Plan: | Bestemmingsplan Genemuiden centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1896.BP0044-VS01 |
Plangebied bestemmingsplan Genemuiden centrum
De gemeente Zwartewaterland is de laatste jaren intensief bezig geweest met het actualiseren van de bestemmingsplannen binnen de gemeente. Voor het centrum van Genemuiden is onlangs een beheersverordening vastgesteld. Het is echter gewenst dat voor het centrum een planologisch kader gaat gelden, dat aansluit bij de huidige ruimtelijke inzichten en de beleidsintenties zoals vastgelegd in onder meer de Structuurvisie. Daarnaast is uit de praktijk gebleken dat het vigerende plan op onderdelen niet meer aansluit bij de wensen en behoeften van deze tijd. Daarom heeft de gemeente voorliggend bestemmingsplan opgesteld voor het centrum van Genemuiden. De begrenzing van dit bestemmingsplan is aangegeven op de overzichtskaart. Het sluit op hoofdlijnen aan bij de begrenzing van de beheersverordening voor het centrum (vastgesteld op 6 juni 2013 door de gemeenteraad) met dien verstande dat in het bestemmingsplan ook een gedeelte van de Klaas Fuitestraat is meegenomen.
De beheersverordening Centrum Genemuiden, welke is vastgesteld op 6 juni 2013, vormt het vertrekpunt voor het voorliggende bestemmingsplan. Hiermee wordt de bestaande legale situatie zoveel mogelijk gerespecteerd.
Het bestemmingsplan heeft naast de functie van behoud (beheer) ook duidelijk een op ontwikkeling gerichte doelstelling. Deze laatste doelstelling is met name gericht op het versterken van de aantrekkingskracht van het centrum van Genemuiden door het toestaan van meerdere functies in het kernwinkelgebied.
Naast de wettelijke verplichtingen en nieuwste standaarden, is een nieuw bestemmingsplan een goede gelegenheid om aansluiting te zoeken bij de meest recente beleidsstukken van de gemeente Zwartewaterland. Voor het bestemmingsplan zijn de Structuurvisie zicht op Zwartwaterland 2005-2020, het centrumplan voor Genemuiden en de planologische beleidsregels voor E-commerce van belang.
Het bestemmingsplan is opgesteld volgens de Wet ruimtelijke ordening die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Het plan sluit aan bij de nieuwe eisen die voortkomen uit de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2012.
Aan het opstellen van het bestemmingsplan voor het centrum van Genemuiden is een aantal ontwikkelingen voorafgegaan die invloed hebben op het bestemmingsplan. Het totstandkomingsproces van het bestemmingsplan Centrum Genemuiden ziet er globaal als volgt uit:
Als eerste stap in het vervaardigen van het bestemmingsplan voor het centrum van Genemuiden is de 'Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Centrum Genemuiden' opgesteld, waarin onder andere de uitgangspunten voor de verschillende functies en de effecten op de omgevingsaspecten zijn opgenomen. De nota is op 13 maart 2014 vastgesteld door de gemeenteraad en vormt de basis voor het bestemmingsplan Genemuiden centrum.
De bestaande beheersverordening voor het centrum van Genemuiden vormt het vertrekpunt voor de actualisatie. Hiermee worden de bestaande rechten van de inwoners zoveel mogelijk gerespecteerd. Het nieuwe bestemmingsplan gaat de navolgende plannen vervangen:
De bestemmingsplannen 'Oud Genemuiden' (1994) en 'Binnenlanden - West' (1982) en het uitwerkingsplan 'Van Lente' (1983) zijn opgenomen in de beheersverordening Centrum Genemuiden. Het bestemmingsplan 'Binnenlanden - West' maakt gedeeltelijk onderdeel uit van de beheersverordening Centrum Genemuiden.
In hoofdstuk 2 komt het relevante provinciale en gemeentelijke beleid aan bod. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitgangssituatie en de planuitgangspunten. De onderwerpen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn: ruimtelijk-functionele structuur, bevolking en wonen, bedrijvigheid en voorzieningen, recreatie en toerisme, infrastructuur en groen. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de ruimtelijke kwaliteit van het centrum, verwoordt op onder andere gebied van welstand, de beeldkwaliteit en de karakteristieke waarden. Vervolgens geeft hoofdstuk 5 een beschrijving van de onderzoeken die ten aanzien van verschillende milieu- en omgevingsaspecten zijn verricht. Het betreft de volgende onderwerpen: water, archeologie, ecologie, wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en bodem. In hoofdstuk 6 volgt de planbeschrijving in de vorm van een toelichting op de systematiek en een toelichting op de bestemmingen. Ten slotte verwoordt hoofdstuk 7 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
De Omgevingsvisie (juli 2013) bevat samen met de Omgevingsverordening (12 september 2013) het ruimtelijke beleid van de provincie Overijssel. Het navolgende beleid is van toepassing op het centrum van Genemuiden.
Ontwikkelingsperspectieven
Het centrum van Genemuiden ligt binnen de stedelijke omgeving en heeft hierbinnen de ontwikkelingsperspectieven: historische kern (zwart), woonwijk (bruin), bedrijventerrein (paars) en buitendijksgebied, beekdal of veenweide-gebied (blauwe lijnen). De provincie Overijssel heeft per ontwikkelingsperspectief aangegeven welke functies hier passend zijn.
Navolgende kaart geeft een impressie van de ontwikkelingsperspectieven.
Omgevingsvisie Overijssel, ontwikkelingsperspectieven stedelijke omgeving
Historische kern (zwart)
In de historische kern (binnenstad) is ruimte voor een multifunctioneel milieu gebaseerd op voorzieningen (winkels, cultuur, ov, etcetera). Er moet sprake zijn van een versterking van de eigen identiteit gebaseerd op het historische karakter, erfgoed en monumenten.
Woonwijk (bruin)
Binnen het ontwikkelperspectief 'woonwijk' is ruimte voor herstructurering, inbreiding en transformatie naar diverse woon-, werk-, en gemengde stadsmilieus.
Bedrijventerrein (paars)
Binnen bestaande bedrijventerreinen is ruimte voor herstructurering van bestaande monofunctionele werkmilieus.
Buitendijksgebied, beekdal of veenweidegebied (blauwe lijnen)
Het centrum van Genemuiden is een stedelijk gebied, gelegen ten zuiden van het Zwarte Water. De provincie Overijssel stemt stedelijke ontwikkeling af op kenmerken van het watersysteem. In laaggelegen gebieden wordt rekening gehouden in bouw- en evacuatieplannen met risico's op overstroming en wateroverlast.
