direct naar inhoud van Artikel 13: Verkeer
Plan: Koudum - De Easte en Parkplan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.055008-onhe

Artikel 13: Verkeer

13.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen;
  • b. bermen;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. water;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • f. karakteristieke laanbeplanting;
  • g. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
13.2. Bouwregels
13.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en geen overkappingen worden gebouwd.

13.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
13.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

13.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het kappen en rooien van karakteristieke laanbeplanting.
13.4.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 13.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de gronden;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarde van de karakteristieke laanbeplanting.