrijfswoning
- overige plaatsen binnen het bouwvlak

 

 

 

1 m

 

2 m

 

max. oppervlak

max. inhoud

max. goothoogte

max. bouwhoogte

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 

 

 

3 m

* de maximale goothoogte van aangebouwde bijgebouwen is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.

 

 

 

5.3 Afwijken van de bouwregels

 

5.3.1 Ten behoeve van het overschrijden bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub b voor het overschrijden van de bouwgrenzen (niet zijnde bestemmingsgrenzen) van bedrijfswoningen, indien uitbreiding tot de maximaal toegestane inhoud van de bedrijfswoning wel toelaatbaar, maar niet mogelijk is binnen de bouwvlakken, mits voldaan wordt aan beeldkwaliteitplan

 

5.3.2 Ten behoeve van de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder e ten behoeve van een hogere goothoogte van gebouwen, met dien verstande dat:

  1. de goothoogte ten hoogste 7,5 m bedraagt;

  2. de bouwhoogte ten hoogste 12 m bedraagt;

  3. de afwijkende goot- en/of bouwhoogte noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of –ontwikkeling.

  4. de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1).

 

5.3.3 Ten behoeve van de vergroting van het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub e ten behoeve van het vergroten van het gezamenlijk grondoppervlak aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning tot 80 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning gelegen erf bedraagt, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden

 

5.3.4 Ten behoeve van hogere bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub e voor een hogere bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een bouwhoogte van 15 m binnen een bouwvlak, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is.

 

5.3.5 Ten behoeve van de maximum oppervlakte bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder a en f ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  1. de vergroting mag niet meer bedragen dan 20%.

  2. de vergroting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

  3. door de vergroting mogen bestaande omilggende bedrijven en woningen niet extra worden gehinderd.

  4. indien als gevolg van een aangevraagde vergroting ook de parkeerbehoefte van een bedrijf omhoog gaat, dan zal deze extra behoefte binnen het bestemmningsvlak van het terrein gerealiseerd moeten worden.

 

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt:

  1. Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel.

  2. Inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zoals deze luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan zijn niet toegestaan.

  3. Risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zijn niet toegestaan.

  4. Bedrijven als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder zijn niet toegestaan.

  5. In afwijking van het bepaalde onder sub d is ter plaatse van de aanduiding ‘sb-34’ het bestaande bedrijf toegestaan.

  6. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.

  7. Per bedrijf mag niet meer dan 40% van het bedrijfsvloeroppervlak voor niet zelfstandige kantooractiviteiten worden gebruikt.

  8. Elk bedrijf dient te voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen.

  9. Het plaatsen van onderkomens is niet toegestaan.

  10. Buitenopslag met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan.

  11. Het bepaalde onder i is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens de bestemming en aanduidingen toegestane bedrijfsvoering.

  12. Het africhten of trainen van paarden of het uitoefenen van de paardensport in een paardenbak is niet toegestaan.

 

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

5.5.1 Ten behoeve van andere bedrijven

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a en b voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatste toegestaan, met dien verstande dat:

  1. Het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld aan categorie 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten;

  2. Het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld aan het bestaande bedrijf conform de tabel onder 5.1;

  3. Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  4. De publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties in verhouding dient te staan tot de capaciteit van de betrokken wegen;

 

 

5.5.2 Ten behoeve van de aanleg van paardenbakken, het africhten/trainen van paarden en uitoefening paardensport en bijbehorende voorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4 sub l ten behoeve van het toestaan van paardenbakken, het toestaan van aan de paardenhouderij gerelateerde overige bouwwerken zoals stapmolens en paddocks, het africhten of trainen van paarden of het uitoefenen van de paardensport in een paardenbak, met dien verstande dat:

  1. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd mag worden dan wel deels buiten het bouwvlak op de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' indien dit aantoonbaar wegens gebrek aan ruimte op het bouwvlak of vanwege de geldende afstandsmaten tot woningen van derden noodzakelijk is;

  2. de oppervlakte van een paardenbak ten hoogste 800 m² mag bedragen, met dien verstande, dat, indien de paardenbak gedeeltelijk op gronden met de bestemming 'Wonen' gelegen is, de oppervlakte van de paardenbak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' niet meer mag bedragen dan 800 m² verminderd met de oppervlakte van het binnen de bestemming 'Wonen' gelegen gedeelte van de paardenbak;

  3. de oppervlakte van het totale aansluitende, in eigendom zijnde, perceel tenminste 2.000 m² bedraagt;

  4. de paardenbak gesitueerd wordt achter de achtergevel van de bedrijfswoning dan wel de bedrijfsbebouwing of het verlengde hiervan;

  5. per bouwperceel ten hoogste één paardenbak is toegestaan;

  6. de activiteit geen bedrijfsmatige activiteit mag betreffen;

  7. het aantal paarden ten hoogste 5 bedaagt;

  8. de afstand van de paardenbak tot de woning of bedrijfsbebouwing op het eigen bouwperceel ten hoogste 50 m bedraagt;

  9. de afstand tussen een paardenbak en een woning van derden ten minste 50 m bedraagt;

  10. er geen lichtmasten gerealiseerd mogen worden;

  11. de bouwhoogte van omheiningen niet meer dan 1,5 m mag bedragen.

 

5.5.3 Ten behoeve van bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder a ten behoeve van een bed & breakfast, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. De activiteiten vinden binnen het bouwvlak en binnen de bestaande bebouwing plaats.

  2. Er mogen maximaal 6 eenheden gerealiseerd worden.

  3. In aanvulling op het bepaalde in lid sub a geldt dat sanitaire voorzieningen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden geplaatst.