Gebiedskenmerken
Bij de Omgevingsvisie is de Catalogus Gebiedskenmerken vastgesteld. Hierin wordt aangegeven hoe de provincie de ruimtelijke kwaliteit wil realiseren. De provincie hanteert hierbij een lagenbenadering. In totaal zijn er vier lagen (natuurlijke laag, laag van het agrarisch cultuurlandschap, stedelijke laag en de lust- en leisurelaag). De volgende lagen hebben betrekking op het centrum van Genemuiden:
Natuurlijke laag
Bij de natuurlijke laag valt het gehele gebied onder de 'in cultuur gebrachte laagveengebieden'. Kenmerkend voor laagveengebieden is dat onder invloed van stagnerend water en grondwater uitgestrekte veenmoerassen zijn ontstaan. De laagveenmoerassen zijn deels ontwaterd, verveend en in cultuur gebracht. Genemuiden is ontstaan op het kruispunt van een natuurlijke kreek en de ringdijk van Polder Mastenbroek. De historische stadskern ligt op een kreekrug, ter plaatse van een afdamming van de kreek. Later zijn in verschillende fasen nieuwe dijken aangelegd om stedelijke uitbreidingen mogelijk te maken.
Laag van het agrarische cultuurlandschap
Het gehele centrum van Genemuiden maakt onderdeel uit van de agrarische laag. Het open, laag en nat landschap zijn ontstaan door occupatie vanuit de bewoonde hogere randen.
De ambitie en sturing van de provincie zijn bij, bovenstaande genoemde lagen, met name gericht op het landelijk gebied en zijn hierdoor niet toepasbaar op het centrum van Genemuiden.
Stedelijke laag
Binnen het centrum van Genemuiden komen de volgende stedelijke lagen voor: historische centra, woonwijken 1955-nu en bedrijventerreinen. De provincie Overijssel heeft per eenheid aangegeven welke richting zij beogen:
Lust- en leisurelaag
Het centrum van Genemuiden is niet opgenomen op de Lust- en leisurelaag.
Nationaal Landschap IJsseldelta
De stad Genemuiden heeft binnen het provinciaal beleid de aanduiding 'Nationaal Landschap IJsseldelta'. De kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap zijn: de grote mate van openheid, de historische, rationele, geometrische verkaveling van de polder Mastenbroek, het reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen en de kleinschaligheid en openheid van het rivierenlandschap. De omgevingsverordening stelt dat bestemmingsplannen alleen voorzien in nieuwe ontwikkelingen binnen het gebied die bijdragen aan het behoud of de ontwikkeling van deze kernkwaliteiten.
De voorgaande kernkwaliteiten hebben geen betrekking op het centrum van Genemuiden.
Waterveiligheid
Het centrum van Genemuiden ligt op de kaart 'waterveiligheid' binnen de aanduiding 'dijkring 10'. Bestemmingsplannen die betrekking hebben op dit gebied (wettelijk vastgelegd dijkringgebied), voorzien alleen in het realiseren van nieuwe bebouwing binnen het gebied, als er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang. Een bestemmingsplan moet in deze gevallen zodanige voorwaarden bevatten dat de veiligheid ook op de lange termijn voldoende is gewaarborgd.
Het onderhavige bestemmingsplan heeft betrekking op een volledig bebouwd en ingericht gebied. Binnen dit gebied zal mogelijk bestaande bebouwing worden vervangen of zal hooguit nieuwe bebouwing in de vorm van bijgebouwen of aanbouwen mogelijk worden gemaakt. Dat laatste is bebouwing die ook op grond van de vigerende planologische regelingen mogelijk is en die geen extra gevolgen heeft voor de waterveiligheid. Eventueel vervangende nieuwbouw zal met een planherziening of hooguit met een wijzigingsbevoegdheid worden toegestaan. Bij de toepassing daarvan zal dan aandacht worden gegeven aan eisen uit de verordening met betrekking tot de waterveiligheid. Om deze reden wordt in dit bestemmingsplan, naast de waterparagraaf, verder niet expliciet aandacht gegeven aan dit aspect.
Warmte en koude opslag
Het watervoerend pakket is volgens de potentiekaart van de provincie zeer geschikt voor warmte koude opslag (WKO). Het is mogelijk WKO voor individuele functies te realiseren. Indien zich grootschalige initiatieven aandienen zal de gemeente afwegen of hieraan medewerking verleend kan worden.
De gemeenteraad heeft op 25 april 2013 de Structuurvisie Zwartewaterland vastgesteld. In deze structuurvisie is de visie van de gemeente Zwartewaterland opgenomen over de ruimtelijke ontwikkelingen die tot 2025 wenselijk zijn in de gemeente. In de structuurvisie is er qua visie onderscheid gemaakt bij een aantal ontwikkelingen, een visie op korte termijn of een visie op langere termijn. De 'korte termijn' bedraagt een periode van vijf jaar. Bij visie op de langere termijn is momenteel niet te voorzien of er externe ontwikkelingen komen, die te zijner tijd een wijziging op de visie noodzakelijk maken. Voor een aantal aspecten wordt in de structuurvisie een visie gegeven. Voor Genemuiden betreft het de volgende onderwerpen:
Cultuurhistorie
Ontwikkelingen in de oude kern van Genemuiden moeten bijdragen aan het behoud en herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
In de vigerende beheersverordening Centrum Genemuiden en ook in het hiervoor geldende bestemmingsplan Oud Genemuiden, is detailhandel uitsluitend toegestaan op de aangeduide locaties en op de begane grond. Dit nodigt niet uit voor ondernemers die een winkel willen beginnen. Daarnaast biedt het vigerende planologisch regime weinig tot geen mogelijkheden tot uitbreiding. Ook de overige functies (waaronder bedrijven) binnen het centrumgebied zijn gedetailleerd vastgelegd.
Het centrumplan voor Genemuiden heeft (mede) tot doel de aantrekkelijkheid van het centrum voor bezoekers uit de omgeving te vergroten. In het centrumplan zijn de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden vastgesteld:
Uitgangspunt is om het eigen karakter van de verschillende deelgebieden binnen Genemuiden te respecteren en te versterken met passende inrichtingsmaatregelen en eigen functieprofiel. Dat geeft een heldere opbouw aan het centrumgebied en helpt om tot een goede spreiding te komen van het voorzieningenaanbod en ongewenste concurrentie tegen te gaan. De vier deelgebieden vormen samen een uniek historisch ensemble dat juist door zijn afwisseling aantrekkelijk is voor bezoekers.
