direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Opheffen waterkering Haagweg Kessel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding opstellen nieuw bestemmingsplan

1.1.1 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Om te borgen dat Nederland nu en in de toekomst beschermd is tegen overstromingen, is wettelijk vastgelegd dat primaire waterkeringen periodiek worden gecontroleerd (artikel 2.12 lid 4 Waterwet en Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017). Primaire waterkeringen die niet op orde zijn, worden versterkt. Afspraken over welke primaire waterkeringen wanneer aangepakt worden, leggen het Rijk en de waterschappen gezamenlijk vast in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het HWBP wordt jaarlijks geactualiseerd en steeds voor een periode van zes jaar opgesteld, met een doorkijk naar twaalf jaar. Het doel van het huidige programma is het op orde krijgen van de primaire waterkeringen die in de afgelopen en lopende toets/beoordelingsronde zijn afgekeurd.

Waterschap Limburg (WL) is verantwoordelijk voor de hoogwaterbescherming in het door hem beheerde gebied. Ze werkt daarbij nauw samen met partners als het Rijk, Provincie Limburg, betrokken gemeenten en naastgelegen waterschappen. Na de hoge rivierwaterstanden in 1993 en 1995 zijn in het beheergebied van WL in snel tempo Maaskades aangelegd op basis van een norm van 1/50 per jaar. Deze Maaskades zouden deels een tijdelijke functie hebben en vooruitlopend op rivierverruiming hoogwaterbescherming bieden tegen de hoge rivierwaterstanden zoals deze in 1993 en 1995 optraden.

Aanvullend ging de Maaswerken van start. Door verbreding en verdieping van de Maas en door de aanleg van nevengeulen werd de rivierwaterstand verder omlaag gebracht. Tijdens de Maaswerken bleek dat hoogwaterbescherming niet alleen met rivierverruiming kon worden bereikt. De conclusie werd getrokken dat de Maaskades blijvend nodig zijn om de Limburgse bevolking te beschermen tegen hoogwater.

In 2006 hebben de waterkeringen langs de Maas een wettelijke status "primaire waterkeringen" gekregen. In 2010 zijn de waterkeringen in Limburg getoetst en voor een groot deel afgekeurd. Belangrijkste faalmechanisme is het gebrek aan hoogte van de waterkeringen, in een aantal gevallen traden ook faalmechanismen macrostabiliteit en piping op. Ook de kering in Kessel is in deze ronde afgekeurd en dient vanuit dat oogpunt versterkt te worden.

In de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas (november 2011) zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, Provincie Limburg en WL over de dijkversterkingen. Overeengekomen is om voor een groot aantal dijktrajecten in het Maasdal een beschermingsniveau van 1/250 per jaar (de oude norm) te leveren door aanvullende versterkingen van primaire waterkeringen. Deze dijkversterkingen zijn vervolgens opgenomen in het landelijke HWBP dijkversterkingsprogramma.

Op 1 januari 2017 is de Waterwet gewijzigd. Er zijn nieuwe wettelijke normen voor hoogwaterveiligheid in werking getreden. Voor ieder dijktraject bestaat de wettelijke normen uit twee delen, beide uitgewerkt in een overstromingskans per jaar. Ten eerste de ondergrens, de overstromingskans per jaar waarop het dijktraject gedurende de gehele levensduur ten minste berekend moet zijn. Daarnaast de signaleringswaarde, de overstromingskans per jaar die de waterkering beheerder het sein geeft dat de waterkering op termijn versterkt moet worden. Voor dijktraject Kessel betreft dit een ondergrens van 1/100ste en een signaleringswaarde van 1/300ste. Na dijkversterking dient de waterkering gedurende de gehele levensduur in ieder geval veiliger te zijn dan de ondergrenswaarde.

