Artikel 22: Water
22.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. sloten, tochten, vaarten, vijvers en poelen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;
-
b. kaden en oevers;
-
c. aanleggelegenheid;
-
d. liggelegenheden en ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen, overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest-Fryslân, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;
-
e. de waterhuishouding;
-
f. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke waarden;
en mede bestemd voor:
-
g. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone -
industrie';
met daaraan ondergeschikt:
-
h. het recreatief medegebruik;
-
i. groenvoorzieningen;
-
j. wegen, straten en paden;
-
k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
l. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
-
m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen en sluizen.
22.2. Bouwregels
22.2.1. Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
22.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de breedte van een steiger zal ten hoogste 1,20 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van een steiger zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
22.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. een goede milieusituatie;
-
b. de verkeersveiligheid;
-
c. de sociale veiligheid;
-
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
22.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van gronden als (permanente) liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest Fryslân , zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;
-
b. het gebruik van vaartuigen voor permanente bewoning.