De volgende ontwikkelingen waren in het centrumplan te voorzien:
In het bestemmingsplan is voor de reeds gerealiseerde onderdelen (verbouwing voormalig gemeentehuis, verplaatsing Boni) een passende planologische regeling opgenomen. Daarnaast is, mede ter anticipatie op de in het centrumplan voorziene inrichtingsmaatregelen, in het bestemmingsplan een actuele en ruime verkeersbestemming opgenomen.
In de beleidsregels voor E-commerce is aandacht geschonken aan de ontwikkeling van E-commerce/webwinkels. De gemeente wil duidelijk onderscheid maken in fysieke winkels en webwinkels, zodat geen onevenredige inbreuk wordt gedaan van het uitgangspunt om de winkelcentra te behouden en te versterken. In de beleidsregel is vastgelegd onder welke omstandigheden E-commerce kan worden toegestaan. Er is een begripsbepaling in de regels opgenomen waaraan de E-commerce moet voldoen. Op basis van deze bepaling zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Het archeologiebeleid van Zwartewaterland is verankerd in de Archeologienota Zwartewaterland en de Lokale Onderzoeksagenda Archeologie Zwartewaterland. Onderdeel van de Archeologienota is de Archeologische Waarderingskaart Zwartewaterland. De waarderingskaart is gedetailleerder dan de rijkskaarten en provinciale kaarten (AMK en IKAW). De waarderingskaart wordt als beleidsadvieskaart ingezet en kent een klassewaardering van 0, 10, 50, 90 en 100%.
Het beleid is dat in nieuw op te stellen bestemmingsplannen gebieden met een vondstkans van meer dan 50% worden beschermd door middel van een dubbelbestemming. Het beleid is verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. Onderzoek of opgraving dient plaats te vinden indien het te beroeren oppervlak groter is dan 100 m2 en dieper dan 0,5 m.
Het huidige Genemuiden kent een tweedeling in enerzijds bedrijventerreinen en anderzijds woningbouw. Een belangrijke infrastructurele drager is de N760 van Genemuiden naar IJsselmuiden/Kampen. De N760 stopt aan Het Zwarte Water en continueert zich door middel van een pontverbinding richting Zwartsluis/Meppel en de Noordoost polder. De Randweg/N759 begrenst Genemuiden in het zuidoost en vormt tevens de verbinding via Hasselt naar Zwolle. Het Zwarte Water is al lange tijd bepalend voor Genemuiden. Bedrijvigheid heeft een groot aandeel in het ruimtegebruik in Genemuiden. Ongeveer van de helft van het bebouwde gebied is bedrijventerrein en is voornamelijk gesitueerd in het oostelijk deel. Het meer westelijk deel bestaat uit historische bebouwing rondom de havenarm, die nu wordt gebruikt voor plezierjachten, en parallel aan de hoofdstraat richting het zuiden. Daaromheen zijn in de loop der tijd op kleine schaal uitbreidingswijken gebouwd.
Figuur: Structuur kern Genemuiden. Bron: Structuurvisie Zicht op Zwartewaterland 2005-2020
In de gemeentelijke Welstandsnota is het plangebied ingedeeld in de deelgebieden 'Oude Kern Genenuiden' en 'Naoorlogse wijken'.
Oude kern Genemuiden
Het centrum van Genemuiden wordt gekenmerkt door vier gebiedjes met ieder hun eigen karakteristieken.
Het hart van Genemuiden wordt gevormd door het Havenplein en de Wester- en Oosterkaai, die vanaf het plein evenwijdig aan de haven naar het Zwartewater lopen. De bebouwing bestaat voornamelijk uit herenhuizen uit eind negentiende eeuw. De panden aan de Westerkaai hebben relatief brede percelen van zo'n zeven tot acht meter breed. Deze brede maat stamt van de stadsboerderijen die hier vroeger stonden.
De woningen in dit gebied worden getypeerd door geprofileerde gootlijsten, schilddaken met de nok haaks op de weg, rood metselwerk in kruisverband, gestuukte plinten en overwegend donkere dakpannen. Kenmerkend voor de gevelopeningen zijn de beperkte breedte en grote hoogte, de royale afmetingen van het kozijnhout alsmede plaatsing van de toegangsdeur in de voorgevel.
De Langestraat, Achterweg en Simondstraat zijn ontstaan door bebouwing langs de eerste verhogingen en dijken. Vooral de Achterweg is als voormalige 'achtererf' van de stadsboerderijen sterk beeldbepalend en typerend voor dit gebiedje. De bebouwing in de genoemde straten dateert uit eind negentiende eeuw. Ze bestaat uit rijen dicht opeen gebouwde, losstaande woningen, gekenmerkt door schilddaken, geprofileerde gootlijsten en metselwerk in kruisverband. De nok staat overwegend haaks op de weg, de voorgevels staan doorgaans in de rooilijn.
De Overkant is het stadsdeel ten noorden van de M.G. Simondsstraat en vormt de overgang van centrum naar industrieterrein. De buurt wordt gekenmerkt door zijn planmatige opzet en hoge bebouwingsdichtheid. Karakteristiek voor De Overkant zijn de arbeiderswoningen uit begin twintigste eeuw. Deze hebben een hoofdvorm van anderhalve bouwlaag met kap. De huizen zijn overwegend opgetrokken uit rode en witte kalkzandsteen en hebben schilddaken of langskappen, gebakken dakpannen en ondersteunde goten. Ze zijn redelijk origineel naar maat en schaal en hebben bijna allemaal een dakkapel. Bijzonder bij enkele woningen zijn de zij- en achtergevels, uitgevoerd in kalkzandsteen, en de voorzijde in baksteen. Waarschijnlijk is hier uit kostenoverwegingen voor gekozen.
Het buurtje tussen de Hoek en de Nijstad grenst aan het Kerkplein en wordt gekenmerkt door zijn bebouwingsstructuur: kleine, oorspronkelijke woningen die dicht opeen en achter elkaar staan. Ze worden ontsloten via dwars lopende, smalle stegen tussen de straten De Hoek en De Nijstad. De huisjes hebben geen buitenruimte.
Naoorlogse wijken
Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen met langskappen. Het welvaartsniveau kan duidelijk worden afgelezen aan de bouwstijl in de diverse decennia. De nieuwere woningen zijn doorgaans groter dan de oudere.
De eerste naoorlogse wijken bestaan oorspronkelijk uit eenvormige, sociale woningbouw, met aan de randen enkele particuliere, grootschaliger kavels. Ze worden gekenmerkt door een eenvoudig patroon van rechte straten met rijtjeswoningen. Typerend zijn de groenstroken tussen stoep en rijbaan. De huizen hebben twee woonlagen. De bebouwing wordt verder gekenmerkt door langskappen zonder dakoverstek en rode gebakken pannen.
Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een beschermd Stads- of Dorpsgezicht. Het oude centrum heeft echter veel cultuurhistorische waarden. Als eerst is dit afleesbaar aan het stedenbouwkundig patroon van straten, stegen en watergangen. Bijzonder zijn de haven en de Sas (sluis en petroleumkelder). Zij vormen samen het typerende hart van Genemuiden. De haven is bijzonder omdat zij doordringt tot diep in de stad, waarbij het voornamelijk in gebruik is voor de pleziervaart. De Sas, aangelegd in 1867, vormt de beëindiging van de binnenhaven. Ook de bermsloot aan de westzijde van het centrum is van historische en stedenbouwkundige waarde. Deze sloot is bepalend voor de historische structuur van Genemuiden en geeft een heldere grens van het oude centrum. De sloot is op sommige plekken gedempt. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt zou het gewenst zijn om dit op enigerwijze weer in ere te herstellen. Derhalve is de sloot voorzien van een groenbestemming waarbinnen het aanleggen van watergangen is toegestaan.
Daarnaast geldt dat ook de bebouwing bijdraagt aan de beleving van de cultuurhistorisch waardevolle ruimte. In het vigerende bestemmingsplan werd hier aandacht aan besteed middels het opnemen van de aanduiding 'karakteristiek'. In het voorliggend plan zijn de gegevens geactualiseerd , hierbij is een inventarisatie uitgevoerd waarbij op grond van de huidige verschijningsvorm van de gebouwen een hernieuwde weging is gemaakt. Een weging is gemaakt met behulp van de volgende criteria:
- cultuurhistorische aspecten, zoals ontstaansgeschiedenis en lokaal belang;
- architectonische aspecten, zoals bouwstijl;
- stedenbouwkundige aspecten, zoals ligging en ensemble;
- herkenbaarheid en gaafheid;
- authenticiteit en/of zeldzaamheidswaarde.
Gebouwen zijn op basis van een beoordeling ingedeeld in twee categorieën: structuurbepalend en beeldbepalend. Structuurbepalende panden zijn gebouwen die van waarde zijn vanwege hun hoofdvorm en werking in de historisch stedenbouwkundige structuur. Bij beeldbepalende panden geldt dit ook, maar is bovendien sprake van een waardevolle aanwezige vormgeving.
Het bestemmingsplan, dat niet voorziet in (grootschalige) nieuwe ontwikkelingen, houdt voldoende waarde met aan de aanwezige cultuurhistorische waarden. De structuurbepalende en beeldbepalende panden zijn in de verbeelding voorzien van een bouwaanduiding en hebben in de regels een passende regeling gekregen. Tevens is een overzicht van deze panden opgenomen in Bijlage 1 Karakteristieke
panden, behorende bij de toelichting.
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient te worden uiteengezet of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: ´het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.´
Het waterschap Groot Salland is primair verantwoordelijk voor de waterhuishouding in het plangebied. Onder de verantwoordelijkheden vallen onder andere beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water. Daarnaast wordt geadviseerd hoe om te gaan met hemelwater. Volgens de Wet gemeentelijke watertaken (2008) is de gemeente verantwoordelijk voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en hemelwater. De gemeente mag vervolgens zelf bepalen op welke wijze het ingezamelde hemelwater wordt verwerkt. De wijze van verwerking van het hemelwater door de gemeente moet wel passen binnen het beleid van het Waterschap Groot Salland.
De gemeente Zwartewaterland is niet primair verantwoordelijk voor alle watertaken, maar moet de waterbelangen wel goed beschrijven en afwegen binnen de ruimtelijke ordening. Een van de instrumenten hiervoor is de verplichte watertoets. De watertoets houdt in dat het Waterschap beoordeeld of de waterbelangen voldoende gewaarborgd zijn. De voor de gemeente en waterschap van belang zijnde wateraspecten zijn hieronder beschreven. Verder heeft de gemeente de zorgplicht om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie nadelige grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied te voorkomen of te beperken.
In het algemeen zoekt het waterschap naar duurzame oplossingen. Uitgangspunt is dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Daarbij geldt dat het regenwater, dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is (zoals van gevels en daken), zoveel mogelijk wordt vastgehouden of wordt geborgen.
Het beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het Waterbeheerplan 2010-2015, de beleidsnota Leven met Water in Stedelijk Gebied, Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007, Visie Beheer en Onderhoud 2050 en het Beleidskader Recreatief Medegebruik. Daarnaast is de Keur van het Waterschap Groot Salland een belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden. De genoemde beleidsdocumenten liggen ter inzage op het hoofdkantoor van het Waterschap Groot Salland. Ook zijn deze te raadplegen op de internetsite: www.wgs.nl. Op gemeentelijk niveau is het in overleg met het waterschap opgestelde gemeentelijk Waterplan en het (verbreed) gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van belang.
Om het hemelwater van verhardingen en daken zo schoon mogelijk te houden, zodat het zuiveringsproces zo eenvoudig mogelijk is (bij afvoer via het gescheiden rioolstelsel) of om vervuiling van het oppervlaktewater te (bij lozing op het oppervlaktewater), is het gewenst om bij het bouwen rekening te houden met de materiaalkeuze. Het gebruik van zink, lood of andere uitlogende materialen dient daarbij zoveel mogelijk vermeden te worden. In dit kader wordt opgemerkt dat bij nieuwbouw geen uitloogbare materialen worden gebruikt.
Op de aanwezige primaire waterkering (de dijken langs het Zwarte Water) en de bijbehorende kern- en beschermingszone is de Keur van het waterschap van toepassing. De Keur van het waterschap geeft regels met betrekking tot het onderhoud van dergelijke werken. Als werkzaamheden hierbinnen worden uitgevoerd is een ontheffing op de Keur noodzakelijk.
De watertoets heeft op 26 maart 2014 plaatsgevonden door het invullen van de digitale watertoets. De vragenlijst is volledig ingevuld. Het bestemmingsplan raakt geen waterschapsbelang. Het bestemmingsplan is gericht op de bestaande situatie, een verandering in de watergangen is hierdoor niet mogelijk. Het water in het plangebied is hiermee gewaarborgd. Hierdoor is nader overleg met het waterschap niet nodig. De watertoets is opgenomen als Bijlage 2 Watertoets.
Het centrum van Genemuiden ligt op de kaart 'waterveiligheid' binnen de aanduiding 'dijkring 10'. Bestemmingsplannen die betrekking hebben op dit gebied (wettelijk vastgelegd dijkringgebied), voorzien alleen in het realiseren van nieuwe bebouwing binnen het gebied, als er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang. Als gevolg van de verwachte klimaatveranderingen nemen de overstromingsrisico's toe. De dijkringgebieden zijn vastgelegd in de Waterwet.