1.1.2 Situatie Kessel

Dijktraject Kessel bestaat uit een kering van 145 meter langs de Haagweg in Kessel. De Haagweg is lange tijd onbeschermd geweest. Pas ten tijde van het hoge water in 1995 is er ter hoogte van huisnummer 52/52a een noodvoorziening getroffen. Deze noodvoorziening voor dit ene perceel is uiteindelijk met het besluit van de minister om alle tijdelijke noodkades een primaire status te geven als primaire kering opgenomen in de Waterwet in 2005. Het bijzondere van deze kering is niet alleen de manier waarop hij is opgenomen in de Waterwet, maar ook het beperkte gebied dat de kering beschermt. Pal achter de woningen aan de Haagweg loopt de grond snel hoog op. In het totaal beschermt de dijk dan ook maar elf woningen waarvan de achtertuinen al hoog genoeg liggen. Het gros van de woningen aan de Haagweg (9) ligt op een verhoging in het landschap óf heeft de woonvertrekken op de eerste verdieping gesitueerd waardoor eventuele (economische) schade bij hoogwater beperkt blijft tot de opslagruimtes op de begane grond.

Omdat de huidige primaire kering aan de Haagweg niet voldoet aan de wettelijke norm, zou deze nu met circa twee meter opgehoogd worden. De bewoners van de Haagweg zijn van mening dat de extra bescherming die een versterkte dijk biedt beperkt is, en dat versterking een forse beperking van het uitzicht met zich meebrengt. Om deze redenen, is er veel weerstand ontstaan bij de bewoners van de Haagweg. Iedereen die door de nieuwe dijk beschermt zal worden is tegen de geplande ophoging. Ook deze unanimiteit maakt deze situatie uniek. Reden dat besloten is om het dijktraject Kessel op te heffen, door het uit de Waterwet te halen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0001.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0003.png"  

Hoogtekaart 

1.2 Doel

Het nieuwe bestemmingsplan ‘Opheffen waterkering Haagweg Kessel’ heeft ten doel het verwijderen van de regelingen die betrekking hebben op (de bescherming) van de bestaande primaire waterkering. Voor het overige is het plan conserverend van karakter, gericht op het behoud van de bestaande rechten en plichten. Dit laatste houdt in dat de bestaande regelingen uit de vigerende bestemmingsplannen worden overgenomen.

1.3 Plangebied en begrenzingen

Het dijktraject Kessel ligt ten zuiden van de woonkern Kessel in de gemeente Peel en Maas. Vanuit deze woonkern loopt de Haagweg naar het zuiden. Aan deze weg liggen voornamelijk woningen. Voor het overige liggen aan de overzijde van de Haagweg agrarische gronden. De omvang van het plangebied is bepaald door de dubbelbestemmingen en aanduidingen die betrekking hebben op de bestaande waterkering: de dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waterstaat -Beschermingszone waterkering' en de aanduidingen 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' en 'vrijwaringszone- waterstaatswerk 2' (zie ook paragraaf 1.4).

Voor een beknopte plangebiedsbeschrijving wordt verwezen naar hoofdstuk 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0004.png"

Luchtfoto plangebied en omgeving, plangebied binnen rode contour (©GooglePro)

1.4 Overzicht vigerende bestemmingsplannen in plangebied

Voor het plangebied zijn vier bestemmingsplannen relevant:

