direct naar inhoud van Artikel 24: Wonen - 2
Plan: Workum - Kom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.055007-OH01

Artikel 24: Wonen - 2

24.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;
    • 2. opslag, ter plaatse van de aanduiding “opslag”;
  • b. bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. een paardrijdbak, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - paardrijdbak”;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. wegen, straten en paden;
  • g. water;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

24.2. Bouwregels
24.2.1. Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • bouwwerken mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - bebouwingsvrije zone”.
24.2.2. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal voor ten minste 90% binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de voorbouwgrens niet wordt overschreden;
  • c. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - bouwhoogte”, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste 14,00 m zal bedragen.
24.2.3. Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 3,00 m achter de voorbouwgrens of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag een carport op ten minste 1,00 m achter de voorbouwgrens of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijgebouw en een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping tot het hoofdgebouw zal ten minste 3,00 m bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 100 m² bedragen, op de voorwaarde dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer zal bedragen dan 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer zal bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, exclusief de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • e. de goothoogte van de bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de dakhelling van de bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 60° bedragen;
  • g. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een aangebouwd bijgebouw zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw.
24.2.4. Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

24.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid; en
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

24.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinscha lige bedrijfsmatige activiteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte groter is dan 30% van de begane vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijgebouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde overkappingen op het bouwperceel, met een maximum van 50 m².