7.4. Afwijking van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- lid 7.2.1 onder g en toestaan dat ter plaatse van de "wro-zone - ontheffingsgebied" een bouwhoogte van 18 meter is toegestaan, met dien verstande dat dit voor maximaal 10% van het bebouwd oppervlak is toegestaan;
- lid 7.2.1 onder i en toestaan dat tot maximaal 1 uit de zijdelingse dan wel achterste perceelsgrens bebouwing wordt opgericht;
- lid 7.2.2 onder b en toestaan dat antennemasten worden opgericht tot een maximale hoogte van 30 meter.
7.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - verffabriek” dan wel “specifieke vorm van bedrijf - glasfabriek”, in welk geval een verffabriek respectievelijk een glasfabriek is toegestaan;
- het gebruik van een bedrijfswoning als zelfstandige woning;
- het gebruik van bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning.
7.6. Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevinsgvergunning afwijken van:
- het bepaalde in lid 7.5 onder a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die weliswaar niet zijn genoemd, dan wel moeilijk inschaalbaar zijn in de krachtens dit artikel toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten of behoren tot een categorie anders dan de in lid 7.5 onder a genoemde, doch naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid niet bezwaarlijker zijn te achten dan de wel genoemde inrichtingen in de voornoemde categorieën, mits het geen inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder en geen risicovolle inrichtingen betreft;
7.7. Wijzigingsbevoegdheid
7.7.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat:
- ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘Wro-zone’ de bestemming mag worden gewijzigd door middel van het toekennen van een bouwvlak;
- de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – verffabriek” wordt verwijderd;
- de aanduiding “Specifieke vorm van bedrijf - glasfabriek” wordt verwijderd;
- de aanduiding “bedrijfswoning” wordt verwijderd.
7.7.2. Een wijziging als bedoeld in artikel 7.7.1, onder a mag enkel worden toegepast nadat onderzoek heeft uitgewezen dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van:
- archeologie;
- ecologie;
- bodemkwaliteit.
7.7.3. Een wijziging als bedoeld in artikel 7.7.1 onder b, c, d en/of e kan alleen worden toegepast indien de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.