  • Bestemmingsplan 'Kernen Kessel en Kessel-Eik', met identificatienummer NL.IMRO.1894.BPL0047-VG01, vastgesteld 5 februari 2013. In dit bestemmingsplan is de primaire waterkering gelegen en geregeld via een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'. De Haagweg zelf heeft een bestemming 'Verkeer' en aan de aanliggende woningen is de bestemming 'Wonen' toegekend. Daarnaast loopt hier een aardgasleiding die beschermd wordt via de dubbelbestemming 'Leiding-Aardgas'. Verdere ligt er op de gronden een aanduiding die te maken heeft met een geluidzone vanwege het nabijgelegen industrieterrein.
  • Bestemmingsplan 'Buitengebied Peel en Maas', met identificatienummer NL.IMRO.1894.BPL0048-VG03, vastgetsteld 24 december 2014. Dit bestemmingsplan voorziet voor de primaire waterkering in een dubbelbestemming 'Waterstaat -Beschermingszone waterkering', een 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' en een 'vrijwaringszone- waterstaatswerk 2'. De gronden hebben deels een bestemming 'Natuur' en deels 'Agrarisch'. Daarnaast bevinden zich hier de dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' en 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed'. Verder ligt er een aantal aanduidingen die te maken hebben met de geluidzone van het nabijgelegen industrieterrein of met de status die aan de gronden is toegekend (kernrandzone, provinciale ontwikkelingszone groen, extensiveringsgebied en verwevingsgebied).
  • Parapluplan Parkeernota Peel en Maas, met identificatienummer NL.IMRO.1894.BPL0176-VG01, vastgesteld 19 juni 2018. Dit paraplubestemmingsplan bevat de planologische doorvertaling van het parkeerbeleid van de gemeente. Er zijn geen regels die betrekking hebben op de kering.
  • Bestemmingsplan 'Uitbreiding Neptunus Kessel', met identificatienummer NL.IMRO.1894.BPL0169-VG01, vastgesteld 13 november 2018. In dit plan valt de bestemming Wonen voor een klein deel samen met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering'. Verder bevindt zich hier de geluidzone vanwege het nabijgelegen industrieterrein.

Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie

Het dijktraject Kessel ligt ten zuiden van de woonkern Kessel in de gemeente Peel en Maas. Vanuit deze woonkern loopt de Haagweg naar het zuiden. Aan deze weg liggen voornamelijk woningen. Direct aan de huidige dijk liggen langs de Haagweg 11 bestaande woningen (Haagweg 38 tot en met 56), waarvan 9 woningen op een verhoging in het landschap dan wel met een zitkamer op de eerste verdieping. Voorts strekt de beschermingszone van de dijk zich nog uit tot twee andere woningen: een woning aan de Haagstraat 36 en een voormalige dienstwoning (Haagstraat 58) die na sloop vervangen wordt door een nieuwe woning, zonder binding aan een bedrijf.

In zuidwestelijke richting gaat de Haagweg over in het bedrijventerrein Kruisberg. Naast veel lokale (auto)bedrijven liggen er op dit bedrijventerrein enkele grote ondernemingen. Aan de overzijde van de Haagweg, ter hoogte van het bedrijventerrein, ligt een ontgrondingsplas met bomen en struiken eromheen. Deze ontgrondingsplas heeft conform het vigerende bestemmingsplan de bestemming Natuur. Voor het overige liggen aan de overzijde van de Haagweg agrarische gronden.

Dijktraject Kessel is om verschillende redenen uniek in zijn soort. Dijktraject Kessel is het kleinste dijktraject (146m) van Nederland. In tegenstelling tot andere dijktrajecten beschermt de kering enkel de 11 woningen langs de Haagweg, en niet een achtergelegen dorp. Daarnaaast is er sprake van unanimiteit onder de bewoners; men is collectief vóór het uit de Waterwet halen. In de meeste dijktrajecten geven de berekeningen een realistisch beeld, echter in Kessel ontstaat een vertekend beeld. De resolutie van de berekende waterdiepten is te grof, het maaiveld loopt vlak achter de dijk snel op en waterdiepten nemen daardoor snel af (afstand tot hoge grond minder dan 50 meter). De achtertuinen van de te beschermen bewoners liggen hoog genoeg, waardoor de evacuatiefractie in de praktijk veel hoger is dan 82% (als de bewoners de achtertuin in lopen, zijn zij veilig). Het Lokaal Individueel Risico is hierdoor feitelijk veel minder groot dan op basis van de landelijke berekening naar voren komt. Dit resulteert in een veel lager beschermingsniveau. Hetzelfde geldt voor de uitgevoerde MKBA (Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse. De schade blijft beperkt tot een aantal huizen, waarbij de onderste verdieping vaak in gebruik is als kelder of opslagruimte. De werkelijke schade is daardoor lager dan waarmee in het tot stand komen van de norm is gerekend. Het werkelijke optimale beschermingsniveau voor Kessel ligt ver onder de huidige laagste normklasse. In vergelijking met andere dijktrajecten is de norm voor Kessel onevenredig ver naar boven afgerond. In plaats van een overstroming is er in werkelijkheid hooguit sprake van wateroverlast. Vanwege bovenstaande beschreven unieke situatie in Kessel zal er geen precedentwerking optreden voor andere dijkversterkingstrajecten.

