direct naar inhoud van Artikel 27: Waarde - Archeologie
Plan: Oud Zwartsluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1896.BP0025-VS01

Artikel 27: Waarde - Archeologie

27.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
27.2. Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) mag op deze gronden niet worden gebouwd voor zover de oppervlakte van bouwwerken meer dan 30 m² bedraagt.

27.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2 in die zin dat bouwwerken mogen worden gebouwd, mits de archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast.

27.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
27.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook wordt gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van een drainage, ontginnen en het ophogen van gronden met meer dan 50 cm;
  • b. het aanbrengen van drainages of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand.
27.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 27.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd op grond van een verleende vergunning.
27.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 27.1 genoemde doeleinden ontstaat.