17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen 2” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- gebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met
- ruimte voor een aan huis verbonden beroep tot ten hoogste 30% van de gebruiksoppervlakte en een maximum van 50 m2;
- ruimte voor een bedrijf aan huis tot ten hoogste 40% van de gebruiksoppervlakte met een maximum van 50 m2, uitsluitend voor zover het de uitoefening betreft van een bedrijf voorkomend op de als bijlage bij deze regels opgenomen lijst van bestaande bedrijven aan huis;
- aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports;
- (gebouwen ten behoeve van) nutsvoorzieningen;
- tuinen, erven en terreinen;
- woonstraten en paden;
- groenvoorzieningen en waterlopen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
17.2.1 Algemene bouwregels
Algemene bouwregels voor het bouwen van gebouwen:
- woningen dienen uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
- het realiseren van nieuw te bouwen woningen is niet toegestaan, met uitzondering van de vervanging van bestaande woningen, mits het aantal woningen niet toeneemt per bouwvlak;
- de maximale oppervlakte van woningen inclusief aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 200 m2, met dien verstande dat bestaande afwijkingen zijn toegestaan;
- per woning mag de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen niet meer bedragen dan 100 m2, met dien verstande dat bestaande afwijkingen zijn toegestaan.
- per bouwperceel mag de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen niet meer bedragen dan 300 m2, met dien verstande dat bestaande afwijkingen zijn toegestaan;
- het bebouwingspercentage op een bouwperceel bedraagt ten hoogste:
- 50% op percelen kleiner dan 250 m2;
- 40% op percelen groter dan 250 m2;
17.2.2 Gebouwen binnen bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
- minimaal 50% van de voorgevel van een woning wordt in of ten hoogste 2 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd, waarbij bestaande afwijkingen (ook bij herbouw) mogen blijven bestaan;
- de goot- en bouwhoogte zal ten hoogste 4 respectievelijk 9 meter bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger is, dan wel indien op de verbeelding een afwijkende maximale goot- en/of bouwhoogte is aangegeven;
- de goot- en bouwhoogte van aan-, uit- en bijbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3 respectievelijk 7 meter bedragen dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger is.
17.2.3 Gebouwen buiten bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
- aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen tenminste 3 meter achter het, verlengde van, de voorgevel van de woning te worden opgericht.
- aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op, of tenminste 1 meter uit, de zijdelingse en achterperceelsgrens te worden opgericht.
- de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3 respectievelijk 7 meter bedragen dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger is, dan wel indien op de verbeelding een afwijkende maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven;
- in aanvulling op het bepaalde onder c geldt dat de maximale bouwhoogte op 1 m1 uit de zijdelingse- en achterperceelsgrens niet hoger mag zijn dan de maximaal toegestane goothoogte en dat de bouwhoogte vanaf 1m uit de zijdelingse- en achterperceelsgrens onder een hoek van maximaal 45° mag toenemen tot een maximale bouwhoogte van 6 meter;
- in aanvulling op het bepaalde onder a, b, c en d geldt dat bestaande afwijkingen zijn toegestaan.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van de woning c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
- de hoogte van reclame-uitingen mag niet meer bedragen dan 1 meter, waarbij het oppervlak ten hoogste 0,5 m2 mag bedragen;
- overkappingen mogen worden opgericht tot een maximum oppervlakte van 30 m2 en tot een maximale bouwhoogte van 3 meter bij platte afdekking, dan wel 6 meter bij afdekking met een kap, waarbij de maximale goothoogte 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:
- overkapping op minimaal 1 meter uit de perceelsgrens wordt gebouwd, en;
- bij afdekking met een kap de dakhelling niet meer mag bedragen dan 45º.
- de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.
17.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld en/of de verkeersveiligheid, nadere regels stellen aan:
- de plaats van gebouwen of delen van gebouwen hoger dan 3 meter binnen een gebied bedoeld in artikel 17 lid 2.1 sub f;
- de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 meter.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- het samenhangende straatwand- en bebouwingsbeeld;
- een goede woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in:
- artikel 17 lid 2.1 sub a en artikel 17 lid 2.2 sub a en toestaan dat hoofdgebouwen (deels) buiten het bouwvlak worden opgericht, met dien verstande dat:
- hoofdgebouwen niet vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens mogen worden opgericht;
- hoofdgebouwen minimaal 10 meter uit de zijdelingse perceelsgrens en minimaal vijf meter uit de achterste perceelsgrens worden opgericht;
- hoofdgebouwen buiten het bouwvlak mogen worden opgericht tot een maximale bouwhoogte, gelijk aan de maximaal toegestane bouwhoogte binnen het bouwvlak.
- artikel 17 lid 2.2 sub b en toestaan dat tot een hoogte van ten hoogste 9 meter wordt gebouwd;
17.5 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken:
- voor een seksinrichting;
- als zelfstandige woning, voor wat betreft van de bestaande woning vrijstaande gebouwen.
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 17 lid 1 sub a ten behoeve van het gebruik voor nieuwe kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot maximaal 40% van de gebruiksoppervlakte van de gerealiseerde gebouwen op het bijbehorende bouwperceel, mits:
- het bedrijvigheid betreft die valt onder categorieën 1 of 2 van de in de bijlage opgenomen Lijst van Bedrijfsactiviteiten;
- er geen zodanig verkeersaantrekkende werking plaatsvindt dat extra parkeervoorzieningen in de openbare ruimte noodzakelijk zijn en er, uitzonderingen in de beroepsuitoefening daargelaten, geparkeerd kan worden op eigen erf;
- er geen vergunningsplichtige activiteiten op grond van de Wet milieubeheer plaatsvinden;
- de bedrijfsuitoefening of activiteiten ten behoeve daarvan (aan- en toelevering) geen zodanige (geluid)hinder voor de woonomgeving opleveren dat het woongenot op naburige erven met een zekere regelmaat in belangrijke mate wordt verstoord;
- geen detailhandel plaatsvindt;
- het karakter van de woonomgeving behouden blijft in die zin dat reclame-uitingen beperkt blijven tot aan de gevel gemonteerde naamborden met een oppervlakte van ten hoogste 0,5 m2 en gevelveranderingen ten behoeve van bedrijfsuitoefening niet plaatsvinden.
17.6.1 Gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoelen, nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
- de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 50 m³;
- de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 meter.