Hoofdstuk 3 Waterstaatkundig effect opheffen waterkering

Om goed te kunnen beoordelen wat de effecten zijn van het schrappen van de dijkring Kessel is in beeld gebracht wat dit betekent voor de 11 woningen die nu nog beschermd worden door de dijk. Onderzocht is wat de kans is dat de normwaterstanden in de huidige situatie (2015) en 2075 boven de vloerpeilen van de 11 woningen aan de Haagweg staat. Allereerst is er gekeken wat de frequentie is van de waterstand boven het vloerpeil. In 2015 betekent dit dat 10 van de 11 woningen een vloerpeil hebben dat hoger is dan een waterstand van 1/100e per jaar. Eén van de 11 woningen heeft een vloerpeil hoger dan een waterstand tussen de 1/30e per jaar en 1/100e per jaar (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0005.png"

In 2075 betekent dit dat drie van de 11 woningen een vloerpeil hebben dat hoger is dan een waterstand van 1/100e per jaar. Zeven van de 11 woningen hebben een vloerpeil hoger dan een waterstand tussen de 1/30e per jaar en 1/100e per jaar. Eén van de 11 woningen heeft een vloerpeil hoger dan een waterstand tussen de 1/10e per jaar en 1/30e per jaar (zie navolgende figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0006.png"

Als je de normwaterstand uit zet tegen het vloerpeil van de woningen, zullen in de huidige situatie 10 van de 11 woningen droog blijven. Eén van de 11 woningen kan wateroverlast ervaren (0,0 - 0,5m) bij een 1/100e waterstand (zie navolgende figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0007.png"

In 2075 zullen drie van de 11 woningen droog blijven bij een 1/100e waterstand. Zes van de 11 woningen kunnen wateroverlast ervaren tussen de 0,0 - 0,5 meter. Twee van de 11 woningen kunnen wateroverlast ervaren tussen de 0,5 - 1,0 meter bij een 1/100e waterstand (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0008.png"

Hoofdstuk 4 Planologische hoofdlijnen van beleid

De enige planologische verandering waarin het voorliggende bestemmingsplan voorziet, betreft het verwijderen van de primaire waterkering en de daarbij behorende beschermingszones.

De waterkering bij Kessel heeft - net zoals de overige waterkeringen langs de Maas in Limburg in 2006 de wettelijke status "primaire waterkering" gekregen. Het beheer van primaire waterkeringen is vastgelegd in de Waterwet.
Om de status van primaire waterkering te laten vervallen dient de waterkering uit de Waterwet te worden gehaald. Hiervoor zijn diverse formele procedures noodzakelijk. Gelet daarop zijn in de Stuurgroep van HWBP Noordelijke Maasvallei van 25 oktober 2017 de volgende afspraken gemaakt:

  • Er is een wijziging van de Waterwet nodig en een Algemene Maatregel van Bestuur door het Rijk. Waterschap Limburg zal hiervoor een principeverzoek doen aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit verzoek zal niet eerder worden gedaan dan nadat het onderhavige bestemmingsplan onherroepelijk is geworden.
  • Waterschap Limburg haalt de dijk uit de legger. In een legger staan de normen waaraan dijken en andere werken moeten voldoen. Op het wijzigen van de legger is inspraak mogelijk. Het definitieve besluit hiertoe zal niet eerder worden genomen dan nadat het onderhavige bestemmingsplan onherroepelijk is geworden.
  • Gemeente Peel en Maas herziet de bestemmingsplannen waarin de dijk is opgenomen. Op het wijzigen van het bestemmingsplan is inspraak mogelijk.