De wettelijke norm voor de dijkring 10 is een overschrijdingskans van 1:2000 per jaar. Een overschrijdingskans wil zeggen dat het een norm betreft voor het optreden van een bepaalde waterstand in de rivier. De waterstanden zijn destijds door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vastgelegd. Deze worden in het project Veiligheid Nederland in Kaart (VNK2) berekend. Het project VNK2 analyseert de huidige overstromingsrisico's in Nederland. Met een innovatieve methode koppelt het overstromingskansen aan de overstromingsgevolgen uitgedrukt in economische schade en aantallen slachtoffers. Met de informatie uit VNK2 kan de overheid gericht maatregelen treffen om Nederland kostenefficiënt te beschermen tegen overstromingen.
Het betreft hier een conserverend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan heeft geen gevolgen ten aanzien van de waterveiligheid. Het is van belang, indien er nieuwe ontwikkelingen plaats vinden, er voorzieningen, dan wel maatregelen om eventuele nadelige effecten van een mogelijke overstroming te beperken.
In het plangebied worden, op voorhand, geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Indien er sprake is van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, moet er overleg plaatsvinden met het waterschap.
De Monumentenwet heeft als doel het bieden van bescherming aan karakteristieke monumenten (gebouwen zijnde), archeologische monumenten en stads- en dorpsgezichten. Een van de belangrijkste uitgangspunten van deze wetgeving is dat er bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen rekening dient te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden.
In 2003 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Zwartewaterland en de archeologische dienst van de gemeente Zwolle gesloten. Deze samenwerking is vertaald in een door de gemeente Zwartewaterland opgesteld archeologisch beleid en een bijbehorende Archeologische Waardenkaart Zwartewaterland. In het plangebied liggen gebieden met een archeologische verwachtingswaarde van 50%, 90% en 100%. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen dat bij ruimtelijk ingrepen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De rest van het plangebied kent een archeologische verwachtingswaarde van 10%. Dit betekent dat archeologisch proefonderzoek wordt aanbevolen.
Figuur: Uitsnede archeologische verwachtingskaart Zwartewaterland
Genemuiden kent een rijke historie. Omstreeks het jaar 500 wordt de naam Gelmuda voor het eerst genoemd en in 1275 kreeg de kern stadsrechten. De ligging aan de zee was een belangrijke bestaansbron. In de vroege middeleeuwen had Genemuiden al een bloeiende visindustrie. Daar kwam de mattenhandel bij; al in het begin van de 17e eeuw was sprake van een florerende mattenindustrie. Deze matten gingen vooral naar het rijke en dichtbevolkte Holland. Vanaf 1795 heeft Genemuiden zich weten te ontwikkelen tot het centrum van de mattenindustrie. Rond 1900 omvatte de biezencultuur meer dan 500 hectare. Aan het eind van de eerste wereldoorlog werd overgeschakeld op kokosmatten en in de jaren '60 van de vorige eeuw op nylon en wol. Daarnaast werden hooibouw en veeteelt ook belangrijke bestaansbronnen. De ligging aan het water zorgt ervoor dat een haven aanwezig is, met de daarbij behorende activiteiten. In de praktijk blijkt evenwel dat er de laatste decennia weinig belangstelling is geweest voor de ligging aan het water. Zo is het eerste bedrijventerrein gelegen aan het Zwarte Water, maar dit leidde niet tot een grootschalig gebruik van het water. Ook een vorm van wonen aan of bij het water - met uitzondering van de Ooster- en Westerkaai - heeft geen vlucht genomen. De verschillende uitbreidingen van Genemuiden hebben ertoe geleid dat de bescherming tegen het water steeds veranderde. Dat resulteerde vooral in nieuwe dijken, waardoor de oude dijken - zonder functie - beeldbepalend aanwezig bleven, als cultuurhistorische overblijfselen van de strijd tegen het water.
Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een beschermd Stads- of Dorpsgezicht. Aan met name het oude centrum kunnen cultuurhistorische waarden echter niet worden ontzegd, waarbij met name het voormalige gemeentehuis en de haven opvallen.
Het voormalige gemeentehuis vormt de ruimtelijke begrenzing van de oude haven en is markant door zijn grote schaal en maat ten opzichte van de omringende bebouwing. Het gemeentehuis heeft de typische 'wederopbouwstijl' (Delftse School) van de jaren zestig. Opvallend zijn de enorme kap en de twee hoge schoorstenen, die het gebouw volume geven.
De haven en de Sas (sluis en petroleumkelder) vormen samen het typerende hart van Genemuiden. De haven is bijzonder omdat zij doordringt tot diep in de stad. De haven is in gebruik voor de pleziervaart. De Sas, aangelegd in 1867, vormt de beëindiging van de binnenhaven.
De omliggende woongebieden kennen geen bijzondere cultuurhistorische waarden.
Gelet op het feit dat het voorliggende bestemmingsplan ter plaatse niet voorziet in (grootschalige) nieuwe ontwikkelingen, wordt er geen afbreuk gedaan aan de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Het plangebied is getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Gebiedsbescherming
De toets in het kader van gebiedsbescherming vindt zijn oorsprong in de Natuurbeschermingswet 1998 en draagt zorg voor de bescherming van natuurwaarden. De wet kent drie typen gebieden:
Onderstaande kaart laat zien dat ten noorden van het plangebied het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht ligt.
Figuur Ligging Natura 2000-gebieden in relatie tot het plangebied
In het plangebied komen geen Natura-2000 gebieden of beschermde natuurmonumenten voor. Wel komen in de (directe) omgeving van het plangebied nog deze Natura-2000 gebieden voor, te weten:
Aangezien het bestemmingsplan is gericht op de bestaande situatie, waar geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk kunnen worden gemaakt is een nadere toetsing niet noodzakelijk. Daarbij zij tevens gewezen op het exclaveringsprincipe, op basis waarvan bestaande bebouwingen (inclusief erven en tuinen) en verhardingen geen onderdeel uitmaken van het Natura 2000-gebied.
Naast de Natuurbeschermingswet 1998 speelt de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur een belangrijke rol binnen de gebiedsbescherming. De Ecologische Hoofdstructuur is een samenhangende structuur van gebieden met een speciale natuurkwaliteit (doelen). De Ecologische Hoofdstructuur moet biodiversiteit en duurzame natuurkwaliteit waarborgen. Het realiseren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen de Ecologische Hoofdstructuur is aan voorwaarden verbonden. De ecologische verbindingen zijn essentiële onderdelen van de Ecologische Hoofdstructuur. Ze verbinden gebieden waardoor de ecologische kwaliteit van de gebieden en de draagkracht toenemen. Levensgemeenschappen van planten en dieren kunnen zich beter handhaven en ontwikkelen. Een onderdeel van deze verbindingen is de robuuste verbindingszone. Deze gebieden moeten nog worden begrensd, waardoor zij op dit moment nog geen onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur uitmaken.