  4. De bed & breakfast een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsvoering uit dienen te maken en in geen geval een grotere bebouwd oppervlakte mogen beslaan dan 300 m².

  5. De bed & breakfast dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

  6. Het wijzigen van de bestemming leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.

  7. De bestaande landschaps- en cultuurhistorische waarden zoals genoemd in lid 5.1 mogen niet onevenredig worden aangetast.

  8. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van de bed & breakfast in verhouding staan tot de capaciteit van de betrokken wegen.

  9. Parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.

 

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

5.6.1 Wijzigingsbevoegdheid vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen teneinde de vorm van een bouwvlak te wijzigen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De vormverandering is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en/of de continuïteit van het bedrijf.

  2. De oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot.

  3. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  4. Er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.

  5. De wijziging mag geen onevenredige toename van nadelige gevolgen opleveren voor het woon- en leefklimaat van omwonenden.

  6. De aanwezige landschaps- en cultuurhistorische waarden, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1), niet wordt aangetast.

 

5.6.2 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van ‘Wonen’ en ‘Tuin’

Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming te wijzigen naar de bestemming ‘Wonen’ en ‘Tuin’, onder de volgende voorwaarden:

  1. de aanvrager van de wijziging aannemelijk maakt dat het bedrijf de activiteiten geheel heeft beëindigd;

  2. nieuwbouw is niet toegestaan;

  3. het aantal woningen niet mag toenemen;

  4. het wijzigen van de bestemming niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;

  5. het wijzigen van de bestemming aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;

  6. door de situering van een woning de omliggende (agrarische) bedrijven niet beperkt worden in hun bedrijfsuitoefening;

  7. de voormalige bedrijfswoning gehandhaafd moet blijven, maar eventueel mag worden vervangen door een nieuwe woning; de bouwregels die in dit artikel zijn genoemd met betrekking tot de bedrijfswoning blijven onverkort van kracht;

  8. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ dient behouden te blijven.

  9. er voldaan dient te worden aan de ruimtelijke uitgangspunten, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1);

  10. voldaan dient te worden aan de eisen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder.

  11. er dient te worden voorzien in landschappelijke inpassing;

  12. indien de voormalige bedrijfsgebouwen, niet zijnde de bedrijfswoning, geheel worden gesloopt, in afwijking van het bepaalde onder c het aantal nieuwe woningen mag worden gerealiseerd zoals opgenomen in onderstaande tabel. Hierbij is cumulatie van sloop van kassen en bedrijfsgebouwen mogelijk is:

 

Sloop opp.

bedrijfsgebouwen*

Aantal te bouwen

woningen

< 1.000 m2

0 woningen

1.000 – 2.000 m2

1 woning

2.000 – 5.000 m2

2 woningen

> 5.000 m2

3 woningen

* Onder bedrijfsgebouwen wordt niet verstaan omgezette voormalige kassen

 

Sloop oppervlakte kassen ter

Aantal te bouwen

woningen

< 5.000 m2

0 woningen

5.000–10.000 m2

1 woning

10.000–20.000 m2

2 woningen

> 20.000 m2

3 woningen

 

  1. De aanwezige landschaps- en cultuurhistorische waarden, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1), niet wordt aangetast;

  2. de locatie van de nieuw te bouwen woningen dient in overeenstemming te zijn met het beeldkwaliteitskader, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage1);

  3. In afwijking van het bepaalde onder n is nieuwbouw op een andere locatie mogelijk, indien realisatie 1e lijns niet mogelijk is, met inachtneming van de voorwaarden en openruimten, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1).

 

5.6.3 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties

Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming van het betreffende niet-agrarische bedrijf te wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie zoals is bedoeld in het beleidskader zoals verwoord de toelichting paragraaf 5.3 en 5.4 behorende bij dit bestemmingsplan, met dien verstande dat:

  1. de aanvrager van de wijziging aannemelijk maakt dat het niet-agrarische bedrijf de activiteiten geheel heeft beëindigd en uit een advies van een deskundige blijkt dat er niet langer sprake is van een volwaardig bedrijf;

  2. minimaal 50% van de bedrijfsgebouwen wordt gesloopt;

  3. het aantal woningen niet mag toenemen;

  4. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties in verhouding dient te staan tot de capaciteit van de betrokken wegen;

  5. de vervolgfunctie milieuhygiënisch inpasbaar dient te zijn;

  6. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet onevenredig worden beperkt;

  7. de bestaande landschaps- en cultuurhistorische waarden, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1) niet onevenredig worden aangetast;

  8. in afwijking van het bepaalde onder c de voormalige bedrijfswoning mag worden vervangen door een nieuwe woning; de bouwregels die in dit artikel zijn genoemd met betrekking tot de bedrijfswoning blijven onverkort van kracht.

 

5.6.4 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het afsplitsen van de bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden binnen deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de afsplitsing van de bedrijfswoning, onder de volgende voorwaarden:

  1. nieuwbouw is niet toegestaan;

  2. het aantal woningen niet mag toenemen;

  3. het wijzigen van de bestemming niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;

  4. het wijzigen van de bestemming aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;

  5. door de situering van een woning de omliggende (agrarische) bedrijven niet beperkt worden in hun bedrijfsuitoefening;

  6. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ dient behouden te blijven.

  7. er voldaan dient te worden aan de ruimtelijke uitgangspunten, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1);

  8. voldaan dient te worden aan de eisen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder.

  9. er dient te worden voorzien in landschappelijke inpassing;

  10. de regels van de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' van toepassing zijn op de afgesplitste woning.