Met het voorliggende bestemmingsplan komt de gemeente Peel en Maas haar onderdeel van de afspraken na. Het bestemmingsplan past daarmee in het nationaal- als waterschapsbeleid.

Het bestemmingsplan sluit tevens aan bij het gemeentelijk beleid zoals dat is vastgelegd in de nota ' Waardenoriëntatie en kaderstelling - Thema's Ruimte en Econonie ' (Peel en Maas, november 2017). In deze kaderstelling is de richting vastgelegd waar de gemeente Peel de Maas de komende vier jaren naartoe werkt. Daarbij zijn de drie kernwaarden, zelfsturing, duurzaamheid en diversiteit richtinggevend. De gemeente wil een koers varen die aansluit bij wat er in de samenleving gebeurt. In dit kader zijn relevant programmadoel 1 'Waarden en kwaliteiten' en programmadoel 2 'Gemeenschappen als mentaal eigenaar'.

Bij programmadoel 1 zijn met name de volgende uitvoeringsafspraken van belang:

  • Het ondersteunen van de beweging om de identiteit van de dorpen en de herkenbare historische landschappen te behouden en te versterken.
  • Het op een duurzame, bewuste wijze omgaan met de fysieke leefomgeving en het koesteren van de diversiteit hiervan.
  • Zorgen voor verbindingen en balans tussen de verschillende functies en waarden.

Bij programmadoel 2 zijn de volgende uitvoeringsafspraken van belang:

  • Gemeenschappen worden uitgedaagd om mee inhoud te geven aan hun fysieke leefomgeving.
  • De gemeentelijke beleidsprocessen worden aangesloten op deze beweging.
  • De dialoog over invullen van ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving wordt gestimuleerd.

Het initiatief van de bewoners om vrij zicht te kunnen behouden op de Maas en daarmee dus tevens gericht op het verwijderen van de dijk uit de Waterwet sluit aan bij deze uitvoeringsafspraken waarbij de gemeenschap eigenaar wordt gemaakt van de fysieke leefomgeving. Met de wens van de bewoners wordt invulling gegeven aan het versterken van de identiteit van het dorp Kessel en het instandhouden/versterken van het herkenbare historische landschap. Met het opstellen van het bestemmingsplan geeft de gemeente uitvoering aan de overeengekomen uitvoeringsafspraken.

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving

Het onderhavige bestemmingsplan ziet primair op het verwijderen van de regelingen die betrekking hebben op (de bescherming) van de bestaande primaire waterkering.

Voor het overige is het plan conserverend van karakter, gericht op het behoud van de bestaande rechten en plichten. Dit laatste houdt in dat de bestaande regelingen uit de vigerende bestemmingsplannen worden overgenomen.

Doorslaggevende argumenten om de waterkering op te heffen zijn:

  • de dijk beschermt hier een rij met 11 woningen, waarvan de meeste huiskamers een etage hoger liggen. De woningen liggen hoog genoeg ten opzichte van de waterstanden.
  • Er is een goede en korte evacuatieroute.
  • De bescherming betreft alleen de 11 woningen en niet een achtergelegen dorp of andere mensen die verder weg wonen;
  • de lage economische schade bij hoogwater.

Door de keuze om het dijktraject Kessel buiten de Waterwet te laten, komen de woningen buitendijks liggen. Eigenaren en gebruikers van buitendijkse gronden zijn zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen die bij hoogwater de gevolgen beperken. Bovendien hebben zij een eigen risico voor schade door hoogwater.