De IJsseldelta maakt onderdeel uit van de EHS, op navolgende kaart is de situering van de Ecologische Hoofdstructuur nabij Genemuiden opgenomen. Ontwikkelingen dienen te worden getoetst op eventuele gevolgen voor de aanwezige flora en fauna.
Soortenbescherming
Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden vaste broed-, rust- en groeigebieden van bepaalde dieren en planten te vernielen of te verstoren. In sommige gevallen is onder voorwaarden ontheffing van dit verbod mogelijk. Bij nieuwe ontwikkelingen in een bestemmingsplan moet worden nagegaan of in het betreffende gebied beschermde soorten aanwezig zijn.
Het voorliggende bestemmingsplan neemt de bestaande bebouwde structuur als uitgangspunt en voorziet niet in grootschalige nieuwbouw. Bij vervanging van bebouwing moet op grond van de Flora- en faunawet onderzoek moeten worden gedaan.
Wat betreft geluid zijn de regels uit de Wet geluidhinder van toepassing. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai.
Weg
Ten aanzien van wegverkeerslawaai kan worden gesteld dat er in het plangebied een aantal zoneplichtige wegen aanwezig zijn, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (wegen > 30 km/uur). Het bestemmingsplan biedt geen mogelijkheden voor het realiseren van (nieuwe) geluidsgevoelige gebouwen. Uitsluitend de bestaande situatie is vastgelegd en geregeld. Derhalve is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai niet aan de orde.
Spoor
In het plangebied en in de directe omgeving zijn geen spoorverbindingen aanwezig.
Industrie
Voor het bedrijventerrein van Genemuiden is er vanuit de Wet geluidhinder geen wettelijke verplichting om het industrieterrein te zoneren. De gemeente Zwartewaterland heeft een geluidbeheersmodel opgesteld, dit vanwege een 'goede ruimtelijke ordening' en om het geluid te kunnen beheersen. Het geluidbeheersmodel is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 5 juni 2012 (DV/WM3). Het model kan worden toegepast bij wijzigingen in het bestemmingsplan binnen of nabij de beheerszone en bij de geluidverdeling bij bedrijven (vergunningen).
Op onderstaande afbeelding is met een rode arcering de 50 en 55 dB(A) industrielawaai contour aangegeven.
Geluidcontour Industrielawaai, bron: geluidbeheersmodel gemeente Zwartewaterland
Conclusie
Binnen de 50 dB(A) contour zijn een aantal woningen gelegen. Het voorliggende bestemmingsplan geeft geen mogelijkheid om binnen deze contour nieuwe woningen te realiseren, hierdoor treden er geen belemmeringen op.
De Wet luchtkwaliteit vormt een onderdeel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of als een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. In het plangebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die nader luchtkwaliteitsonderzoek vereisen. Ook zijn er in Genemuiden geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen bekend.
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Er is een analyse gemaakt van de externe veiligheid voor het plangebied. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Visie externe veiligheid gemeente Zwartewaterland 2012 - 2014 (vastgesteld op 14 juni 2012) en de Risicokaart van de Provincie Overijssel.
Figuur Uitsnede risicokaart Overijssel Genemuiden
In of nabij het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig die van invloed zijn op de voorliggende bestemmingsplan.
Blijkens de Visie externe veiligheid gemeente Zwartewaterland 2012 - 2014 zijn er in en nabij het plangebied geen transportroutes over de weg van gevaarlijke stoffen aanwezig. Het aantal LPG-transporten en het transport van propaan (bedoeld ter bevoorrading van de aanwezige LPG-tankstations) leidt binnen de gemeente Zwartewaterland nergens tot overschrijdingen van het plaatsgebonden risico PR10-6. Hierdoor zijn er geen belemmeringen aanwezig voor het plangebied
Op of nabij het plangebied bevinden zich geen buisleidingen waarmee in het kader van het externe veiligheidsbeleid rekening dient te worden gehouden.
In of nabij het plangebied zijn geen hoogspanningslijnen aanwezig die van invloed zijn op de voorliggende bestemmingsplan.
Het watervoerend pakket is zeer geschikt voor warmte koude opslag (WKO). Het is mogelijk WKO voor individuele functies te realiseren. Indien zich grootschalige initiatieven aandienen zal de gemeente afwegen of hieraan medewerking verleend kan worden.
Daar het bestemmingsplan betrekking heeft op de bestaande bebouwing en de gemeente verder geen bijzondere duurzaamheidsdoelstellingen voor ogen heeft voor het centrum van Genemuiden, zijn er verder geen bijzondere duurzaamheidsregelingen voor het plangebied opgenomen.
Vanaf 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit in werking getreden. Dit nieuwe besluit zorgt voor een betere balans tussen een gezonde bodemkwaliteit en ruimte voor maatschappelijke ontwikkelingen, zoals natuur en landbouw. Het mogelijk maken van ontwikkelingen zonder de bodem of het oppervlaktewater te schaden, is het doel van het besluit.
Voor het plangebied is de Bodematlas van de provincie Overijssel op 26 maart 2014 geraadpleegd. Onderstaande afbeelding geeft een impressie over de beschikbare bodeminformatie van het plangebied.
Bodemgegevens plangebied, bron Bodematlas Overijssel
In de Regeling omgevingsrecht is geregeld dat bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen een onderzoeksrapport over de bodemgesteldheid moet worden overgelegd. In artikel 2.4 is opgenomen “In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit verstrekt de aanvrager ten behoeve van toetsing aan de overige voorschriften van de bouwverordening een onderzoeksrapport betreffende verontreiniging van de bodem, gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd door een persoon of een instelling die daartoe is erkend op grond van het Besluit bodemkwaliteit”.
Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij roeringen in de grond plaatsvinden, zal een bodemonderzoek moeten worden verricht. Dit om te bepalen of de bodem van voldoende kwaliteit is om het bouwplan te kunnen realiseren. In het algemeen kan op basis van bovenstaande worden aangenomen dat de uitvoerbaarheid van eventuele functieveranderingen (binnen centrum- en gemengde bestemmingen) niet in het geding is. Tevens zijn er geen grootschalige bestemmingswijzigingen of nieuwbouw in dit bestemmingsplan voorzien.
