direct naar inhoud van Artikel 7 Waarde - Onderaards gangenstelsel
Plan: Herontwikkeling voormalig kloostercomplex Rijksweg 8-18
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPPVM0001-OH01

Artikel 7 Waarde - Onderaards gangenstelsel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Onderaards gangenstelsel' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige onderaardse gangenstelsels en mergelgrotten en de daarmee samenhangende cultuurhistorische waarden.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige op de verbeelding aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 14.1.

7.2 Bouwregels
  • a. Op de tot 'Waarde - Onderaards gangenstelsel' aangewezen gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, niet worden gebouwd.
  • b. Het onder a bepaalde geldt niet voor het oprichten van ondersteunende voorzieningen en/of constructies in het onderaards gangenstelsel zelf.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingvergunning afwijken ten behoeve van het oprichten van bebouwing, mits:

  • a. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming;
  • b. de gangenstelsels geen gevaar op kunnen leveren voor de bebouwing;
  • c. door de aard en situering van de bebouwing geen schade wordt of kan worden aangebracht aan het onderaards gangenstelsel en de daarmee samenhangende cultuurhistorische waarden.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de tot'Waarde - Onderaards gangenstelsel'bestemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vergroten en/of verleggen van gangen;
  • b. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen en het egaliseren, waarbij de hoogte van het maaiveld met meer dan 0.30 m wordt gewijzigd;
  • c. het aanbrengen van transport-, energie of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houd met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

7.4.2 Uitzondering verbod

Het in 7.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:

  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van geluidwerende voorzieningen, in ieder geval ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  • c. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • d. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • e. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.

7.4.3 Criteria vergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 7.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.