Hoofdstuk 6 Juridische aspecten

6.1 Planstukken

Dit bestemmingsplan is opgesteld conform de SVBP 2008 alsmede de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor).

Het bestemmingsplan ‘Opheffen waterkering Haagweg Kessel’ is vervat in een verbeelding, regels en toelichting.

6.2 Toelichting op de verbeelding


De analoge verbeelding is getekend op een digitale kadastrale ondergrond, schaal 1:2000. Op de analoge verbeelding zijn in de verklaring de bestemmingen, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidignen en functieaanduidingen opgenomen.

6.3 Toelichting op de regels


Bij het opstellen van de regels is uitgegaan van het rapport Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012), de Handreiking Ruimtelijke plannen gemeente Peel en Maas en de Standaardregels bestemmingsplannen kernen (mei 2011).

De regels zijn verdeeld in 4 hoofdstukken, te weten:

  • Hoofdstuk 1: Inleidende regels met daarin de begrippen en de wijze van meten;
  • Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels. Hierin worden de regels voor de op de verbeelding opgenomen bestemmingen gegeven;
  • Hoofdstuk 3: Algemene regels, waaronder zijn opgenomen de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels en algemene wijzigingsregels;
  • Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels, waarin het overgangsrecht en de slotregel zijn opgenomen.


Het belangrijkste doel van de planregels is om de bouw- en gebruiksregels van de verschillende bestemmingen aan te geven.

In het voorliggende bestemmingsplan zijn de relevante regels uit de vigerende bestemmingsplannen overgenomen, behoudens de regelingen die toezagen op de (bescherming van de) primaire waterkering.

De bestemmingen 'Agrarisch' en 'Natuur' en de dubbelbestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' zijn overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Peel en Maas, waarbij voor een aanvullende regeling ten aanzien van het onderdeel ontgrondingen binnen de bestemming 'Natuur' is teruggegrepen naar het bestemmingsplan Kessel 2006. Verder is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' niet overgehomen uit het vigerende bestemmingsplan omdat deze voor de betreffende gronden op basis van de Beleidsregels Grote Rivieren niet langer van toepassing is.

De bestemmingen 'Verkeer', 'Wonen - 1' en de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas' en Waarde - Archeologie 4' zijn afkomstig van het bestemmingsplan 'Kernen Kessel en Kessel-Eik'. De bestemming 'Wonen - 2' is ontleend aan het bestemmingsplan 'Uitbreiding Neptunus Kessel'.

De Gebiedsaanduidingen en functieaanduiding komen vrijwel allemaal voort uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Peel en Maas', te weten: ''geluidzone - industrie', 'overige zone - kernrandzone', overige zone - provinciale ontwikkelingszone groen', reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', reconstructiewetzone - verwevingsgebied', 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' en 'specifieke vorm van bedrijf - ontgronding'.

Alleen de gebiedsaanduidingen 'geluidzone - industrie 1' en 'geluidzone - industrie - 2' komen uit het bestemmingsplan 'Kernen Kessel en Kessel-Eik'.

Uit het 'Parapluplan Parkeernota Peel en Maas' zijn de parkeerregels overgenomen.

Hoofdstuk 7 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggende plan voorziet niet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan op te stellen. Het plan wordt uitvoerbaar geacht.