Voor de milieucategorie-indeling wordt gebruikgemaakt van de brochure van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). In de brochure wordt een relatie gelegd tussen bedrijfssoorten en (mogelijke) milieubelasting. Deze milieubelasting staat weergegeven als een aan te houden (richt)afstand tussen de bron en gevoelige bebouwing. De brochure bevat onder meer een lijst met bedrijfssoorten die zijn onderzocht op 11 aspecten van milieubelasting, namelijk geur-, stof-, geluid- en trillingshinder, lucht-, water- en bodemverontreiniging, gevaar, ongedierte, visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Zoals gebruikelijk in een centrum is er sprake van een menging van functies. Naast de woonfunctie komen hier bedrijfsactiviteiten voor. Bedrijvigheid in het centrum is voornamelijk aanwezig in de vorm van detailhandel, zakelijke dienstverlening en lichte bedrijfsdoeleinden. Tevens liggen er in het centrum enkele horecabedrijven en objecten die bestemd zijn als 'bijzondere doeleinden'. Hierbij moet onder andere gedachten worden aan bijvoorbeeld kerken, het gemeentehuis, en een basisschool. Het havenplein, de westerkade en de oosterkade worden jaarlijks gebruikt voor het houden van (tent)feesten.
Het merendeel van de bedrijvigheid in het centrum heeft een milieucategorie 1 met een grootste richtafstand van respectievelijk 10 m. Alleen deze bedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven zijn in het plangebied toegestaan.
Voor zover er al bestaande bedrijven aanwezig zijn met een zwaardere categorisering dan worden deze specifiek bestemd. Via de Wet milieubeheer/Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit kan bij herbouw/nieuwbouw of functieverandering (eventueel via maatwerkvoorschriften) in voldoende mate worden voorzien in een acceptabel woon- en leefklimaat binnen het centrumgebied. Het bestemmingsplan is op basis van het aspect milieuzonering uitvoerbaar.
In dit hoofdstuk worden de regels van het voorliggende plan nader toegelicht. De regels zijn afgestemd op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Het Bro bevat een aantal regels, die verplicht moeten worden overgenomen in de regels van een bestemmingplan. Dit betreft:
- de anti-dubbeltelregel;
- het overgangsrecht.
Het bestemmingsplan is overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening vervat in een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden aangegeven. De inleidende regels (begrippen en wijze van meten) sluiten tevens aan bij de eisen van de SVBP 2012. Daarnaast sluit het bestemmingsplan aan bij de overige eisen uit het Besluit ruimtelijke ordening en het IMRO 2012. In het voorliggende bestemmingsplan worden tevens de begrippen uit de Wabo gehanteerd.
In het navolgende wordt de algemeen gehanteerde opbouw van de bestemmingsregels aan de orde gesteld. Deze ziet er als volgt uit:
Dit wordt in het navolgende nader toegelicht.
Hoofdstuk 1 - Inleidende regels
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (artikel 1) en de wijze van meten (arti-kel 2). Hierin wordt aangegeven wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan en hoe dient te worden gemeten bij de toepassing van de bouwregels of sommige gebruiksregels van het plan.
Hoofdstuk 2 - Bestemmingsregels
Een bestemming is een omschrijving van aan de grond toegekende functies, zoals wonen, bedrijven, groenvoorzieningen et cetera. De aard van de toegelaten inrichting van de gronden (bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde) vloeit dan voort uit de toegelaten functies. In de bestemmingsplannen worden meerdere bestemmingen onderscheiden. Aan deze bestemmingen zijn regelingen als de bestemmingsomschrijving, bebouwingsmogelijkheden en gebruiksmogelijkheden gekoppeld.
Per bestemming wordt de indeling volgens de SVBP 2012 gehanteerd. Deze volgorde en de naamgeving zijn standaard en dienen in principe te worden gevolgd.
Het bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen:
Bedrijf
Deze bestemming is opgenomen voor de gronden van het bedrijventerrein Genemuiden die binnen de begrenzing van het bestemmingsplan Genemuiden Centrum zijn gelegen en sluit voor een groot gedeelte aan bij de bestemming Bedrijf in het bestemmingsplan Bedrijventerreinen. In de bestemming is echter geen zonering opgenomen, bedrijven uit de categorieën 1 en 2 zoals benoemd in de Staat van bedrijven zoals opgenomen bij de regels zijn toegestaan. Daarnaast is de toegestane maximale bouwhoogte gezien de ligging aan de rand van het bedrijventerrein lager dan op de rest van het bedrijventerrein, te weten 10 m. In de bestemming zijn geen bouwvlakken opgenomen, wel moet een afstand van 3 m tot de perceelgrenzen worden aangehouden voor gebouwen.
De bouwmogelijkheden binnen deze bestemming zijn ruimer dan die in de bestemming Bedrijf - 1. Tevens wordt binnen deze bestemming volumineuze detailhandel toegestaan.
Bedrijf - 1
Deze bestemming is gehanteerd voor individuele bedrijven. Binnen de bestemming zijn bedrijven uit de categorieën 1 en 2 worden toegestaan zoals benoemd in de Staat van bedrijven zoals opgenomen bij de regels.
Bedrijf - Nutsvoorziening
Deze bestemming is specifiek gegeven aan de grotere nutsvoorziening. Deze nutsvoorzieningen hebben ruimtelijk mogelijk invloed op de omgeving maar zodanig specifiek qua gebruik en functie dat ze niet onder een 'normale' bestemming bedrijf thuishoren. De zogenaamde 'kleine' nutsvoorzieningen zoals trafokastjes worden direct toegestaan binnen de openbare bestemmingen, zoals 'Verkeer', 'Verkeer-Verblijfsgebied' en 'Groen' en zijn tot 15 m2 vergunningvrij.
Bedrijf - Opslag
Deze bestemming is opgenomen voor panden die ten behoeve van opslag mogen worden gebruikt.
Centrum
Het kernwinkelgebied heeft de bestemming Centrum gekregen. Voor de begrenzing van dit gebied is voornamelijk uitgegaan van het bestaande centrumgebied waarbinnen detailhandel is gevestigd. De gemeente kiest daarbij voor een compact en vitaal centrum met uiteenlopende functies die elkaar kunnen versterken. Binnen deze bestemming Centrum worden uitsluitend typische centrumfuncties, zoals detailhandel, dienstverlening, winkelgerelateerde horeca, lichte bedrijvigheid en wonen toegestaan. Supermarkten zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Niet winkelgerelateerde horeca is uitsluitend toegestaan op de bestaande locaties, deze zijn voorzien van een aanduiding.
Detailhandel
De bestaande fietsenwinkel heeft conform vigerende regeling een bestemming Detailhandel gekregen.
Detailhandel - Supermarkt
De bestaande supermarkten aan de Klaas Fuitestraat zijn voorzien van deze bestemming.
