direct naar inhoud van Regels

Herenweg-Gageldijk e.o.

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.1904.BPHerenwegGagelMRS-VG02
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Agrarisch met waarden - Landschapswaarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. agrarische bedrijven;

  2. het beweiden van dieren;

  3. behoud, versterking en herstel van de openheid van graslanden;

  4. behoud, versterking en herstel van de verkaveling van de gronden;

  5. behoud, versterking en herstel van de aldaar voorkomende, dan wel daaraan eigen zijnde landschappelijke en cultuurhistorische waarden met bijbehorende sloten een en ander conform het beeldkwaliteitsplan (bijlage 1);

  6. behoud en herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bunker’;

  7. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – paardenbak’’ is tevens een bestaande paardenbak toegestaan;

  8. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – veldschuur’ is tevens een bestaande veldschuur toegestaan;

  9. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is tevens cultuurhistorisch waardevolle bebouwing toegestaan.

  10. met de daarbij behorende:

  11. erven;

  12. groenvoorzieningen, water, voet- en fietspaden;

  13. overige functioneel met de bestemming ‘Agrarisch met waarden - Landschapswaarden’ verbonden voorzieningen;

  14. extensief recreatief medegebruik.

 

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde in de vorm van erf- en terreinafscheidingen, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 1,50 m.

  2. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bunker’ een groepsschuilplaats toegestaan, waarbij de bouwhoogte en oppervlakte niet meer bedraagt dan de bestaande bouwhoogte en oppervlakte.

  3. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – veldschuur’ is het bestaand agrarische hulpgebouw toegestaan, waarbij de bestaande maatvoering niet mag worden vergroot.

  4. Paardenbakken zijn niet toegestaan.

 

 

 

 

 

4.3 Afwijken van de bouwregels

 

4.3.1 Afwijken agrarische hulpgebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor het oprichten van niet meer dan twee agrarische hulpgebouwen bij een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:

  1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer dan 100 m² bedraagt;

  2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt.

  3. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt.

  4. de grondoppervlakte van het agrarisch perceel waarop het hulpgebouw wordt gebouwd, ten minste 3 ha bedraagt, overleg gemeente, klopt dit met andere bestemmingsplannen?.

  5. de bouw voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of bedrijfsontwikkeling noodzakelijk is en geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit, zoals vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Herenweg – Gageldijk en omgeving d.d. 18 januari 2013 (bijlage 1).

  6. de in het gebied voorkomende waarden niet onevenredig worden aangetast.

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. Het plaatsen van onderkomens is niet toegestaan.

  2. Het africhten of trainen van paarden of het uitoefenen van de paardensport in een paardenbak is niet toegestaan.

  3. De teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan.

  4. Buitenopslag met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is niet toegestaan.

  5. Het bepaalde onder d is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens de bestemming en aanduidingen toegestane gebruik, dan wel bedrijfsvoering.

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

4.5.1 Ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik, waarvoor geldt dat de bestaande bebouwing niet mag worden uitgebreid.

 

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

4.6.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;

  2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

  3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;

  4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen, aanleggen van drainage en het scheuren van grasland;

  5. aanbrengen en/of verwijderen van opgaande beplanting.

 

4.6.2 Uitzonderingen op het aanleg verbod

Het bepaalde sub 4.6.1 is niet van toepassing op het uitvoeren normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bestemming en van andere werken en werkzaamheden, die uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn.

 

4.6.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Het bepaalde sub 4.6.1 is slechts toelaatbaar, indien door die andere werken en/of werkzaamheden de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking of het herstel van die waarde niet wordt verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.

 

4.6.4 Advies

Het bevoegd gezag verleent uitsluitend een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.6.1 na schriftelijk advies van een deskundige inzake de te beschermen waarde.

 

4.6.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bunker’ is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken te slopen.