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.2.1 Omgevingsproces

De omgeving is nauw betrokken geweest bij het proces tot de principekeuze Kessel uit de Waterwet te halen. Tijdens diverse momenten is met de direct betrokkenen en bredere omgeving contact geweest over deze principekeuze. Allereerst zijn er op 12 september 2016 en 3 oktober 2016 kansensessies geweest met direct betrokkenen. Tijdens deze sessies blijkt dat de bewoners behoorlijk schrikken van de hoogwateropgave. Zorgen om hoogwater zijn er onder bewoners nauwelijks aanwezig. Uitzicht vanaf de dijk en dijkwoningen op de Maas en het kleinschalig karakter worden als de belangrijkste kwaliteiten gezien. Naar aanleiding van deze kansensessies is er vanuit de betrokkenen een petitie aangeboden aan de Wethouder van de gemeente Peel en Maas. Deze petitie, waarin het waterschap wordt verzocht om af te zien van de geplande dijk, is ondertekend door 142 bewoners. Daarna heeft de Wethouder deze petitie aangeboden aan de Stuurgroep van 8 februari 2017. Tijdens een informatieavond op eveneens 8 februari 2017 werd door de aanwezigen in de zaal nadrukkkelijk aandracht gevraagt voor ruimte in de Waterwet: is het mogeijk om het traject buiten dde Waterwet te laten vallen? De bewoners hadden zelf een risicoanalyse gemaakt waaruit blijkt dat er geen sprake is van een levensbedreigende situatie in Kessel en dat de economische schade als gevolg van hoogwater laag is. Zowel vanuit de gemeente als vanuit het waterschap werd respect geuit richting de bewoners voor de manier waarop ze meedenken over hoogwaterbescherming in Kessel. Dit motiveert om samen aan de waterveiligheid in Kessel te werken. Het waterschap merkt daarbij echter op dat het niet aan het waterschap alleen is om de dijk bij Kessel uit de Waterwet te halen. Dit is een besluit dat de gezamenlijke overheden die gaan over waterveiligheid zullen moeten nemen met uiteindelijk een besluit van de Minister. Het waterschap en gemeente Peel en Maas geven aan wel bereid te zijn om samen te kijken welke stappen daarvoor gezet dienen te worden en wat de consequenties van een dergelijk besluit zijn. Dat geldt ook voor het ontbreken van een dijk bij de markt. Dat gebied is nu geen onderdeel van de opgave van het waterschap.

Verder zijn er omgevingswerkgroep bijeenkomsten (18 april 2017 en 4 juli 2017), locatiebezoeken, ontwerpateliers en gesprekken met de dijkgroep Haagweg Veers geweest (zie navolgende figuur). Uit deze gesprekken met de omgeving, en tijdens de laatste informatieavond op 19 september 2017 in Kessel, blijkt nogmaals duidelijk draagvlak te bestaan voor de principekeuze om de dijk niet te verhogen. De bewoners geven immers unaniem aan deze dijk niet te willen. Het waterschap heeft gekeken naar de waterveiligheid, de eventuele economische schade en naar de ruimtelijk en sociale impact van een eventuele dijkversterking. Zowel het waterschap als de andere ambtelijke partners stellen op 25 oktober aan de Stuurgroep voor om voor dit specifieke geval te onderzoeken of het mogelijk is de dijk uit de Waterwet te halen. In de Stuurgroep van 25 oktober 2017 is vervolgens vastgesteld dat er een procedure gestart wordt om de kering uit de Waterwet te halen.

Verder is beslotendat betrokkenen uit de omgeving ook in het vervolgproces worden meegenomen, onder andere via de omgevingswerkgroepen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0196-VG01_0009.png"

7.2.2 Vooroverleg

Het onderhavige bestemmingsplan is als conceptontwerp toegezonden aan provincie Limburg, Rijkswaterstaat Zuid-Nederland en Waterschap Limburg. De provincie en het waterschap hebben te kennen gegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Rijkswaterstaat heeft verzocht om de verbeelding en de planregels aan te passen door de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterbergend rivierbed" te verwijderen. De reden hiervoor is dat op grond van de vigerende kaarten behorende bij de Beleidsregels grote rivieren er in het plangebied geen bergend regime (meer) aanwezig is.

Het verzoek van Rijkswaterstaat is verwerkt in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.

7.2.3 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 6 juni 2019 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen ontvangen. Tevens heeft op 25 juni 2019 een inloopbijeenkomst plaatsgevonden.