Gemengd
Enkele gronden, voornamelijk gelegen aan de toegangswegen naar het centrum van Genemuiden, zijn bestemd als Gemengd. Deze bestemming is toegepast indien in de bestaande situatie reeds kantoren, detailhandel of andere functies, anders dan wonen, zijn toegestaan. Binnen deze bestemming zijn de functies wonen en dienstverlening toegestaan. De gronden binnen deze bestemming behoren niet tot het kernwinkelgebied. De gemeente wil detailhandel graag concentreren in het kernwinkelgebied, om deze reden is binnen de bestemming Gemengd uitsluitend bestaande detailhandel toegestaan, voorzien van een aanduiding in de verbeelding. Ook ten aanzien van horeca, kantoren en maatschappelijke voorzieningen geldt dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan daar waar de gronden voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.
Binnen deze bestemming zijn de verschillende functies (dienstverlening, wonen en de specifiek aangeduide) in principe uitwisselbaar.
Groen
De bestemming 'groen' is gegeven aan het structurele en te handhaven/te beschermen groen in het plangebied. Binnen de bestemming groen zijn groenstroken, fiets- en voetpaden, water en speelvoorzieningen toegestaan. Parkeervoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de verbeelding zijn voorzien van een aanduiding 'parkeerterrein'.
Horeca
De bestemming 'Horeca' is bestemd voor horeca-activiteiten voor zover deze zijn genoemd in de aan de bijlage van de regels toegevoegde specifieke lijst. In de bestemming wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende horeca-catogorieen, afhankelijk van de invloed die de betreffende horecafunctie heeft op de omgeving.
Onder horeca categorie I zijn de lichte horeca-activiteiten begrepen zoals een broodjeszaak of een restaurant. Binnen deze categorie is onderscheid gemaakt in 3 subcategorieën, afhankelijk van de mate waarin de horecafuncties een verkeersaantrekkende werking hebben.
Horeca categorie II betreft de middelzware horeca, deze bedrijven zijn normaal gesproken ook ´s nachts geopend en kunnen hierdoor hinder voor omwonenden veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn café´s en biljartcentra.
Binnen de verschillende categorieën is uitwisseling van de horeca-activiteiten mogelijk. Zo kan er op de plek van hotel ook een restaurant worden toegestaan.
Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de Bijlage Lijst van horeca-activiteiten.
Maatschappelijk/Maatschappelijk - Begraafplaats
Dit is een brede bestemming waarbinnen de verschillende maatschappelijke functies (onderwijs, zorg, medisch, openbaar, sociaal, cultureel en religieus) zonder verdere procedure uitwisselbaar zijn. Voor een begraafplaats is vanwege de specifieke functie, verschijningsvorm en bijbehorend ruimtebeslag een specifieke bestemming opgenomen.
Tuin
Deze bestemming is gebruikt voor de (voor)tuin bij een woning. Binnen de tuinbestemming is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van erkers, erfafscheidingen en tuinmeubilair. Schuren, garages, carports, en ander bij de woning behorende gebouwen moeten op het erf bij de woning worden gebouwd.
Verkeer
Deze bestemming is gebruikt voor de doorgaande wegen, waarbij de hoofdfunctie 'verkeer' is. Binnen de bestemming kunnen wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, groenvoorziening en water en andere nutsvoorzieningen worden gerealiseerd. Binnen de bestemming zijn bestaande garageboxen specifiek aangeduid als 'garagebox'.
Verkeer – Verblijfsgebied
Deze bestemming is gebruikt voor de erftoegangswegen en overige wegen (woonstraten) in het plangebied. Binnen de bestemming kunnen wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen worden gerealiseerd. Binnen de bestemming zijn bestaande garageboxen specifiek aangeduid als 'garagebox'.
Daarnaast is het marktplein voorzien van de aanduiding 'evenement', hier kunnen kleinschalige evenementen in de vorm van kermissen, markt en vergelijkbare evenementen worden toegestaan.
Water
Deze bestemming is gebruikt voor structurerend water, zoals het Zwarte Water. Naast 'Water' zijn binnen de bestemming ook bermen, groenstroken, bermsloten en andere voorzieningen van waterhuishoudkundige aard toegestaan, alsmede wegverkeer en ligplaatsen ter plaatse van de aanduidingen 'brug' respectievelijk 'ligplaats'.
Wonen
De woningen in het plangebied hebben de bestemming Wonen gekregen. Bij de woning is een beroep aan huis of bed & breakfast toegestaan. Daarnaast zijn specifieke bestaande functies zoals een kantoor voorzien van een aanduiding. De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De woningen hebben in beginsel een bouwvlak met een diepte van 13 m, met uitzondering van de ondiepe bouwpercelen waar dit niet wenselijk is. De percelen waarop reeds meer bebouwing aanwezig is zijn voorzien van een op maat gesneden bouwvlak. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd. Deze gebouwen zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan, met een maximum oppervlakte van 70 m2 in totaal, mits niet meer dan 50% van het zij- en achtererf wordt bebouwd.
Waarde-archeologie
De dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' is toegekend aan die gronden die een verwachtingswaarde van 50% of meer hebben op archeologische vondsten. De dubbelbestemming is ter bescherming van het cultuurhistorische bodemarchief en legt aanvullende regels op ten opzichte van de basisbestemmingen.
Waterstaat - Waterkering
De dubbelbestemming legt aanvullende regels op ten opzichte van de basisbestemmingen. Deze bestemming is gebruikt om de waterkerende functie van diverse kades langs het Zwarte Water, veilig te stellen.
Waterstaat - Waterstaatkundige functie
De dubbelbestemming legt aanvullende regels op ten opzichte van de basisbestemmingen. Deze bestemming is gebruikt om de waterstaatkundige functie in verband met de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater en het vergroten van de afvoercapaciteit veilig te stellen.
Hoofdstuk 3 - Algemene regels
Hieronder zijn begrepen de anti-dubbeltelregel, de algemene gebruiksregels en de algemene afwijkingsregels.
Hoofdstuk 4 - Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient onderzoek te worden ingesteld naar de economische uitvoerbaarheid van een plan. De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het voorliggende bestemmingsplan zijn gedekt in de gemeentelijke begroting.
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft in het kader van inspraak en overleg ter inzage gelegen en is opgestuurd naar de belanghebbende instanties zoals de provincie en het waterschap. Op het voorontwerpbestemmingsplan heeft de gemeente Zwartewaterland geen reacties ontvangen. De gemeente heeft ambtshalve een aantal wijzigingen gedaan, het overicht van deze wijzigingen is opgenomen in Bijlage 3 Ambtelijke wijzigingen.